De dagelijkse douchesessie om halfvijf ’s morgens, de vuilniszak op de oprit van de ander, het gifsnoepje voor die keffer van hiernaast: buren kunnen elkaar serieus het leven zuur maken. Vaak eindigt het treitergedrag voor de rechtbank. Terwijl gewoon rustig praten meestal al veel kan oplossen.
Martine (76) en Myriam (31) wonen in een rustige straat in de rand van Gent. Ze wonen al acht jaar naast elkaar. Van elkaar gescheiden door een haag, en sinds enkele maanden ook door een groot conflict. Dat begon toen Martine besloot een waakhond in huis te nemen. Sindsdien blaft het beest elke ochtend om halfvijf de buren wakker. Myriam draait nu iedere middag, wanneer buurvrouw Martine een middagdutje doet, de volumeknop van haar televisie open. En elke week deponeert ze haar vuilniszak op de oprit van Martine.
‘Myriam was fysiek een wrak toen ze contact met ons opnam’, vertelt vrijwillig buurtbemiddelaar Eva. De vrouw probeert al vier jaar in opdracht van de gemeente ruziënde buren te verzoenen. ‘Myriam had twee kleuters in huis, die elke ochtend om halfvijf wakker schrokken. Ze snapte niet dat haar buurvrouw dat niet inzag. Ze noemde het pestgedrag en besloot daarom haar buurvrouw terug te pesten. Met die vuilniszak en het extra lawaai, maar ook door verwijten te roepen als de buurvrouw passeert of ferm te roddelen tegen andere buren. De sfeer tussen beide vrouwen was totaal verziekt.’
Eva en collega-bemiddelaar Bruno gingen bij de twee vrouwen langs. Martine beschuldigde op haar beurt Myriam van pestgedrag. Eva: ‘Ook Martine bleek ten einde raad en was zelfs van plan om te verhuizen. Uit het gesprek bleek dat de vrouw niet eens wist dat haar hond zo vroeg blafte. Ze neemt elke avond een slaappil en hoorde zelf niets. De hond blafte elke ochtend naar de krantenbesteller. De oplossing was eenvoudig. De hond kreeg een plaats binnen in huis, waar zijn geblaf niemand meer stoorde. Binnen de kortste keren keerde de rust terug.’
Nu het opnieuw beter weer wordt, nemen ook de ergernissen tussen buren toe. We leven meer buiten en slapen met de ramen open, waardoor geluiden makkelijker binnenkomen: daar is buurman weer, voor dag en dauw, met grasmaaier of kettingzaag. Burenruzies vragen veel politieaandacht en eindigen al te vaak voor een vrederechter. Ze kunnen de sfeer in een hele buurt verzuren. Burenbemiddeling probeert te voorkomen dat misverstanden of kleine meningsverschillen uit de hand lopen.
In 2012 belden ongeveer 1200 Vlamingen naar een dienst burenbemiddeling van hun stad of gemeente. De cijfers zijn een schatting op basis van een rondvraag bij een aantal betrokken provincies en gemeenten. In een meerderheid van de gevallen zijn het de buren zelf die het initiatief nemen. Ze worden vaak doorverwezen door de wijkagent, gemeentediensten, het OCMW of de Centra voor Algemeen Welzijnswerk (CAW).
De bemiddelaars, allemaal vrijwilligers, maken een afspraak met de beller en luisteren in eerste instantie naar zijn verhaal. Daarna wordt de buur waarmee het conflict loopt, gecontacteerd. Ook die krijgt de kans om zijn verhaal te doen. Als die buur akkoord gaat, komt er een bemiddelingsgesprek. Dat is in 43 procent van de cases het geval.
Een meerderheid van bemiddelingsgesprekken loopt positief af. Dat bleek in 2011 na een evaluatie van de diensten burenbemiddeling door de federale overheidsdienst (FOD) Binnenlandse Zaken. ‘Wanneer beide partijen het volledige bemiddelingstraject doorlopen, geeft dat in 71 procent van de gevallen een positief resultaat’, zo staat in het rapport te lezen. ‘In 39 procent wordt een schriftelijk of mondeling akkoord bereikt, in 32 procent een gewone verzoening waarbij de spanningen verdwijnen. Zowel vrederechters, burgemeesters, korpschefs als procureurs des Konings erkennen dat dit bijdraagt tot de oplossing van geschillen en versterking van sociale cohesie.’
Ook de cases waarbij het niet tot een bemiddelingsgesprek kwam, lopen vaak goed af, stelt het rapport. ‘Door de uitleg over burenbemiddeling gebeurt het dat zowel de aanmelder als de andere buur zelf het initiatief nemen om met elkaar te praten.’
Dunne muren
Burenbemiddelaars helpen ruziënde buren te doen wat ze zelf blijkbaar niet meer kunnen: communiceren met elkaar, stelt Nathalie Troch van de dienst Burenbemiddeling van de stad Gent. ‘Vlaanderen is dichtbevolkt en vooral in de steden wonen we vaak in oudere huizen, met dunne muren. Ook al wonen we naast of boven elkaar, mensen kennen elkaar niet goed. En daar begint het vaak ook mee. Als je iemand niet goed kent, ga je ook niet snel een probleem met die persoon bespreken. Wat doet een Vlaming? Die probeert het ongemak zo lang mogelijk te verdragen, tot hij plots in woede uitbarst. Terwijl gewoon rustig praten met die buur vaak al veel kan oplossen.’
Wie elkaar niet goed kent, kan zich ook moeilijk inleven in de ander zijn situatie. Troch: ‘Vaak gaan mensen ervan uit dat wat voor hen storend is, dat voor die buur ook is. Maar dat is niet altijd het geval. De een stoort zich hoegenaamd niet aan wat onkruid op de gemeenschappelijke oprit, de ander gaat door zijn dak. Maar het is vaak o zo moeilijk om dat te zeggen aan die buur.’
Bij het eerste gesprek is het heel belangrijk dat het probleem duidelijk omschreven wordt. Mensen vervallen nogal snel in veralgemeningen: ‘er is altijd lawaai’, ‘hij doet altijd moeilijk’. Dan is het de taak van de bemiddelaar om uit te zoeken wat precies stoort en op welke momenten. ‘Dat maakt het mogelijk om de klacht beter uit te leggen aan de andere buur’, stelt bemiddelaar Eva. ‘Ook bij het bemiddelingsgesprek zelf is dat belangrijk. Er zijn altijd twee bemiddelaars aanwezig en die helpen de buren hun verhaal te doen tegen elkaar. Soms helpen we door wat vragen bij te stellen, dingen te herhalen, samen te vatten, concreter te formuleren. Bedoeling is vooral dat ze elkaar beter leren begrijpen.’
Burenruzies beginnen vaak heel banaal, maar kunnen het leven van de betrokkenen behoorlijk lastig maken. In dertien procent van de gemelde ruzies is er ook sprake van pestgedrag. Soms gaat dat vrij ver: was aan de draad die opnieuw nat gegooid wordt, post die uit de brievenbus wordt gestolen, of ’s nachts op de muren kloppen of muziek luid zetten. Kortom, het bloed van onder de nagels pesten.
Het ergste is wanneer mensen er fysiek onderdoor gaan of verhuizen, vindt Nathalie Troch van burenbemiddeling Gent. Al komen zulke gevallen in Gent steeds minder voor. ‘Toen wij in 2010 begonnen met het project, kregen we cases waarbij mensen al vijftien jaar ruzie hadden en de situatie ernstig was geëscaleerd. Dat zijn heel moeilijke zaken om te bemiddelen. Die mensen zijn al zo vastgeroest in de manier waarop ze met elkaar omgaan dat ze ook geen ander standpunt meer kunnen innemen. Het voorbije jaar merkten we dat de ernst van de ruzies verminderd is. Dat is ook onze bedoeling: zorgen dat het niet meer zo ver komt. Bemiddeling helpt uiteraard het best als de situatie nog niet uit de hand is gelopen. Als er zware feiten gebeuren, zoals stalking, slagen en verwondingen, nemen we sowieso contact op met de politie. Maar de meeste mensen beseffen ook wel dat het beter is om eerst te proberen met de buren te praten. Als een politieagent in uniform voor de deur staat, zorgt dat vaak net voor een escalatie. Want hoe vriendelijk die agent dat ook aanpakt, de buur blijft toch denken: ze hebben de politie op mij afgestuurd.’
Verschillende leefwerelden
Een overhangende boom, een haag die licht wegneemt of te opzichtige bloemen: ze zorgen allemaal voor spanningen tussen buren. Maar het is vooral geluidsoverlast die buren het meest irriteert. In 22 procent van de gevallen is dat het geval. Troch: ‘De combinatie bijvoorbeeld van iemand die in ploegen werkt en mensen met kleine kinderen, dat kan moeilijk zijn. Die verschillende leefwerelden botsen soms.’
Een typische situatie waar burenbemiddelaars vaak mee te maken krijgen: in een Gents appartementsgebouw reed het kindje van de bovenburen elke avond enthousiast rond op een plastic fietsje. De onderburen werden er gek van. Dus brachten de bemiddelaars beide partijen bij elkaar voor een bemiddelingsgesprek. Tijdens dat gesprek schreven ze op een bord wat beide partijen echt belangrijk vinden. De onderburen gaven aan dat ze graag elke avond naar het journaal wilden kijken, zonder het helse lawaai van de fietswieltjes. De bovenbuur vond het vooral belangrijk dat zijn kindje kon spelen. In een krap appartement is dat al niet zo eenvoudig. Het kwam tot een duidelijke deal: het kindje kreeg van de onderburen een fietsje met rubberen banden en op hun voorstel legden de bovenburen tapijt.
Ook met de beestjes van de buren is het altijd prijs. Kraaiende hanen is zo’n klassieker. Nathalie Troch: ‘Een koppel had al een hele tijd last van een kraaiende haan, die telkens begon zodra de zon opkwam. Als bemiddelaar heb je wel een paar ideetjes hoe je dat kunt oplossen, maar zelf mag je die nooit voorstellen. In dit geval had de eigenaar zelf het idee om de haan in een donker kot te zetten ’s nachts. Maar hij had het geld niet om zo’n kot te kopen en de handigheid niet om er een te maken. Het is erop uitgedraaid dat de twee buren samen het kot gebouwd hebben.’
Bomen en struiken zijn ook vaak de grote boosdoener. Troch: ‘We hebben al zo weinig zonlicht in ons land en als er dan nog eens een grote boom in de weg staat, kan dat voor heel wat wrevel zorgen. Oudere mensen hebben het soms ook moeilijk met de bladeren van de boom van de buren die in hun tuin valt. Of nog zo’n klassieker: de ene buur wil een houten omheining als gemeenschappelijke afspanning, de ander liever een haag. Ze komen er niet uit en zo begint de ruzie.’
Of zoals de man die kwam klagen dat de haag van zijn buurman niet onderhouden werd. Wettelijk stond de haag wel op de juiste plek, maar het stoorde hem dat ze zo slordig en te hoog was. De andere buur bleek dan weer problemen te hebben met het tuinhuisje van de klager. Dat stond niet reglementair. Gevolg: al jaren was er wrevel tussen de buren, met het nodige pestgedrag. Na veel overleg is er een overeenkomst bereikt: de ene buur mag de haag van de ander onderhouden en in ruil maakt hij geen zaak van het tuinhuisje.
Soms is er niet eens een concrete oplossing nodig. Nathalie Troch: ‘Het is soms voldoende dat de buren elkaar begrijpen om de spanning weg te nemen. Onlangs nog was er een gezin dat klaagde over de bovenbuur die altijd ’s morgens rond zes uur een douche neemt. Het gezin wordt er elke morgen wakker van en beschouwt het als pestgedrag van de bovenbuur. Tijdens de bemiddeling blijkt echter dat de man in kwestie nachtdienst heeft en na het werk eerst wil douchen vooraleer hij het bed induikt. Iets waar ook de klagers uiteindelijk begrip voor hadden. De ochtendlijke douches zijn nooit meer een probleem geweest en het andere pestgedrag is ook gestopt.’
Voor bemiddelaars is het ook belangrijk om alle leden van een gezin te betrekken in hun bemiddeling. Troch: ‘Een bekend fenomeen: de man voert het woord tijdens ons huisbezoek, terwijl de vrouw van achter de haag of vanuit de keuken staat te ‘supporteren’. Telkens wanneer de man zich een beetje meegaand of begripvol wil opstellen, hoor je dan gesis en gefluister vanuit die hoek. Soms komen we tot een goed gesprek tussen twee buurmannen, maar een week later is het toch opnieuw prijs. Omdat hun vrouwen niet akkoord waren met de afspraken. Het is dus sowieso beter om beide partners erin te betrekken. Anders blijven we bezig.’
DOOR CATHY GALLE
‘Wat doet een Vlaming? Die probeert het ongemak zo lang mogelijk te verdragen, tot hij plots in woede uitbarst.’
‘Oudere mensen hebben het soms ook moeilijk met de bladeren van de boom van de buren die in hun tuin valt.’