De Siciliaan Costa bezorgde het gerecht indertijd documenten waarmee het nu belastingfraudeurs aanpakt. Maar nu ook Costa’s mama op het matje werd geroepen, slaat de Siciliaan wild om zich heen. Een eerste ‘slachtoffer’ is minister van Financiën Reynders.

Met snor en sigaar, corpulent maar vinnig, slordig maar elegant, zelfverzekerd maar schichtig ziet Antonino “Nino” Costa eruit als de slechterik in het verhaal. Hij is een rasechte Siciliaan, veertig jaar geleden geboren in Adrano, maar dat stadje aan de voet van de Etna is hij allang ontgroeid. Van 1984 tot 1994 was hij boekhouder bij de Kredietbank Luxembourg (KBL). Daarna werkte hij één jaar bij De norske Bank in Luxemburg. Vandaag is hij zelfstandig boekhouder. Costa verliet beide banken in niet zo eerbare omstandigheden.

Op 31 mei nam het Luxemburgs gerecht hem zelfs achttien dagen in voorhechtenis in verband met de ontvreemding van documenten bij De norske Bank en de pogingen van een collega om bepaalde van die documenten én documenten van de KBL te verkopen.

Wat er precies tussen Nino Costa, vijf andere gewezen KBL-werknemers en de KBL zelf gebeurde, is een ander verhaal. Dat loopt sinds begin 1994 parallel aan het gerechtelijk onderzoek in Brussel naar fiscale fraudemechanismen die de Kredietbank Luxembourg en de Kredietbank/Crédit Général in België samen voor hun klanten zouden hebben opgezet. In dat verband werden door gewezen KBL-werknemers documenten gestolen en die gebruikt de Brusselse onderzoeksrechter Jean-Claude Leys sinds mei 1996 als bewijsmateriaal. Ze kwamen via een juridisch betwistbare weg in handen van het gerecht en betreffen een goeie 200 klanten van de KBL. Andere documenten (hoogstwaarschijnlijk een klantenbestand van de KBL begin 1994 op microfiche gezet), komen rechtstreeks of onrechtstreeks van Costa en worden sinds juli 1999 door het Belgisch gerecht en de fiscus gebruikt tegen zo’n 9000 belastingplichtigen.

Men gaat ervan uit dat al wie op deze niet meteen met de KBL in verband te brengen dagafschriften klant was bij de KBL, zijn roerende inkomsten daar voor de Belgische fiscus verzweeg, fraude pleegde en beboet moet worden.

KLOPJACHT

Sinds september is de Belgische fiscus op klopjacht. Hij interpelleert zoveel mogelijk mensen die op de microfiches voorkomen. Zelfs homoniemen. De ironie van het lot wil dat de fiscus ook gewezen KBL-collega’s en de moeder van Costa nu in België op het matje roept. Sindsdien zint Costa op vendetta. Vandaar zijn brief aan minister van Financiën Didier Reynders in De Morgen van 8 november. Daarin fulmineert Costa tegen het Brusselse gerecht, de belastingdiensten – ” encore plus dangereuses que le système fasciste” -, de PRL en Reynders zelf omdat hij, in tegenstelling tot zijn voorgangers, die microfiches nu wel laat gebruiken.

Niet toevallig werd deze brief in De Morgen gepubliceerd. Sinds zijn verhalen en zijn boek over de KBL-affaire staat hoofdredacteur Ludwig Verduyn in contact met Nino Costa. Niettegenstaande Costa hem sinds september 1997 beschuldigt van al wat professioneel verwerpelijk is. Vorige week is Costa’s wraak gekoeld.

Alles wees er meteen op dat de zogeheten bankafschriften – met 191 miljoen op naam van Didier Reynders – die de De Morgen op 12 november publiceerde, vervalsingen zijn. Dat zeiden niet alleen de geviseerde minister van Financiën en het gerecht. Dat zag al wie – zoals Verduyn – ooit de dagafschriften onder ogen kreeg die sinds 1996 door het Brussels gerecht als bewijs worden gehanteerd. Bovendien wisten enkele journalisten sinds kort dat Costa’s Siciliaanse bloed kookte en dat er nieuwe maar zeker valse KBL-dagafschriften in de maak waren.

De Morgen was vorige week anders wel zeer zelfverzekerd. Ludwig Verduyn eiste zelfs het ontslag van minister Reynders: “Ja. Net zoals ik de gepaste conclusies zal trekken als het document vals zou blijken te zijn.” Sinds vorige maandag geeft Verduyn wel toe dat hij door Costa gerold is, maar hij probeert dat voor te stellen als een complot van de KBL: goed voor een nieuw amalgaam.

Intussen is nog eens bewezen hoe dubieus bewijzen kunnen zijn. Wie echter twijfelt aan de oorsprong ervan, kreeg van meet af een deel van het gerecht, enkele gerechtsverslaggevers en in de coulissen zelfs toenmalig kamerlid Reynders tegen zich.

Op basis van het soort KBL-documenten, waarvan De Morgen een manifeste vervalsing publiceerde, werd intussen reeds meer dan 1,4 miljard frank achterstallige belastingen en boetes geïnd. En zijn, op basis van even dubieuze microficheafdrukken uit 1994, andere belastingplichtigen op hun beurt bereid zonder meer te betalen. Sommige advocaten zetten de naar hen doorgestuurde klanten van de KBL aan om het met de fiscus op een akkoordje te gooien. Maar kunnen die later nog de wettelijkheid van de bewijzen aanvechten, waarmee gerecht en fiscus hen nu strikken? En wat gebeurt er indien de Kamer van Inbeschuldigingstelling of het Hof van Cassatie die bewijslast ooit nietig verklaart? Zullen zij die nu, net voor de verjaring, een dading met de fiscus afsluiten – en schuld bekennen – zich dan nog tegen de KBL kunnen keren om schadeloosstelling te krijgen wegens nalatigheid bij het garanderen van het zo geprezen Luxemburgse bankgeheim?

Frank De Moor

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content