Negen maanden heeft Omran Shaaban van het vrije Libië kunnen genieten. De jongeman die vorig jaar de Libische dictator Muammar Khaddafi als eerste te pakken kreeg, heeft zijn historische daad afgelopen week met zijn leven bekocht.

We schrijven 20 oktober 2011, Sirte in Libië. Na acht maanden strijd hebben de rebellen de troepen van Khaddafi helemaal teruggedrongen en trekken ze de geboorteplaats van de gehate kolonel binnen. De eerste die de gewonde en ontredderde Khaddafi uit zijn schuilplaats – een afvoerpijp langs de weg – sleurt, is de 21-jarige Omran Shaaban. De jongeman wordt held en gezicht van de Libische revolutie. De rebellen lanceren online verschillende video’s waarin Shaaban het relaas van die historische dag doet, terwijl de adrenaline door zijn lijf giert. Hij toont de revolvers en de gsm van Khaddafi, waarmee hij later ook zal poseren voor de internationale pers. Met de onduidelijke dood van de dictator, later op de dag, had hij naar eigen zeggen niets te maken.

De eerste verjaardag van zijn historische daad heeft Omran Shaaban evenwel niet gehaald. De laatste getrouwen van Khaddafi, die zich nog steeds verschansen in de oase Bani Walid, kenden hem intussen ook en wisten hun baas te wreken. Toen Shaaban op 12 juli terugkeerde van het westen van Libië naar zijn huis in Misurata, werd hij in El-Shimekh onder vuur genomen, in de benen geschoten en met drie vrienden ontvoerd naar Bani Walid. Shaaban werd pas vijftig dagen later weer vrijgelaten, na bemiddeling van interim-president Mohamed al-Magarief, maar intussen meer dood dan levend: buiten bewustzijn, verlamd vanaf zijn middel en met onmiskenbare sporen van zware martelpraktijken. Shaaban werd nog overgevlogen naar Frankrijk voor medische verzorging, maar daar overleed hij afgelopen week aan zijn verwondingen.

Het Libische volk is zijn jonge held echter niet vergeten. Tienduizenden stonden het lichaam op te wachten bij de terugkeer in Shaabans geboortestad Misurata, en de begrafenis vond plaats in een afgeladen vol voetbalstadion. Ook voor het Nationaal Congres in de hoofdstad Tripoli doken duizenden Libiërs op die schreeuwden dat de overheid de dood van Shaaban moet wreken. Magarief gaf intussen de toestemming aan leger en politie om indien nodig geweld te gebruiken om de daders te vatten. Eenvoudig wordt dat niet, in de nog steeds zwaarbewapende enclave Bani Walid. De rouwende broers Shaaban verklaarden in diverse media dat ‘als de regering er niet in slaagt, de familie zelf voor gerechtigheid zal zorgen’. De dood van Omran Shaaban maakte in ieder geval nog eens duidelijk hoe moeilijk het nieuwe regime het heeft om de stabiliteit in Libië te herstellen.

Het miljoen Libische dinar die op het hoofd van Khaddafi stond, heeft Omran Shaaban overigens nooit gekregen. Hoefde ook niet, zegt zijn familie. Omran vocht voor volk en vrijheid, niet voor het geld.

Thomas Verbeke

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content