Bosnië na het Dayton-akkoord : er is veel veranderd, maar weinig of niets vergeten.

EEN BERICHT UIT SARAJEVO

DIJANA EN ALICE zijn op weg van Kiseljak naar Ilidza. Ze zijn gezworen vriendinnen, gaan door dik en dun voor elkaar. Alice wil in Ilidza een abortuskliniek bezoeken, omdat een ingreep daar maar vijftig mark kost en in Kiseljak vierhonderd. En ook, in het dorp wordt geroddeld over dat soort dingen. Overigens rijden in Ilidza wel meer auto’s met een nummerplaat uit Kiseljak rond. En uit Sarajevo, waarvan Ilidza een Servische voorstad is.

Op alle straathoeken staan Franse troepentransporters van de Ifor, de Navo-implementatiemacht die de strijdende partijen moet dwingen om de Dayton-overeenkomst, die de betrokken leiders half december in Parijs ondertekenden, na te leven. Servische politiemannen houden niemand meer aan en via de Stup-brug, ooit de frontlijn waar snipers schoten op alles wat bewoog, rijd je nu de Bosnische hoofdstad binnen. Ongemoeid. Nergens hoef je nog papieren of perspasjes te tonen, de freedom of movement, zoals de Navo het noemt, is een feit. Voor de Ifor en de internationale organizaties, althans. Voor de lokale bevolking blijft het een risico om het gebied van de vijand te doorkruisen. Het wantrouwen is nog te groot.

Admiraal Leighton Smith, de Ifor-bevelhebber, heeft het dan ook over het winnen van vertrouwen, en samen met Carl Bildt, de man die voor de Europese Unie de burgerlijke kant van het nieuwe Bosnië behartigt, verschijnt hij geregeld op zowel de Servische als de Bosnische en Kroatische televisie. Maar precies aan vertrouwen mangelt het vaak, vooral in die regio’s die volgens het Dayton-akkoord aan de andere partij overgedragen moeten worden. Zoals in de Servische wijken van Sarajevo, die op negen maart weer onder kontrole van de Bosnische regering moeten komen. Daar laadt iedereen zijn bezittingen in dozen en vrachtwagens en vertrekt naar gebieden, waar geen Moslims meer leven en waarschijnlijk ook nooit meer zullen terugkeren. Momcilo Krajisnik, de interim-leider van de Bosnische Serviërs die Radovan Karadzic vervangt, nu die door het oorlogstribunaal van den Haag in beschuldiging is gesteld en dus geen openbare funkties meer kan uitoefenen, heeft gedreigd met een massale exodus als de Serviërs rond Sarajevo geen vorm van autonomie krijgen.

Maar die krijgen ze niet, het Dayton-akkoord is ondertekend en daar kan niks aan veranderd worden. In Sarajevo zijn ze er niet rouwig om dat de Serviërs wegtrekken. ?Hoe verder hoe liever,” zegt Adila Sulejmanovic, ?want je weet nooit wat ze van plan zijn, met hen samenleven gaat niet meer.” Ze vertrouwt het zaakje niet echt, en zolang er Serviërs in Ilidza zijn, zal zij er geen voet zetten.

POLITIEMACHT.

Admiraal Smith noemt het ?pure angst”, en hij is er niet zeker van dat hij dat gevoel ooit zal kunnen wegnemen, zeker omdat hij moet ?opboksen tegen propaganda, tegen halve waarheden en halve leugens.” Hij wil de mensen niet dwingen te vertrekken noch tegenhouden, maar hij wil een omgeving scheppen waarin de mensen kunnen kiezen. Smith is niet verbaasd dat de meesten wegtrekken.

Een van de manieren waarmee Bildt en Smith hopen het vertrouwen van de bevolking in de transitionele gebieden te winnen, is de internationale politiemacht. Vijftienhonderd politiemensen uit de hele wereld moeten de lokale autoriteiten bijstaan en kontroleren. Maar, ten eerste, zijn die politiemannen er nog niet. En voorts kon in Mostar, waar Moslims en Kroaten tegenover elkaar staan, zo’n internationale politiemacht van de Westeuropese Unie (WEU) niet vermijden dat lokale politiemannen elkaar beschoten. In Mostar wordt ook duidelijk dat de federatie tussen de Bosnische Kroaten en de regering in Sarajevo spaak loopt. De Moslims kunnen niet terugkeren naar hun dorpen waar het HVO, de leger van de Bosnische Kroaten, de plak zwaait, en de Kroaten zijn de enigen die zich niet aan de Dayton-akkoorden houden. De Duitse EU-burgemeester van Mostar, Hans Kosnik, moest al zijn plannen voor de stad tot begin februari uitstellen, omdat eerst een arbitragehof moet worden ingesteld om de toekomstige konflikten op te lossen.

De nieuwe vrede in Bosnië zorgt voor vreemde bondgenootschappen en handelsverdragen. Een delegatie uit Kroatië onderhandelt met de Bosnische Serviërs in Banja Luka. In oktober nog bestookten de Kroaten die stad. Noord-Bosnië, dat aan Kroatië grenst en onder kontrole van de Bosnische Serviërs staat, heeft zo’n samenwerking echter broodnodig om te kunnen overleven. En voor Banja Luka zou het kunnen betekenen dat het de hoofdstad wordt van de Servische Republiek in Bosnië, een positie waar de stad al lang op hoopt, al blijft de zelfuitgeroepen regering voorlopig liever zitten in haar bolwerk Pale, dicht bij Sarajevo.

Het Dayton-akkoord bracht voor de mensen in Bosnië vrede, de beschietingen van dorpen en steden zijn gestopt, de wegen zijn heropend en de vluchtelingen kunnen naar huis terugkeren. Maar in de praktijk lijkt het allemaal niet zo uit te pakken. Het vertrouwen van de bevolking is te veel geschonden om zich zomaar opnieuw met de vijand te vermengen ; om terug te keren naar al die plaatsen waar mensenrechten werden geschonden en massagraven worden ontdekt.

De Ifor trekt over een jaar weg uit Bosnië. Wat ze dan zeker zal achterlaten, zijn de mensen van Bosnië en hun wantrouwen voor elkaar.

Stefan Verheyden

Een Moslim-familie maakt zich klaar om te verhuizen uit Ilidza, dat straks onder Servische kontrole komt.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content