Vervreemding is iets vreemds. Van Dale spreekt van vervreemding als ‘het vervreemden, vervreemd worden of zijn van mens en maatschappij’ en van ‘het houden van afstand tussen publiek en toneelgebeuren om identificatie met acteurs tegen te gaan’. Om te achterhalen hoe iemand kan vervreemden van mens en maatschappij, volstaat een woordenboek natuurlijk niet. Daarvoor zijn andere boeken nodig.

Een denker als Karl Marx koppelde de vervreemding van de mens (arbeider) aan het productieproces en de productiemiddelen. De mens vervreemdt van zichzelf en van zijn omgeving doordat hij de productiemiddelen niet bezit, het arbeidsproces niet zelf kan bepalen en zo zijn vrijheid verliest. Herbert Marcuse sprak van de ‘eendimensionale mens’. Een vervreemde mens zonder diepgang die zich niet bewust was van mogelijke alternatieven voor de moderne industriële samenleving. Een samenleving die de mens uitholt, slaaf maakt van de techniek en economie, in ruil voor welvaart. De eendimensionale mens wordt gemanipuleerd en leeft in de waan dat hij volledig tot zijn recht kan komen. Hij geniet van een schijnbare vrijheid: de mens is vrij en zijn uitspattingen worden getolereerd zolang de machtsstructuren ongewijzigd blijven. Anders wordt er heel repressief opgetreden. Habermas sprak op zijn beurt van de ‘gekoloniseerde mens’ en Baudrillard van de mens die in een door de media en reclame opgedrongen schijnwerkelijkheid leeft.

Bij al deze denkers houdt vervreemding in dat er ooit een hechte relatie bestond ten opzichte van iets of iemand, en dat die relatie verstoord raakt, er een zekere afstand ontstaat. Het vertrouwde gevoel, het gevoel thuis te zijn, verdwijnt. Maar vervreemding impliceert nog meer. Het houdt in dat de mens zichzelf verliest aan wat hij ooit zelf gemaakt heeft, verdwaalt in eigen creaties. Zichzelf onderwerpt in plaats van zichzelf ontwerpt en ontplooit. Het land dat hij zelf mee vorm heeft gegeven, herkent hij niet meer. De samenleving die hij mee heeft opgebouwd, is veranderd. Hij wordt als het ware een vreemde in eigen huis. En wie krijgt hiervan de schuld? De vreemdeling.

De vreemdeling krijgt de schuld van de vervreemding. Diepgaande maatschappelijke problemen – justitie- en politiediensten die vierkant draaien, criminaliteit, geweld, onmacht, complexe organisaties en besturen die het individu reduceren tot een radertje in een groot systeem zonder inspraak of persoonlijke keuze – worden gecamoufleerd door beschuldigend naar de vreemdeling te wijzen. Voor zover de vreemdeling nog een echte vreemde is, natuurlijk. Want ook dat is geen zekerheid.

Het succes van de anti-politiek heeft minder met de vreemdeling te maken en meer met de eigen vervreemding. Eens voorbij de voortuin ligt de bekende veilige wereld achter ons en begint de klaagzang. Een gejammer over grote en kleine dingen: de stoep, de spelende kinderen, de banken, de werklozen. Vaak terecht, maar dikwijls ook onterecht.

Maar de vervreemding van de politiek is pas echt bevreemdend. Zij toets- ten hun beleidsdaden te veel aan de ‘Blok-barometer’. In te veel gevallen werd er bij een beslissing rekening gehouden met een mogelijke reactie van het Vlaams Blok: gaan ze omhoog of omlaag? Bleek de barometer tot en met 13 juni te blijven stijgen. De barometer heeft in zekere zin het weer bepaald en een luchtdruk aangewezen die verstikkend blijft. Vandaar deze oproep aan de politici: staar u niet blind op het Vlaams Blok. De storm zal heus niet voorbijrazen door op de barometer te tikken.

De auteur is filosoof en lector aan de EHSAL-campus sociale hogeschool en schreef ‘De smaak van ongelijkheid’.

Tarik Fraihi

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content