Wat is dat toch met keizer Wilhelm II? België kent hem niet en Nederland loopt behoedzaam om zijn erfenis heen. Alleen kinderen zingen nog een liedje over de man die 30 jaar lang keizer van Duitsland en koning van Pruisen was.

Negentig jaar geleden ontbrandde de Eerste Wereldoorlog. Tot volgende week neemt Knack u mee naar plaatsen waar tussen 1914 en 1918 geschiedenis werd geschreven. Deze week volgen we de Duitse keizer WILHELM II , na zijn aftreden in Spa tot zijn overlijden in ballingschap in Nederland.

Met dank aan de bewoners van Ceran, Foyer de Charité (Neubois), La Fraineuse, aan conservator Dick Verroen en mevrouw W. Van Arkel, Huis Doorn.

Wereldoorlog I

Hoog boven Spa ligt het chique kuuroord, het teken dat de modieuze wellness-golf de stad heeft bereikt. Spa zelf is rommelig, al kunnen de vuile gevels de vroegere glorie niet helemaal verbergen. Dit was vanaf de 17e eeuw hét kuuroord voor de hoge adel. Het was zo beroemd dat een thermaal kuuroord wereldwijd ‘een spa’ wordt genoemd. Toen de Eerste Wereldoorlog het einde betekende van tientallen koningen en prinsen, verloor Spa zijn adellijke clientèle. De grote herenhuizen vervielen of werden opgedeeld in flats, de luxehotels gingen fungeren als openbare gebouwen. Vandaag zingen de kinderen nog het liedje over ‘Guillaume le méchant homme/qui à tué 3 millions d’hommes/Sa femme l’impératrice/la reine des saucisses’. Maar wie Wilhelm en zijn vrouw zijn, dat weten ze niet meer.

Dat de Duitse keizer Wilhelm II in Spa zijn troon verloor, lijken trouwens maar weinig mensen te weten. De toeristische dienst kan ons niet helpen. De eigenaar van de boekhandel wel, net als de huidige bewoners van de vroegere keizerlijke villa’s: La Fraineuse, nu een sportcentrum; Neubois, een bezinningscentrum; en Ceran, de beroemde talenschool waar ook de leden van onze koninklijke familie Nederlands leren.

Spa, maart 1918 – november 1918

Het jaar 1918 begon goed voor Wilhelm II, keizer van Duitsland, koning van Pruisen. De teelbalontsteking waar hij al jarenlang mee sukkelde, was eindelijk genezen en dus kon hij weer paardrijden. Niet dat hij graag te paard zat, maar het was goed voor de propagandafoto’s, die hij graag aan onderdanen uitdeelde.

Zijn generaals hadden hem bovendien beloofd dat na meer dan drie jaar oorlog de overwinning voor het grijpen zou liggen. Rusland had op 3 maart de Vrede van Brest-Litowsk getekend en daardoor kwamen ervaren divisies vrij, die aan het Westelijk Front de doorslag konden geven.

Omdat de keizer niet van slecht nieuws hield, kreeg hij de echte plannen niet te horen. De Duitse opperbevelhebbers wisten maar al te goed dat ze de oorlog niet konden winnen. Maar als ze één grote veldslag wonnen, konden ze met de geallieerden over een eervolle vrede onderhandelen. De vredesbepalingen hadden ze al helemaal in hun hoofd: gewoon de klok terugdraaien naar 1914.

Op papier zagen de plannen er goed uit. Wapentuig was er genoeg, de fabrieken draaiden op volle toeren. Alleen: het zou drie maanden duren voor de troepen vanuit Rusland aan het Westelijk Front konden worden ingezet. En er was een voedseltekort, al sinds 1915 kende Duitsland regelmatig hongeropstanden.

Maar voor de laatste slag richtte Duitsland zich nog één keer op.

Begin maart kwam de keizer naar Spa, officieel leidde hij immers de Kaiserschlacht, een goed gevonden propagandastunt. Wilhelm en zijn hofhouding namen drie van de vijf villa’s in, die de rijke wolhandelaar Edouard Peltzer voor zichzelf en zijn kinderen in de heuvels rond de stad had gebouwd. De keizer zelf woonde in Neubois, waar hij een eigen bunker had, zijn hofhouding in de nabijgelegen villa. Het statige La Fraineuse diende voor de vergaderingen, al was het echte legerhoofdkwartier gevestigd in Hotel Britannique, in de smalle Rue de la Sauvenière.

Uit het verslag van de gemeente blijkt dat het verblijf van de keizer geen pretje was voor de buurtbewoners. Die kregen regelmatig huisarrest en huiszoekingen te verduren. Want een aanslag op de keizer of op de generaals was altijd mogelijk.

De Kaiserschlacht begon op 21 maart 1918 in Saint-Quentin en Arras. De geallieerden weken terug onder de Duitse mokerslagen en de keizer liet bij elk goed nieuws champagne aanrukken. Heel die lente en zomer pendelde hij met zijn blauw-witte keizerlijke trein van Spa naar Berlijn, van Berlijn naar Potsdam, waar zijn vrouw het bed hield. Reizen deed hij graag. De grap dat de letters I-R (Imperator-Rex) stonden voor Immer Reisebereit, deed al jaren de ronde.

In de zomer keerde het tij en op 27 september werd de onneembaar geachte Hindenburglinie doorbroken. Het Duitse opperbevel besefte dat het tijd werd om de keizer duidelijk te maken dat de oorlog verloren was. Daartoe moest een schuldige gevonden worden. Niet de keizer natuurlijk, en niet het leger, waarvan hij de opperbevelhebber was. Maar wie dan wel? Al dat gespuis dat in Duitsland al lang aandrong op een democratie, waarin de regering aan het parlement en niet aan de keizer verantwoording was verschuldigd. Een regering door en voor het volk zou de wapenstilstand aanvragen, niet de militairen. De dolkstoottheorie waar de nazi’s zo van zouden profiteren, was geboren. Het leger was niet verslagen, de politici hadden het land verraden.

Ook het volk wilde geen oorlog meer. De mensen in Duitsland leden honger; de soldaten die op verlof waren, vertelden vreselijke verhalen en deserteerden bij bosjes. De keizer vertrok in oktober voorgoed naar Spa, officieel om bij zijn leger te zijn, maar eigenlijk omdat hij bang was voor de broeiende opstand. Trouwens: hij voelde zich veel beter bij zijn vleierige geüniformeerde omgeving. Maar ook die kon het slechte nieuws niet meer verzwijgen. Bulgarije legde de wapens neer, Turkije vroeg een wapenstilstand, Oostenrijk stuurde zijn keizer weg.

Ook de Duitse regering wilde dat Wilhelm II troonsafstand deed. Want dat had de Amerikaanse president Woodrow Wilson wel heel duidelijk gemaakt: de vrede hing samen met het wegsturen van de keizer en met hem de hele familie Hohenzollern. Daarmee mocht kroonprins Wilhelm, die de ‘Slager van Verdun’ werd genoemd, ook zijn ambities opbergen.

Het was geen benijdenswaardige taak om de keizer mee te delen dat hij moest opstappen. Wilhelm verklaarde prompt dat hij niet zou aftreden om ‘een paar honderd joden en een paar duizend arbeiders’ te plezieren. Integendeel, hij zou aan het hoofd van zijn leger naar Duitsland marcheren en de macht weer overnemen. De legerleiding zag daar geen heil in en stelde de keizer voor zijn eer te redden en aan het front te sneuvelen.

Wilhelm weigerde zo’n zelfmoordplan en liet zich snel overhalen om veilig in Spa te blijven. Daarbij speelde de moord op zijn neef, de tsaar, zeker mee, nu uit Duitsland ‘Russische’ berichten kwamen: de vloot kwam in opstand, de Duitse koningen, prinsen en hertogen werden verjaagd, de grote steden verzetten zich en zelfs vlakbij, in Verviers, gromde het oproer.

Volgens de keizer restte er maar één mogelijkheid: de vlucht naar Nederland waar zijn nicht koningin Wilhelmina hem vast en zeker wilde opnemen. Wellicht kwam de Nederlandse generaal Johannes Benedictus Van Heutsz dat meedelen toen hij op 8 november in Spa arriveerde. De Duitse delegatie was toen al op weg om over de wapenstilstand te onderhandelen.

In vijf auto’s reed de Duitse delegatie onder leiding van de gevolmachtigde Matthias Erzberger over kapotgeschoten wegen door de vijandelijke linies. De auto’s droegen een witte vlag, in de eerste zat een trompetter die telkens weer op zijn bugel blies. Op Frans grondgebied ging het met de trein verder naar Compiègne, waar ze de Britse admiraal Sir Rosslyn Wemyss en de Franse maarschalk Ferdinand Foch ontmoetten. Foch beval zijn tolk ‘de heren te vragen wat ze willen’.

Een overbodige vraag, want Foch wist wat híj wilde: de erkenning van de totale nederlaag, de totale ontwapening van het Duitse leger en de ontruiming van alle veroverde gebieden. Duitsland moest ook alle kosten van de oorlog betalen. De Duitse delegatie kreeg 72 uur om Berlijn te raadplegen, Foch verwachtte een antwoord tegen 11 november om 11 uur.

De regering in Berlijn wist niet wat er in Compiègne gebeurde, maar besefte wel dat de toestand in Duitsland onhoudbaar was. Ze verklaarde officieel dat de keizer en de kroonprins afgetreden waren. Het Duitse persagentschap Wolff stuurde het bericht de wereld rond. In het lazaret van Pasewalk barstte korporaal Adolf Hitler in tranen uit. In Spa kreeg de keizer een woedeaanval en wist de kroonprins meteen dat ‘die verdomde democraten’ aan alles schuld hadden. Hij verdween naar zijn hoofdkwartier, de keizer bleef achter. Op zaterdag 9 november tekende hij om twee uur in de namiddag in La Fraineuse een papier, waarmee hij het bericht uit Berlijn bevestigde.

De dag erna, in alle vroegte, vertrok zijn trein uit Spa. De ‘Immer reisebereite’ keizer maakte zijn laatste tocht: Spa-Luik-Maastricht. Aan de grensovergang in Eijsden werd hij tegengehouden. Nederland was neutraal en de stationschef nam dat maar al te letterlijk, géén Duitsers in zijn land.

Het duurde uren voor er een oplossing was gevonden. Graaf Godard Van Aldenburg-Bentinck wilde wel ingaan op het verzoek van de koningin, en haar Duitse neef onderdak bieden. De keizer sliep in zijn trein.

In een andere trein, dicht bij Compiègne, probeerde de Duitse delegatie te redden wat er nog te redden viel. Berlijn was per telefoon niet te bereiken, de telefonisten waren in staking. Een radioboodschap kon onderschept worden en veroorzaakte chaos onder de Duitse frontsoldaten. Een koerier werd door de Duitse soldaten beschoten. Ten einde raad werd een Frans vliegtuig geleend, dat met twee lange, witte wimpels aan de vleugeltoppen de Duitse linies ongehinderd bereikte. Maar Berlijn antwoordde niet. Soldaten en arbeidersraden waren de macht aan het overnemen, ondertussen werd de republiek uitgeroepen. Zonder overleg met Berlijn tekende Erzberger, in tranen. Twee jaar later werd hij vermoord door twee fanatici, die hem ‘zijn verraad aan de Duitse zaak’ betaald zetten. De moordenaars werden pas in 1957 veroordeeld.

Terwijl na 1564 dagen over alle slagvelden een vreemde stilte viel en de wereld vierde dat de oorlog voorbij was, arriveerde de Duitse ex-keizer in Maarn, waar een nerveuze Bentinck hem opwachtte. In naam van de Johannieterorde, waarvan ze allebei lid waren, voelde hij zich verplicht gastvrijheid te verlenen aan de ex-keizer en de ex-keizerin, die enkele dagen later arriveerde.

Amerongen 11 november 1918 – 15 mei 1920

In het kasteel van graaf Bentinck tekende Wilhelm II op 28 november zijn definitieve troonsafstand en gaf de Nederlandse regering zo meteen de gedroomde reden om alle uitleveringsverzoeken te weigeren.

Voor de familie Bentinck moet het een moeilijke tijd zijn geweest, want de keizer was geen gemakkelijke gast. Zijn moeder had ooit bezorgd over hem geschreven: ‘Hij is dom, hooghartig en zelfingenomen. Hij verdraagt geen kritiek en omdat hij altijd omringd is door vleiers, vindt hij zichzelf een genie. Hij is zelfzuchtig, lomp en heeft geen enkele interessante vriend.’

Ook voor de ex-keizer was het geen prettige tijd. De man die zo graag op reis ging, durfde het landgoed niet te verlaten uit angst voor aanslagen, maar ook uit angst voor een arres-tatie. De geallieerden hadden immers zijn uitlevering als oorlogsmisdadiger geëist. De Nederlandse koningin was, na overleg met de overblijvende Europese koningen, niet van plan daarop in te gaan, maar ze had wel moeten toelaten dat kroonprins Wilhelm op het eiland Wieringen opgesloten werd. Hij werd daar niet al te stevig bewaakt, hij mocht zijn vader regelmatig bezoeken en in 1923 vertrok hij definitief naar Duitsland.

Het enige wat de keizer een beetje afleiding bezorgde, was houthakken. Hij wilde zichzelf nuttig maken, meldde hij. Maar wat graaf Bentinck dacht van de man die in één jaar 13.000 bomen uit zijn park weghaalde, is niet overgeleverd.

En dan was er de zoektocht naar een eigen huis. Hoewel hij een veel groter kasteel wilde, had de keizer uiteindelijk vrede met het landhuis van Wilhelmina Cornelia de Beaufort, de grootmoeder van Edda van Heersma, veel bekender als Audrey Hepburn. Op 12 augustus 1919 ging hij Huis Doorn bekijken, het eerste uitstapje sinds het einde van de oorlog.

Doorn, 15 mei 1920 – 1 maart 1941

‘Van vele zijden mocht het keizerlijke echtpaar hartelijke welkomstgroeten in ontvangst nemen’, schreef de lokale krant. Tenslotte komt er niet elke dag een keizer in je dorp wonen en Nederland had niets geleden in de Eerste Wereldoorlog. Bovendien betaalde Wilhelm de vijftig mannen en vrouwen van het personeel hogere lonen dan de Nederlandse werkgevers uit de buurt.

In het kleine dorp moet het trouwens een hele gebeurtenis zijn geweest. Uit Duitsland waren 57 wagons gearriveerd. Ze brachten meubels, tapijten en serviezen uit de keizerlijke paleizen in Potsdam en Berlijn. Maar ook kleren, foto’s, boeken, vazen en alles wat nodig was om een keizerlijk tehuis in te richten.

Een deel van de bagage was zuiver politiek: alles wat herinnerde aan familiebanden met het Britse en Nederlandse vorstenhuis, kreeg een prominente plaats. Tenslotte zorgden zij ervoor dat hij zich niet moest houden aan de regels die de geallieerden oplegden: het domein niet verlaten en geen politieke activiteiten uitoefenen. Wilhelm zelf beschouwde zich niet als een ‘ambteloos privaat persoon’, zoals de Nederlandse regering aan de geallieerden had laten weten, maar als de rechtmatige keizer van Duitsland en zo gedroeg hij zich ook.

Het leven in Huis Doorn verliep met Pruisische regelmaat. Ook de dood van zijn vrouw, Auguste Viktoria, en zijn huwelijk met Hermine von Reusz veranderden daar niets aan.

Elke avond verzamelde Wilhelm een aantal mensen om zich heen. Gezeten op kussens, zodat hij boven iedereen uittorende, hield hij urenlange monologen over de toestand in de wereld en legde hij uit waarom Duitsland geen schuld had aan de Eerste Wereldoorlog. Die monologen bereidde hij ’s namiddags voor. Dan schreef hij ook brieven aan bewonderaars uit de hele wereld. Of aan de mensen die hij bewonderde, zoals Fritz Haber, de uitvinder van het gifgas. De keizer zag wel iets in gifgas als wapen tegen ongewenste elementen als ‘joden en journalisten’.

En verder werkte hij in het park. Die hobby bezorgde de tuinlui heel wat kopzorgen omdat ze altijd werkjes moesten verzinnen waaraan de keizer kon deelnemen. En dat was niet gemakkelijk, want hij had sinds zijn geboorte een verlamde linkerarm. Zijn beroemde houthakkersactiviteiten verrichte hij dan ook niet zelf. Hij keek toe en hield de boom vast als die in stukken werd gezaagd. Elke tweeduizendste stam werd namelijk in schijven gezaagd, elke schijf werd door de keizer zelf van een handtekening voorzien en weggeschonken aan zijn bezoekers.

En die waren talrijk. Toen de nazi’s steeds meer macht kregen, kwamen ook zij op bezoek. Van hen verwachtte de keizer veel, maar Hitler was niet van plan het keizerrijk te herstellen. En daarom paste hij in bezet Nederland de door de geallieerden opgelegde regels toe. SS-bewakers grendelden het landgoed af.

Op 4 juni 1941 overleed de Duitse keizer, 82 jaar oud, verbitterd omdat in Duitsland ‘zwijnen aan de macht waren’. Zijn weduwe en kinderen waren trouwe nazi’s.

Doorn, 2004

In Huis Doorn lijkt de tijd te hebben stilgestaan. Alles is er bewaard, zoals de keizer het achterliet. Omdat niemand goed wist wat er met huis en inboedel moest gebeuren, werd het huis al in 1942 uitgeroepen tot ‘Hohenzollernmuseum’. In 1945 annexeerde Nederland het domein als vijandig bezit en in 1956 werd het definitief een museum. Nog steeds onderhouden 160 vrijwilligers het domein en het huis, gestold in de tijd dat Duitsland nog een keizer had.

En sommigen willen dat die tijd terugkomt. Elk jaar op de sterfdag van de keizer komen Duitse monarchisten bloemen neerleggen bij het mausoleum, waar de keizer rust tot Duitsland weer een monarchie is. Sommige verenigingen die hier ‘hun keizer’ gedenken, hebben een donkerbruine rand. De vrijwilligers van Huis Doorn laten zich die dag niet zien. Zij kennen de geschiedenis wel.

Door Misjoe Verleyen

Het leger was niet verslagen, de politici hadden het land verraden. Het was allemaal de schuld van ‘die verdomde democraten’.

De keizer zag wel iets in gifgas als wapen tegen ongewenste elementen als ‘joden en journalisten’.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content