In het Zuid-Franse Saint-Paul-de-Vence wordt de sociale, demografische, economische en technologische toekomst van de wereld in kaart gebracht. Welkom in het tijdperk van de business nomads, goldies en screenagers.

Illustraties: Kim Duchateau

‘Europa heeft 47 miljoen extra immigranten nodig tegen 2050 om het huidige welvaartspeil te kunnen aanhouden.’ Het is een uitspraak waar je wel even van schrikt en die het migrantenprobleem in een nieuw daglicht stelt. Ze komt uit de mond van de Britse schrijver en academicus Martin Jacques, die sinds jaren de effecten van etnische diversiteit bestudeert en onderzoek voert aan de London School of Economics. ‘Dat cijfer van 47 miljoen is gebaseerd op de slinkende bevolking – vooral de actieve bevolking – in Europa. Als Europa zijn wetgeving in verband met immigratie niet versoepelt, tekent het zijn eigen doodvonnis. De problemen zullen het eerst zichtbaar worden in landen die traditioneel weinig migranten toelaten, zoals Italië.’

Moeten de grenzen open, ondanks de zware tegenstand bij de gewone burger? Jacques: ‘Overheden treden niet in actie, omdat er geen breed maatschappelijk draagvlak is. Integendeel, de publieke opinie lijkt eerder gewonnen voor het idee om immigratie af te stoppen. We zien immigratie als een probleem in plaats van een bonus. Die weerstand is niet nieuw, ze heeft een historische achtergrond. Europa is altijd een continent van emigratie geweest, niet van immigratie.’

De ironie wil dat landen als Ierland en Italië, die vroeger intensief aan export van hun inwoners hebben gedaan, nu resoluut gekant zijn tegen import. Nog zo’n ongerijmdheid: de globalisering, die gepaard gaat met verhoogde migratie en mobiliteit van arbeid, versterkt de etnische spanningen in plaats van ze te verminderen.

Jacques is mede-oprichter van het Global Future Forum, een soort raad der wijzen van academici, business-strategen en andere verlichte geesten van over de hele wereld, die op gestructureerde basis van gedachten wisselen over de toekomst. Het doel is in de eerste plaats een intellectueel laboratorium te vormen voor Unisys, het bedrijf dat de aanzet heeft gegeven tot de oprichting van het Forum en dat als eerste gebruik wil kunnen maken van de bevindingen en onderzoeksresultaten van de toekomstdenkers. Vandaar dat vergaderd wordt in het Zuid-Franse Saint-Paul-de-Vence, waar Unisys een eigen hotel annex businesscenter uitbaat. Het aangename aan het nuttige koppelen? Wel, veel reden tot vreugde brengen de voorspellingen niet. Het Forum hoopt dan ook dat zijn bespiegelingen leiden tot een open discussie en dat futurisme als volwaardig onderzoeksdomein wordt aanvaard. In Texas en in Kopenhagen is futurisme overigens vandaag al een universitaire opleiding.

Ian Vance, voormalig manager bij Nortel Networks en mede-oprichter van het Forum: ‘Een extrapolatie maken van huidige trends, daar is niets aan. Wij stellen theorieën op over wat er gebeurt als bepaalde trends ophouden of veranderen.’ Een analyse van bestaande trends levert opmerkelijke resultaten op. Zo blijkt de vergrijzing van de bevolking niet zozeer het gevolg van de hogere levensverwachting, dan wel van de verminderde vruchtbaarheid. Om een generatie te kunnen ‘vervangen’, is een ‘replacement level’ van 2,1 kinderen per gezin nodig. In de Verenigde Staten worden echter slechts 1,93 kinderen per gezin geboren, in Frankrijk 1,8. Japan en Spanje komen zelfs niet verder dan respectievelijk 1,33 en 1,13 nakomelingen. De toptien van landen met de oudste bevolking wordt aangevoerd door Japan, met een gemiddelde leeftijd van 41,2. Ook Italië, Zwitserland en Duitsland zitten boven de 40, België staat op de achtste plaats met een gemiddelde leeftijd van 39,1 jaar (cijfers uit 2000). Die vergrijzing weegt niet alleen op de gezondheidszorg en de pensioenen, maar tast op termijn de hele economie en vooruitgang aan.

Karlheinz Steinmüller, stichter van het Duitse onderzoekscentrum Z-Punkt en auteur van verschillende boeken over demografische trends: ‘Minder mensen betekent minder consumenten, een lager bnp, een lagere waarde van vastgoed, etcetera. De kans bestaat dat de economie op langere termijn niet zal groeien, maar krimpen.’

ETNISCHE DIVERSITEIT

Samen met Steinmüller, ziet Martin Jacques het sociaal en politiek management van etnische diversiteit als een van de grote uitdagingen voor onze westerse samenleving. ‘Het probleem heeft voor een groot stuk te maken met het feit dat de immigratie zo duidelijk zichtbaar is. De mensen die naar hier komen, hebben een andere huidskleur en een andere cultuur. Dat is intimiderend. Laten we echter niet over het hoofd zien dat sommige landen bijzonder multicultureel en multi-etnisch zijn geworden. Het Verenigd Koninkrijk, bijvoorbeeld. Er is dus hoop. En het is een feit dat Europa meer immigratie toelaat dan ooit tevoren. Zelfs Pim Fortuyn pleitte niet voor repatriëring, wel voor het sluiten van de grenzen. Een belangrijke nuance. Zelfs extreem-rechts geeft blijk van enige tolerantie.’

De kans blijft niettemin klein dat we 47 miljoen mensen met open armen zullen ontvangen, weet ook Jacques. ‘Veel hangt af van de overtuiging van politieke leiders, die de publieke opinie in de ene of de andere richting kunnen sturen. Eén ding is echter duidelijk: de landen die erin slagen om etnische diversiteit als een aanwinst te beschouwen, zullen in de toekomst sterker worden. Landen waar ik voor vrees, zijn Japan en Italië: het geboortepeil is er te laag om genoeg jonge krachten voort te brengen en tegelijk heerst er een sterke weerstand tegen de komst van buitenlanders.’

De leden van het Global Future Forum zijn de eersten om hun voorspellingen te relativeren. Naast pessimisme is er ook optimisme. ‘De doemscenario’s bestaan al zolang als de toekomst wordt bestudeerd’, aldus Karlheinz Steinmüller. ‘In de jaren 1930 verscheen een ophefmakend boek van een Duitse professor die beweerde dat Duitsland aan het einde van de eeuw zou uitsterven als gevolg van een te lage kindergeboorte.’

Technologiegoeroe Ian Vance: ‘Ik snap niet waarom een krimpende bevolking in Europa een probleem moet zijn voor de bestendiging van onze economische welvaart. Als we minder werkkrachten hebben, laten we robots een deel van het werk overnemen.’ En dan kunnen de goldies, zoals de nieuwe generatie koopkrachtige bejaarden wordt genoemd, wat meer van het leven genieten.

Martin Jacques is het er niet mee eens. ‘Een daling van de actieve bevolking creëert opportuniteiten voor bepaalde industrietakken, dat zal ik niet ontkennen, maar de daling is te sterk om te kunnen opvangen via efficiënter gebruik van moderne technologieën.’

Vance nuanceert: ‘Misschien moet ik niet spreken van robots, want dat roept beelden op van Star Wars-achtige mannetjes op wieltjes. Die kunnen in de toekomst misschien wel stofzuigen in huis, maar ze vormen slechts een klein onderdeel van een globale automatisering. Ik hoef niet in een glazen bol te kijken om te voorspellen dat we dankzij automatisering almaar meer vervelende taken kunnen overlaten aan machines. Dat maakt het onmogelijk om op basis van de huidige demografische trends een berekening te maken van het aantal benodigde werkkrachten in de toekomst. Automatisering gaat veel verder dan we vandaag kunnen vermoeden. Zelfs ouderenzorg, wat we beschouwen als een arbeidsintensieve taak, kan worden verlicht door gebruik van technologie.’

Dat meent ook John Petersen, een van de vooraanstaande futuristen in de Verenigde Staten: ‘De veronderstelling dat werk over veertig jaar op dezelfde manier zal zijn verdeeld en georganiseerd als vandaag, is fout. Je kunt de toekomst niet voorspellen op basis van oude informatie.’

140 JAAR OUD WORDEN

Technologische vooruitgang fungeert in een sociale, ethische, politieke en economische context. Een succesvol bedrijf in de toekomst is een bedrijf dat die context goed weet in te schatten. Petersen: ‘Nanotechnologie en biotechnologie openen ongekende mogelijkheden, kunnen problemen oplossen die voorheen onoplosbaar leken. Maar: voorzichtigheid blijft geboden. De technologie is ‘value neutral’: ze kan ten goede en ten kwade worden gebruikt. Net zoals je geld voor goede of kwade doeleinden kunt gebruiken. Hoe hoger de inzet, hoe sterker echter de controverse.’

Wat als we op een bepaald moment moeten beslissen of we al dan niet 140 jaar oud willen worden? Vance: ‘Ja, dat is een van de beangstigende bedenkingen bij technologische ontwikkeling. Want er komt een tijd waarop het antwoord op die vraag inderdaad zal beslissen of je 140 wordt of niet. Maar wat een beslissing! We kunnen ons niet voorstellen wat een gewicht dat op onze schouders legt.’

Het maken van goede keuzes wordt ook op een iets minder existentieel niveau belangrijk. Vance: ‘Op basis van het onderzoek dat vandaag in universiteiten en bedrijfslaboratoria wordt gevoerd, kunnen we vrij accuraat voorspellen welke technologieën over tien jaar beschikbaar zullen zijn. Alleen weten we ook dat die technologieën niet allemaal naast elkaar kunnen bestaan. De consument wil eenvoud en gemak.’ En dus is het zoeken naar de juiste formules. Vandaar het belang van initiatieven als het Global Future Forum, waarbij expertise uit verschillende domeinen aan elkaar getoetst wordt.

Een van de meest evidente vragen die zo’n koppeling oproept: hoe kan technologische vooruitgang compatibel worden met een vergrijzende bevolking die verandering schuwt? Vance: ‘Goede technologie is onzichtbare technologie, die taken uitvoert zonder dat we ons daar bewust van zijn. Of in ieder geval: zonder dat dat enige manuele tussenkomst vereist.’ Een mooi vooruitzicht, maar voorlopig ook niet meer dan dat. Petersen: ‘O, we hebben nog een lange weg te gaan. In het beginstadium, waar we nog steeds inzitten, gaan er dingen mis. We zijn afhankelijk van Microsoft Windows, om maar eens iets te noemen. De falende technologie houdt de vooruitgang echter niet tegen. Net zoals de economische terugslag geen rem op de ontwikkeling heeft gezet.’

WERKSFEER

Minder jonge en meer oudere arbeidskrachten, migratie van talent, een andere werkverdeling: het ziet ernaar uit dat de bedrijfswereld zich flink zal moeten aanpassen om de sociaal-economische trends te volgen. En zal de toenemende etnische spanning een weerslag hebben op de sfeer op het werk? Neen, zo blijkt verrassend genoeg uit een ondervraging van het Future Global Forum. Nog een verrassend resultaat: het loon wordt steeds minder belangrijk in de keuze van werk, de werksfeer en de mogelijkheden tot ontplooiing daarentegen steeds meer. Bedrijven worden netwerken van talent, waarvan de leden voortdurend met elkaar in contact staan zonder dat ze zich in dezelfde ruimte of hetzelfde gebouw bevinden. De moderne ‘business nomad’ is niet gebonden aan één werkplek of zelfs werkgever, maar volgt het spoor dat hem of haar interessant lijkt.

Eén fundamentele verandering in de interne werking van bedrijven zet zich nu al door, zegt Robert Heller, oprichter van het Brits vakblad Management Today. ‘De macht van de CEO en het topmanagement neemt af, ten voordele van het middenmanagement. De recente schandalen rond geknoei met de boekhouding geven die trend een duw, maar zijn zeker niet de enige reden voor verandering. Te veel macht van het topmanagement hypothekeert de efficiënte werking in een bedrijf. Het gebeurt niet zelden dat een team van ingenieurs en/of designers een nieuw product ontwikkelt, laten we zeggen een auto, om aan het einde van de rit te horen van de CEO: prachtig, maar ik wil dat de auto zes centimeter groter is. De grootste ondernemer aller tijden, John D. Rockefeller, schreef zijn succes toe aan zijn gave om vertrouwen te schenken aan mensen die vertrouwen in hem stelden.’

De lagere managementniveaus zijn onmisbaar, aldus Heller. ‘Ze begrijpen de behoefte aan verandering beter dan de topmanagers, die vooral bezig zijn met het managen van andere managers. De verandering zal traag verlopen, want we worden allemaal conservatiever naarmate we ouder worden, maar de beweging is niet meer tegen te houden.’

Zit het topmanagement niet al in een wurggreep van zijn aandeelhouders, die het bedrijf afstraffen op een hoogst brutale manier als het bijvoorbeeld een winst van tien procent boekt in plaats van de verwachte elf procent? Zo ontstaat een zorgwekkende discrepantie tussen de belangen van aandeelhouders, die alleen nog geïnteresseerd lijken in de resultaten van het laatste kwartaal, en de belangen van een bedrijf dat wil handelen op de langere termijn.

Niet waar, vindt Heller: ‘Managers moeten gewoon niet zo zwaar tillen aan die fluctuaties. Als je er veel belang aan toekent, wordt het belangrijk. Terwijl dat niet zo hoeft te zijn. Een gezond bedrijf ziet zijn koers uiteindelijk wel weer stijgen.’

Heeft Heller tips voor managers die tijdens het lezen van dit discours het licht zien? ‘Bepaal geen visie, maar een ambitie. Onderzoek vervolgens hoe je die ambitie kunt waarmaken. Ga dan na hoe je het bestuur van je bedrijf moet aanpassen en zoek de juiste mensen om mee samen te werken. Simpele businessplanning, maar je zou ervan versteld staan hoe slecht bedrijven worden geleid.’

Weet u nog altijd niet of u de toekomst met vertrouwen tegemoet kunt zien? Petersen: ‘Zelfs als futurist kan ik de toekomst niet voorspellen. Ik kan alleen zeggen: de toekomst maken we met zijn allen samen. Als we geloven dat het zal mislopen, zál het mislopen. Als we echter de mogelijkheden benutten die zich aandienen, kan het nog een mooie tijd worden.’

Bart Vandormael

‘Europa is altijd een continent van emigratie geweest, niet van immigratie.’

‘De landen die erin slagen om etnische diversiteit als een aanwinst te beschouwen, zullen in de toekomst sterker worden.’

‘Te veel macht van het topmanagement hypothekeert de efficiënte werking in een bedrijf.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content