Europa bestaat niet, althans niet als men het de Europeaan vraagt. Bij de jongste verkiezingen voor het Europees parlement kwam minder dan de helft van het publiek opdagen, en wie wel moeite deed, misbruikte de gelegenheid om het nationale of regionale beleid te bekritiseren. Europa zelf leek nauwelijks iemand bezig te houden.

Het woord zelf is zijn betekenis aan het verliezen. Het gevaarte waaraan men nu in Brussel timmert en dat ‘Europese Unie’ heet, heeft niets te maken met datgene waar het woord Europa in wezen naar verwijst. Een Europese realiteit bestaat, maar daarvan valt niet veel te bespeuren in de administratieve mastodont die het leven van bijna een half miljard mensen regelt met wetten en verordeningen. Deze constructie mag dan ontstaan zijn uit het noodzakelijke streven om het continent te verlossen van de gesel van de oorlog, zij dreigt nu met haar dode gewicht elke vitaliteit te smoren, die niet economisch is. Of erger, de ziel te doden van het Europa dat nog leeft.

Want Europa – het echte Europa – is een ziel. Of beter gezegd: een bezieling die dit werelddeel al eeuwen beroert. Europa leefde in de dertiende eeuw in de figuur van Thomas van Aquino, die zijn Summa Theologica schreef. In geen enkel ander continent had dit monument van geloof en geleerdheid kunnen ontstaan. Europa bestond toen Dante de hemel en de hel beschreef, toen Spinoza zijn Ethica ontwierp en Newton de bewegingen in het zonnestelsel verklaarde. Omdat Europa Dante is, Spinoza is en Newton is. Europa is Jan van Eyck, die de bruiloft van Arnolfini schildert; Augustinus, die zijn gemoed voor God uitstort; Immanuel Kant, die de grenzen van de rede aftast; Plato, die over de onsterfelijkheid redeneert; Diotima, die Socrates vertelt wat de liefde is; Averroës, die Aristoteles bestudeert; Montesquieu, die de grondslagen van de moderne democratie legt; Einstein, die ruimte en tijd verenigt; Bach, die een universum van harmonie en melodie schept; Schweitzer, die Bach speelt en melaatsen verzorgt; Goethe, die Faust tot leven brengt; Hadewych, die naar God hunkert.

Europa is de Europese geschiedenis, oneindig gevarieerd, mateloos creatief, diep geworteld. Maar de progressieve landen van het huidige Europa hebben in hun vooruitstrevendheid het vak geschiedenis grotendeels uit het onderwijs afgevoerd. De kennis van de oude talen, waarin het grootste deel van de Europese gedachten uitgedrukt werd, is vrijwel verdwenen. Het kan geen toeval zijn dat de Europeaan die geen geschiedenisonderricht meer krijgt, onverschillig blijft voor alles wat onder de naam Europa wordt aangereikt. Hij kent zichzelf niet meer.

De Europese beschaving steunt op twee pijlers: de Griekse rationaliteit en de joods-christelijke religiositeit. Dat een vermelding naar die laatste realiteit, die Europa wezenlijk bepaalt, niet opgenomen mocht worden in de Europese grondwet (vooral op aandringen van Frankrijk en België) bewijst dat de huidige architecten van de Europese Unie niet bezig zijn een Europa op te bouwen, maar integendeel, het bestaan ervan te ontkennen.

Wat dan overblijft, is een geliberaliseerde markt, een administratieve kolos en politieke carrièrejagerij. Hoe kan de burger anders reageren op deze geestelijke leegte dan met onverschilligheid of afwijzing?

België, dat mee verantwoordelijk is voor deze groteske miskenning van de historische realiteit, moet de fout herstellen, en mag het voorstel van Europese grondwet in haar huidige vorm niet ratificeren.

Gerard Bodifée

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content