Hubert van Humbeeck

Syrië trekt weg uit Libanon en daar is ook Washington blij mee.

Zo had de groep van neoconservatieve ministers en adviseurs van de Amerikaanse president George W. Bush het zich voorgesteld. Na de oorlog met Irak en de val van Saddam Hoessein zouden dictators in het Midden-Oosten de ene na de andere aan de kant worden geschoven. Bijna als een omgekeerde dominotheorie. Die maakte in de jaren zestig opgang, toen het toenmalige Witte Huis vreesde dat alle landen in Zuidoost-Azië in navolging van Vietnam in handen van de communisten zouden vallen.

De vreugde in Washington was dan ook bijna tastbaar, toen de Syrische president Bashar Al-Assad aankondigde zijn soldaten uit Libanon terug te trekken. Die troepen speelden een rol in de Libanese burgeroorlog en bepaalden tot voor kort het machtsevenwicht in Beiroet. Bijna tegelijk liet de oude Egyptische president Hosni Mubarak weten dat ook de oppositie later dit jaar een kandidaat voor het presidentschap mag voordragen.

In Libanon bracht de moordaanslag op de populaire, voormalige premier Rafik Hariri twee weken geleden een kettingreactie op gang. Manifestaties keerden zich tegen de Syrische aanwezigheid, brachten de Libanese regering ten val en dwongen Al-Assad in het defensief. De zoon van de legendarische Syrische president Hafez Al-Assad moet rijden en omzien. Hij dreigt voortdurend geïsoleerd te raken en hetzelfde lot als Saddam Hoessein te moeten ondergaan.

Toen de Franse president Jacques Chirac zich na de gebeurtenissen in Libanon samen met George W. Bush voor een terugtrekking van de Syrische troepen uitsprak, wist Al-Assad genoeg. Het Atlantisch bondgenootschap kwam bij het bezoek van Bush aan Europa blijkbaar toch overeen zich niet opnieuw uit elkaar te laten spelen. Chirac steunt Bush in Syrië en Washington wil de Europese diplomatieke aanpak van Iran een kans geven.

Dat wil niet zeggen dat het een kwestie van tijd is vooraleer er in de moslimwereld overal politieke vrijheid bestaat. Afgezien van de verkiezingen is er in Afghanistan bijvoorbeeld weinig veranderd. President Hamid Karzai maakt zijn belofte niet waar dat hij de macht van de krijgsheren zou breken. Een van hen, de omstreden commandant Rashid Dostum, werd vorige week zowaar benoemd tot stafchef van het Afghaanse leger. Democratisering lijkt voor de Amerikanen ook niet zo’n belangrijk punt in landen die hen wel goed gezind zijn, en braaf olie oppompen. De sleutel ligt daarom alsnog in Irak. Als daar blijkt dat de Amerikaanse aanpak meer kan dan een land kapotschieten, gaat het echt de goede kant op.

Hubert van Humbeeck

Toen Frankrijk en de VS de handen in elkaar sloegen, begreep Bashar Al-Assad de boodschap.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content