Na een schijnbaar eindeloze procedureslag werd Belgiës bekendste terrorist op 3 oktober uitgeleverd aan de Verenigde Staten. De diplomatieke druk was groot, en de tijd begon te dringen. En dan heiligt het doel de middelen. In regeringskringen is niet iedereen daar even blij mee.

De landingsbaan van Melsbroek, donderdag 3 oktober. Onder begeleiding van een eskader beveiligingsmensen wordt een man met een lange baard naar buiten geleid. Hij is geblinddoekt, gehandboeid en heeft een koptelefoon op, die hem afsluit voor omgevingsgeluiden. Wanneer hij de landingsbaan betreedt en de koptelefoon af mag, wordt de geblinddoekte man wantrouwig. Hij hoort Engels spreken, wordt gewaar dat er op luttele afstand een vliegtuig met draaiende motoren klaarstaat. Met trillende stem zegt hij dat hij dringend naar het toilet moet. Doe het maar hier op de tarmac, krijgt hij te horen van zijn begeleiders.

De gevaarlijkste man van België, ooit bevriend met de fine fleur van het gild der internationale terroristen, verlaat het land in een FBI-vliegtuig, net niet met een natte broek. Beloftevol profvoetballer, cocaïneverslaafde, religieus fanaticus en aspirant-terrorist: de levenswandel van Tunesiër Nizar Trabelsi (43) lijkt wel bedacht door wijlen Tom Clancy. Door zijn aanzien als voormalige voetbalster schoot hij als een raket omhoog in de hiërarchie van Al-Qaeda. In Afghanistan ontmoette hij meermaals Osama Bin Laden, voor wie hij een schijnbaar grenzeloze adoratie had. Hij kreeg van hem de opdracht en de middelen om een aanslag in Europa uit te voeren. Ook bouwde hij een vertrouwensband op met Ayman al-Zawahiri, die het leiderschap van de terreurorganisatie na het wegvallen van Bin Laden zou overnemen.

Enkele uren na zijn vertrek houdt minister van Justitie Annemie Turtelboom een inderhaast bijeengeroepen persconferentie. In een korte mededeling maakt ze bekend dat Nizar Trabelsi eerder op de dag uitgeleverd is aan de Verenigde Staten, die al sinds november 2007 om zijn uitlevering vragen. De Verenigde Staten garanderen dat Trabelsi voor een rechtbank van algemeen recht zal verschijnen en zeker niet de doodstraf zal krijgen. Ruimte voor vragen zijn er op de persconferentie niet. Ook in de daaropvolgende dagen blijft het ministerie karig met commentaar.

Huwelijk

Een week later, een appartement in de betere buurten van Schaarbeek. We worden ontvangen door Oum Maryam (40), tot voor kort Trabelsi’s aanstaande vrouw. Trabelsi en Maryam sloten in 2010 al een religieus huwelijk, en zouden ook voor de wet trouwen. Dat stond aanvankelijk gepland op 23 september 2013, maar werd gedwarsboomd door Trabelsi’s plotse overplaatsing naar de gevangenis van Brugge. Wanneer Trabelsi op 3 oktober onder konvooi de Brugse gevangenis verlaat, is hij ervan overtuigd dat hij terugkeert naar de gevangenis van Ittre, waar hij op 8 oktober zal trouwen. Hij heeft in zijn bagage zelfs zijn trouwkostuum meegenomen.

Maryam is geboren en getogen in Brussel als dochter van Marokkaanse ouders. Ze spreekt niet met het Maghrebijnse accent waarmee veel Maroxellois hun Frans kruiden. ‘Ik ben Europees, ook in mijn taalgebruik’ glimlacht ze, niet zonder trots. Ze vertelt hoe ze als zestienjarige met school moest stoppen, omdat haar moeder stierf en ze voor haar jongere broers en zusjes moest zorgen. Ze is strikt religieus: ze draagt zwarte handschoenen en een djellaba, een lange hoofddoek die enkel haar ogen, neus en mond zichtbaar laat. ‘Ik ben nochtans niet religieus opgevoed’, zegt ze, terwijl ze zoete ijzerkruidthee uitschenkt. Diepgelovig werd ze pas op haar achttiende, ten tijde van de Golfoorlog. ‘Ik droomde dat ik doodging. Die ervaring was zo sterk, dat ik begon na te denken. Ik had nog nooit gebeden of de Koran gelezen, ik dronk weleens alcohol, ik haalde stommiteiten uit.’ Op de salontafel liggen een aantal foto’s. Naast de fors gebouwde Trabelsi lijkt Maryam des te frêler. Het appartement heeft een interieur van dertien in een dozijn: een paar ruime zetels, rondslingerende tijdschriften, een laptop. Naast haar traditionele kledij verraadt enkel een oude Koran op de salontafel haar religieuze overtuiging.

Uiteraard kende ze Nizar Trabelsi al van de kranten en van televisie. ‘Natuurlijk had ik op dat moment nooit gedacht dat ik ooit zijn vrouw zou worden’, geeft ze toe. Ze vertelt dat ze elkaar leerden kennen via een gemeenschappelijke kennis, die haar Trabelsi omschreef als ‘een zeer vriendelijk en zacht iemand, die morele steun nodig had’. ‘Nizar had in 2007 een strikt gevangenisregime. Hij mocht geen contact hebben met volwassenen. Via mijn kinderen begonnen we elkaar te schrijven. Ik zag hem voor het eerst in Brugge, in 2010. Hij heeft me ten huwelijk gevraagd, en we zijn hetzelfde jaar nog religieus getrouwd. Dat gebeurde per telefoon: ik hier thuis, hij in de gevangenis van Ittre. Ik heb hem leren kennen als een vriendelijk en zacht iemand. ‘Voor mij is hij geen terrorist meer. Er is geen enkel bewijs dat hij nu nog enige intentie zou hebben om aanslagen te plegen.’ Ze ontkent met klem dat ze gekoppeld werd, zoals dat binnen salafistische milieus vaak het geval is, en dat het huwelijk zou dienen om Trabelsi aan een verblijfsvergunning te helpen. Het feit dat zijn vorige verblijfsvergunning verlopen is en Trabelsi bij vrijlating illegaal zou zijn, was een van de argumenten om hem in detentie te houden.

Maryam spreekt rustig, beredeneerd, met vaste stem. Een week eerder noemde ze minister Turtelboom in de Franstalige pers nog ‘een terroriste’, de Belgische staat ‘prostitueerde zich’ aan de Amerikanen. Op aanraden van OCAD, het federale coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse, kregen verschillende ministers en topmagistraten speciale bescherming. De inlichtingendiensten waren beducht voor wraakacties van Maryams entourage, die zich in het Brusselse salafistische milieu ophoudt. Zo is Maryams zus Loubna getrouwd met Rachid Benomari, een jihadist die momenteel voor het extremistische Al-Shabab in Somalië vecht. ‘Ik heb geen contact meer met mijn zus’, reageert Maryam kort. ‘Alles wordt gelinkt met Nizar, terwijl ik nooit heb opgeroepen tot haat of geweld. Ik word gestraft omdat ik iemand graag zie. Voor mij is Turtelboom gevaarlijk. Ik word besmeurd omdat ik mijn man graag zie.’

Procedureslag

Trabelsi’s bruuske uitlevering was de voorlopig laatste episode in een jarenlange keten van procedures, doorverwijzingen en beroepen. Trabelsi wordt op 30 september 2003 tot tien jaar cel veroordeeld voor zijn geplande aanslag op de luchtmachtbasis van Kleine-Brogel. Voor die aanslag zou hij hulp van binnenin hebben gekregen. Ondanks doorgedreven ondervragingen van zowel het parket als de Amerikaanse inlichtingendienst FBI weigert Trabelsi namen te noemen. Er wordt een deal gesloten waarbij hij tegen fikse betaling informatie levert aan de FBI, maar die zegt hij alsnog zelf op. De bal gaat aan het rollen in 2007, wanneer de Verenigde Staten via diplomatieke kanalen verzoeken Trabelsi uit te leveren. Dat gebeurt op basis van een arrestatiebevel van 16 november 2007. Op 24 juni 2009 hakt het Hof van Cassatie de knoop door: Trabelsi is uitleverbaar.

En toch is het verweer niet ten einde. In een laatste poging zijn uitlevering te voorkomen, spannen Trabelsi en advocaten een zaak aan voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg. Het Hof is de allerlaatste reddingsboei voor wie op nationaal vlak alle rechtsmiddelen heeft uitgeput. Op 23 november 2011 – een van de laatste dagen van zijn ministerschap – ondertekent toenmalig justitieminister Stefaan De Clerck (CD&V) echter een ministerieel besluit dat Trabelsi uitleverbaar verklaart. Op 6 december 2011 zet het Europees Hof de Belgische staat voor het blok: zolang het geen definitieve uitspraak doet, mag Trabelsi niet uitgeleverd worden. Tot drie keer toe vraagt België dat verbod op te heffen, maar Straatsburg blijft onvermurwbaar. Op 23 september 2013 eindigt de laatste Belgische procedure: in een omstandig arrest keurt de Raad van State Trabelsi’s uitlevering goed.

‘Ik ben ervan overtuigd dat België door de knieën is gegaan voor de Amerikaanse druk’, zegt Thomas Gillis, die sinds 2011 als advocaat voor Trabelsi optreedt. Volgens Gillis treedt ons land de wet met de voeten. ‘De kans dat Trabelsi voor het Europees Hof gelijk zou hebben gekregen, was groot. Enkele maanden geleden oordeelde het Hof dat lidstaten niet het recht hebben misdadigers voor de rest van hun leven op te sluiten, als er geen concrete kans bestaat dat ze ooit vervroegd vrijkomen. In 2009 hebben de Amerikanen een brief aan het toenmalige kabinet geschreven, waarin ze met zoveel woorden zeggen dat Nizar Trabelsi een levenslange gevangenisstraf zal krijgen, waarbij hij geen reële kans maakt op vervroegde invrijheidstelling. Als het Hof dus consequent is, kan het Trabelsi niet uitleverbaar verklaren.’

Liever kwijt dan rijk

Hoe het ook zij, het is wel duidelijk dat België zijn bekendste terrorist niet langer op haar grondgebied wenste. Het kabinet-Turtelboom bevestigt bij monde van woordvoerster Margaux Donckier dat het met de uitlevering van Trabelsi een politieke beslissing heeft genomen. ‘Hij zat al anderhalf jaar in uitleverdetentie. Omdat die onzekerheid ook voor Trabelsi zelf ondraaglijk werd, hebben we besloten niet op de uitspraak van het Europees Hof te wachten. Bovendien schatte de Raad van State in dat de procedure bij het Europees Hof in ons voordeel evolueerde, en had Trabelsi in België geen verblijfsvergunning.’ De motivering wordt (uiteraard) tegen- gesproken door Trabelsi’s advocaten, maar ook door onafhankelijke experts. Zo vindt ook professor internationaal recht Jan Wouters (KU Leuven) dat België hier in de fout gaat. ‘België had de uitspraak ten gronde van het Europees Hof moeten afwachten, zoals het Hof uitdrukkelijk bevolen had’, bevestigt hij. ‘Door dat niet te doen, schendt België het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.’

Ook in regeringskringen is niet iedereen tevreden met hoe het dossier afgehandeld werd. Een specialist ter zake die anoniem wenst te blijven: ‘De manier waarop is niet bepaald elegant, maar nood breekt wet. Het staat voor honderd procent vast dat Nizar Trabelsi een bijzonder gevaarlijk man was. Daarover bestaat niet de minste twijfel. Gelooft u me, we zijn hem liever kwijt dan rijk.’ Over Maryam en haar familie klinkt het dan weer bijzonder mild. ‘Er zullen binnen dat milieu ongetwijfeld elementen zijn die wrok koesteren, maar ik geloof niet dat er een concreet gevaar is. Die hele beschermingsoperatie is ronduit idioot. De ministers krijgen nu even bescherming, en dan gebeurt er niets meer. Als ze echt gevaar zouden lopen, houdt het risico niet op na twee weken.’

De kans dat Trabelsi ooit nog voet zet op Belgisch grondgebied is zo goed als nihil. De Amerikanen beschouwen hem als te belangrijk en te gevaarlijk. Na een veroordeling wacht hem naar alle waarschijnlijkheid een lang verblijf in de beruchte zwaarbeveiligde Supermax-gevangenis in Florence, in de Rocky Mountains. Zijn nieuwe advocate, Mary Petras, verklaart haar cliënt pas in de rechtbank voor het eerst gezien te hebben. Het duurde tot gisteren eer ze de toelating kreeg hem in de gevangenis te bezoeken. Ze heeft maar beperkte toegang tot zijn dossier. Aan de telefoon geeft ze toe dat ze zijn zaak niet kent. ‘Ik heb acht cliënten die van terrorisme beschuldigd worden en nog altijd vast zitten op Guantanamo Bay. Zij zijn zelfs nog niet aangeklaagd.’

Dat is bij Trabelsi wel het geval. Hij werd vorige week al voorgeleid, tegelijk de eerste keer dat zijn nieuwe advocate haar cliënt te zien kreeg. Zijn situatie werd vorige week al aangeklaagd door mensenrechtenorganisatie Amnesty International. Daar lijkt in de politieke wereld geen haan naar te kraaien. Op een vraag in de Kamer van Olivier Maingain (FDF) na bleven de reacties uit. België is zijn gevaarlijkste terrorist liever kwijt dan rijk. Een eventuele boete uit Straatsburg kost minder dan een verstoorde diplomatieke relatie.

DOOR JEROEN ZUALLAERT, FOTO SASKIA VANDERSTICHELE

‘België schendt het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.’

Zijn nieuwe advocate, Mary Petras, verklaart haar cliënt pas in de rechtbank voor het eerst gezien te hebben.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content