Peter Terrin
Peter Terrin Peter Terrin is schrijver.

Meursault heeft maar één Arabier vermoord, als hij ter dood wordt veroordeeld. Geprikkeld door de heisa omtrent de opknoping van Saddam Hoessein heb ik de laatste tijd wel vaker moeten terugdenken aan de hoofdpersoon uit De vreemdeling van Albert Camus. Meursault is in wezen niet slecht, alleen uitermate onverschillig, en dientengevolge eerlijker dan goed voor hem is. Het doodschieten van de Arabier gebeurt bij toeval, onder druk van de omstandigheden en hun onthutsend vanzelfsprekende samenloop. Het feit dat hij, kort daarvoor, niet heeft gehuild op de begrafenis van zijn moeder, dat hij geen emoties heeft vertoond die men van een rechtschapen zoon bij deze gelegenheid verwachten mag, weegt uiteindelijk zwaarder door dan het misdrijf zelf. Moreel is Meursault niet verfoeilijk, het maakt hem simpelweg allemaal weinig uit; hij begrijpt dat hij niets kan veranderen. Hij is in een staat van onthechting. Gedwee ondergaat hij zijn leven, de wereld en vooral de mensen om hen heen, die hij, waar mogelijk, tevreden probeert te stellen. Zo vraagt zijn vriendinnetje of hij met haar wil trouwen, waarop hij te kennen geeft dat het hem gelijk blijft, en ze het huwelijk kunnen voltrekken wanneer zij het wil. Op de vraag of hij dan niet van haar houdt, antwoordt hij dat het niets uitmaakt, maar ongetwijfeld niet. Waarom wil hij dan met haar trouwen? Het is van geen belang, maar als zij het wenst, dan kan het best. Trouwens zij heeft het gevraagd, en hij heeft niets anders gedaan dan ja gezegd.

De misdaden van Saddam zijn van een andere orde, ofschoon de dictator zich ongetwijfeld kon beroepen op omstandigheden van dwingende, nationale aard. De man kwam immers heel goed op voor zichzelf. Eenmaal hersteld van de verwarring die hij schuilend voor Bush had opgelopen, toonde hij zich vitaal en weerbaar. Getooid in een gesteven wit hemd, sloeg hij in het hol van de leeuw meermaals aan het brullen, niet eens uit wanhoop, maar uit overtuiging van zijn grote gelijk. Net zoals Meursault pas echt in woede uitbarst, emotie toont, wanneer de aalmoezenier hem in zijn cel komt lastigvallen met God, zonder wiens vergiffenis men de vreselijke beproeving van de dood toch niet onder ogen kan zien. Neen, geen berouw voor Meursault, geen tranen, en allerminst God: ze dienen tot niets. Hij is schuldig en hij boet, men heeft niet het recht nog meer van hem te verlangen. (Dit moet lezers van In ongenade bekend in de oren klinken.)

Commentatoren maakten gewag van een onmenselijke en oneerbiedige dood voor Saddam Hoessein. Dan heb ik een ander filmpje op internet gezien. Een man met rechte schouders, terwijl zijn hoofd in een knoert van een strop stak, waarmee men, in uiterste nood, ook zijn schedel had kunnen verbrijzelen. Hij heeft zijn blinddoek geweigerd. Geen berouw, geen tranen, een plichtsgetrouw gebed. Naar verluidt vond hij zelfs de euvele moed om scheldende omstanders weerwoord te bieden, lafheid aan te smeren. Allicht zat het onmenselijke vooral in het zien sterven van een wereldberoemde tv-persoonlijkheid; we zijn gewoon aan anonieme lijken in het journaal.

Meursault heeft geen angst voor zijn publieke executie. Zo dicht bij de dood, leeggemaakt van alle hoop, acht hij zich gelukkig. ‘Om alles volmaakt te doen zijn, om mij minder alleen te voelen, bleef mij nog slechts over te wensen dat er veel toeschouwers zouden zijn op de dag van mijn terechtstelling en dat zij mij met kreten van haat zouden begroeten.’

PETER TERRIN IS SCHRIJVER.

Peter Terrin

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content