‘Mensen kiezen niet meer voor idealisme, maar voor wie hun tijdelijk tekort kan invullen.’ Een gesprek met regisseur Ivo Van Hove over hoe de Belgische politieke impasse en die in het werk van Anton Tsjechov naadloos in elkaar overgaan.
Of we het gesprek via Skype kunnen doen? Ivo Van Hove, Vlaming en leider van het grootste gezelschap van Nederland (Toneelgroep Amsterdam), zit in New York, waar hij The Little Foxes regisseert. Daarna vertrekt hij naar Berlijn voor de première van zijn Misantroop bij de Schaubühne, vervolgens start hij bij Toneelgroep Amsterdam in coproductie met NTGent met de repetities van Kinderen van de zon. Bovendien is hij dit seizoen de prominente gast in deSingel, met onder meer het grootschalige Antonioni Project en het kleinood Nooit van elkaar. En alsof dat nog niet genoeg is, brengt hij ook nog eens De Russen!, waarvoor schrijver Tom Lanoye collega Anton Tsjechov onder handen neemt. En dús spreken we Van Hove via de pc.
U bent dit seizoen de centrale gast in deSingel. Is die plek voor u meer dan een zoveelste presentatie- of productieruimte?
IvoVan Hove: Mijn relatie met deSingel gaat een heel eind terug: vroeger was de opleiding Dora Van der Groen er gevestigd, waar ik lange tijd les heb gegeven. Er waren de eerste grote voorstellingen van mijn studenten, collectieven als De Koe en STAN, en evengoed heb ik er werk van Europese topregisseurs als Peter Brook gezien. Maar bovenal heb ik er samen met mijn vaste scenograaf (en levenspartner, nvdr. ) Jan Versweyveld de grote zaal leren beheersen.
U staat er met het grootschalige AntonioniProject, waarin u drie van zijn films (L’avventura, La notte en L’eclisse) op de scène brengt. Het is niet de eerste keer dat u zich laat inspireren door film. Zo regisseerde u Opening Night van John Cassavetes, Scènes uit een huwelijk en Kreten en gefluister van Ingmar Bergman, en Teorema van Pier Paolo Pasolini.
Van Hove: Ik ben altijd een enorme filmfanaat geweest, dus is het niet toevallig dat ik daaruit inspiratie put. Het mooie bij Antonioni is de spanning tussen individuele relaties en de grotere maatschappelijke gebeurtenissen die zich op de achtergrond dreigend afspelen. Een mid- lifecrisis van een koppel wordt bijvoorbeeld geplaatst tegenover de dreiging van de atoombom.
Zet een film – meer dan een toneelstuk – geen rem op uw verbeelding?
Van Hove: Je moet sowieso een beeldtaal zien te vinden die werkt op het podium. Ik bekijk ook lang niet alle films die ik in het theater breng. Zo had ik nooit Opening Night gezien, en hetzelfde geldt voor L’avventura. Mijn methode bij al mijn regies is: ik ga op zoek naar de essentie van het verhaal en de daaruit sprekende emoties. Bij Antonioni gaat dat om de vervreemding: die kleine mensen die zich bewegen in bijna de Chirico-achtige lege ruimtes. Dat gevoel breng ik op scène door de blue screen-techniek te gebruiken. Zoals een weerman voor een blauw scherm staat, terwijl de kijker de weerkaarten ziet, zo staan mijn acteurs in een immense blauwe, bijna existentiële leegte terwijl projecties en livemuziek een omgeving creëren.
Wijlen criticus Wim Van Gansbeke had reserves bij uw ‘vormelijk kunsttheater’. Het is allemaal wel erg esthetisch, wordt u weleens verweten.
Van Hove: Wim was een harde criticaster voor onze voorstellingen. Hij speelde de toentertijd nieuwe lichting, Luk Perceval en ik, ook altijd tegen elkaar uit. Luk, dat was voor hem het echte theater, het pure spel. Wim had ook moeite met het gebruik van video in theater. We waren onze tijd gewoon vooruit. Jan Versweyveld gebruikte neonlicht op de scène. Wel, dat was een revolutie! Ik herinner me nog dat we Als in de oorlog speelden in de Beursschouwburg, en de technici wilden die neonlampen niet ophangen.
Nu, ik vind mezelf geen estheet. Mij gaat het er niet om hoe mooi iets eruitziet. Een beeld wordt pas mooi door de psychologische of emotionele geladenheid die eronder zit. Om u een voorbeeld te geven uit het gewone leven: toen Jan en ik jong waren en een huis in Antwerpen betrokken, stond daar een lelijke schouw. Het was echt een vreselijk ding, maar Jan was erdoor gefascineerd en heeft zijn hele ontwerp voor de aankleding van het huis afgestemd op die schouw. Het resultaat was geweldig.
Werk en privé moet je gescheiden houden, zegt men. Maar u ziet de samenwerking binnen het theater, binnen Toneelgroep Amsterdam (TA), als een huwelijk. Is dat een kritiek op het Vlaamse en Nederlandse theaterbestel, waar het freelance- bestaan meer regel dan uitzondering is?
Van Hove: Het is geen kritiek, het is de wijze waarop ik theater wil maken. Een goed huwelijk brengt elke dag iets nieuws, alleen binnen een slecht huwelijk heerst verveling. Continuïteit brengt creativiteit mee. En ik denk dat we met TA daarin het goede voorbeeld geven. In het Antonioni Project speelt bijna het volledige ensemble. Ik heb dat eerder gedaan met A Perfect Wedding en met Romeinse tragedies, en heb gemerkt hoeveel deugd dat doet voor de groepsgeest. Wie kan dat trouwens: twintig acteurs op scène zetten? TA heeft een ongelooflijke rijkdom waar veel theaters alleen maar van kunnen dromen. Ik vind het als artistiek leider belangrijk om af en toe die schat bijeen te hopen.
Maar anderzijds hou ik ook van kleine projecten, zoals Nooit van elkaar, een stuk van Jon Fosse, gespeeld door Chris Nietvelt en – nieuw bij het gezelschap – topacteur Gijs Scholten van Aschat, samen met de jonge Hélène Devos van het conservatorium Antwerpen. Het wordt een kleinood zoals ik enkele jaren geleden ook La voix humaine, de monoloog door Halina Reijn, in de Monty heb geregisseerd. Zonder assistenten, met een kleine ploeg. Ik heb herontdekt dat zo’n ‘primitieve’ manier van werken – zoals ik lang geleden bij AKT-Vertikaal deed – heel plezierig kan zijn.
Kinderenvan de zon en De Russen! werden eind negentiende, begin twintigste eeuw geschreven, maar drukken sterk de hedendaagse tijdsgeest uit: verveling, moedeloosheid.
Van Hove: Kinderen van de zon laat de schrijnende onmacht van de intellectueel tegenover sociaal onrecht zien. Je hebt een wetenschapper die bezig is met moleculair onderzoek naar de mens van de toekomst, maar ondertussen woeden buiten de cholera en de armoede. Onder de titel De Russen! breng ik Tsjechovs jeugdstukken Ivanov en Platonov: het gaat over mensen die in de provincie leven, ver weg van Moskou, en die ontevreden zijn met hun leven en daarom op zoek gaan naar een zondebok. Het is een gevoel dat de Belgische en Nederlandse politiek op dit moment beïnvloedt. De verkiezingsuitslag is een voorbeeld van mateloze irra- tionele ontevredenheid, waarbij men de andere de schuld gaat geven van een tekort dat men voelt. Ik wil niet zozeer de verveling – want dat is het cliché dat rond Tsjechov hangt – maar de gefrustreerde mens tonen, die alles heeft om gelukkig te zijn maar het toch niet is.
U werkt voor De Russen! voor het eerst samen met Tom Lanoye.
Van Hove: Tom en ik wilden al lang samenwerken. We hebben elkaar het afgelopen jaar geregeld gesproken. Ik wou Ivanov en Platonov niet gewoon na elkaar spelen zoals ik met Shakespeares Romeinse tragedies heb gedaan, ik wou ze in één stuk verenigen. Ik heb intussen van Tom al 350 bladzijden binnengekregen, en er volgt nog een bedrijf. Dat wordt dus een intensieve bezigheid. Maar ik kijk er enorm naar uit: ik vind dat Tsjechov vaak te keurig gedaan wordt, de weemoed wordt bijna chic. Tom is de aangewezen persoon om die rauwere hedendaagse politieke dimensie, die in Tsjechovs teksten schuilt, bloot te leggen. En hij schrijft natuurlijk meesterlijk tragikomische dialogen. Bovendien is hij ook geïnteresseerd in de mensen die theater maken: hij praat met Jan over de enscenering, hij praat met de acteurs. Hij heeft sommige scènes ook echt voor de acteurs geschreven.
Tsjechovs personages zijn niet blind voor bepaalde problemen, maar ze missen daadkracht. Is dat ook het probleem van onze samenleving, van Pakistan tot de Belgische politiek: we verkeren in een staat van immobilisme?
Van Hove: Daarom wil ik die stukken ook nu opvoeren. In de jaren negentig werd weleens gezegd: ‘Waarom die Russen opvoeren, ze dienen enkel als vehikel om acteurs te laten schitteren.’ Maar ik vind dat die stukken vandaag, na meer dan een eeuw, weer écht iets betekenen. Wat moet je doen? Zoals de wetenschapper Protassov in Kinderen van de zon voor je idealen kiezen, of je bezighouden met acute problemen?
In Nederland dreigt er nu een rechtse regering te komen, wat voor cultuur een directe bedreiging is: extreemrechts wil de subsidies het liefste meteen afschaffen, de gematigden willen fors besparen. Wat moet ik doen? Me bezighouden met gewoon goed theater maken? Of me engageren? Natuurlijk is het een terechte vraag: ‘Wat voor impact heeft theater op de wereld?’ Theater heeft een economische waarde – mensen kopen een entreekaartje, een parkeerticket, ze drinken achteraf iets, en 75 procent van het budget van TA gaat naar lonen – én het is afhankelijk van de economie. Meer besparen op het artistieke product is nauwelijks mogelijk, dus als er bezuinigd moet worden, dan zal dat ten koste gaan van de werkgelegenheid. En op die manier creëer je een nieuw sociaal probleem.
In 2006 bracht u een felbesproken State of the Union. In een negenpuntenplan zocht u oplossingen voor de versplintering van de sector. De Nederlandse overheid volgde uw raad op met de oprichting van acht grote stadsgezelschappen in de grote steden. Daardoor moesten sommige gezelschappen, niet altijd tot hun genoegen, fuseren.
Van Hove: In het verleden is er een angst gegroeid voor stadstheaters die zaten vast te roesten terwijl het interessante werk zich in de marge ontwikkelde. Daar moeten we van af, want dat is verleden tijd. Alleen maar met een sterk centrum kun je een sterke marge maken. Ik vind dat de grote gezelschappen in Vlaanderen hun verantwoordelijkheid moeten opnemen, zoals dat in Nederland is gebeurd. Bij TA zijn er twee jonge regisseurs, Thibaut Delpeut en Eric De Vroedt, aan de slag die rustig naar de grote zaal toe mogen werken. We hebben een alliantie met Adelheid Roosen en Mighty Society, waarbij het administratieve en commerciële aspect vanuit TA geregeld wordt. En we hebben een samenwerking met de Toneelschuur Haarlem voor de doorstroming van jong regisseurstalent. Ook in Vlaanderen moeten de grote gezelschappen zich meer verantwoordelijk gaan voelen voor de kleine gezelschappen. Ik vind ook dat stadsgezelschappen anders beoordeeld moeten worden dan andere theatergezelschappen. Ze hebben een taak op het vlak van educatie, van doorstroming van jong én oud talent, en ze hebben een verantwoordelijkheid qua publiekscijfers. En daar mag de overheid gerust een grotere inspraak in hebben. Nu worden stadsgezelschappen nog te veel beoordeeld als ‘een grote De Koe of STAN’.
U bent indertijd vanuit Vlaanderen naar Nederland getrokken. Deed u dat uit onmin met het Vlaamse theaterbestel?
Van Hove: Ik kreeg in Vlaanderen gewoonweg niet de kansen die er in Nederland waren. Ik heb het Zuidelijk Toneel in Eindhoven en het gerenommeerde Holland Festival geleid, momenteel leid ik het grootste gezelschap van de Lage Landen, en ik reis ook nog eens de wereld rond. Maar dat neemt niet weg dat ik, als ik diep in mijn hart kijk, nog altijd ontzettend veel zin heb om mijn schouders te zetten onder een groot project in Vlaanderen. Ik blijf die band met Vlaanderen ook koesteren. Ik volg het theater, het nieuws, de politiek.
Kijkt u door in het buitenland te werken anders aan tegen een probleem als Brussel-Halle-Vilvoorde?
Van Hove: Je leert de dingen in perspectief te zien. Ook dat ‘immense’ probleem tussen Vlaanderen en Wallonië. Toen na de laatste verkiezingen bleek dat Elio Di Rupo en Bart De Wever zouden moeten samenzitten, had ik er nochtans een goed oog in: zet twee intelligente ontevredenen samen en het is de ultieme kans om tot een compromis te komen dat tegemoetkomt aan de Waalse sociale onvrede en de Vlaamse communautaire onvrede. Alleen blijkt het water ook nu weer te diep. Mensen kiezen niet meer voor idealisme, maar voor wie hun tijdelijk tekort kan invullen. En zo komen we terug uit bij Tsjechov.
ANTONIONI PROJECT: OP 2, 7, 8 EN 9 OKTOBER IN DESINGEL, ANTWERPEN. OP 9 OKTOBER (11.00 TOT 17.00 UUR) IS ER EEN GRATIS SYMPOSIUM OVER HET WERK VAN IVO VAN HOVE MET DIVERSE GASTSPREKERS EN IN AANWEZIGHEID VAN VAN HOVE EN JAN VERSWEYVELD. INFO: www.desingel.be EN www.tga.nl.
DOOR LIV LAVEYNE