Voor het eerst in de geschiedenis is de EVP de grootste fractie van het Europees parlement. Of Europa en de EVP zelf met die overwinning gediend zijn, valt te betwijfelen. Want met de Britse Conservatieven heeft de EVP misschien wel het paard van Troje ingehaald.

Europese verkiezingen zijn meer dan ooit een democratisch waagstuk. Steeds minder mensen voelen zich door Europa aangesproken en in haast alle lidstaten domineerde de nationale politiek de campagnes. Ondanks de oorlog in Kosovo waren de grote Europese thema’s slechts een voetnoot in het verkiezingsdebat. Alleen Groot-Brittannië pakte het anders aan. De Conservatieven van William Hague grepen de kans om alle Britse fobieën over de euro en de Europese integratie nog eens vet in de tabloids uit te smeren. Het resultaat was dat slechts 23 procent van de Britse kiezers kwam stemmen, maar de Tories boekten wel winst. Ook omdat het Britse kiessysteem was veranderd. Met die 23 procent scoorde Groot-Brittannië het slechtst van alle EU-landen. De gemiddelde opkomst in de Unie bedroeg niet eens vijftig procent, tegen 56,8 in 1994.

Het is een paradoxale situatie. Hoe meer macht het parlement krijgt en hoe directer Europa zich met het consumentenbelang bemoeit, hoe minder de burger er zich door aangesproken voelt.

In de Belgische verkiezingscampagne kwam Europa niet aan bod en op geen enkel moment konden de Europese kandidaten zich op de voorgrond werken. Tijdens de dioxinecrisis ging de Belgische regering nochtans zwaar in de clinch met de Europese commissie en nam zij zowaar een anti-Europese houding aan, maar onze kandidaten voor Europa hielden de tanden op elkaar. Symptomatisch voor de groeiende impact van Europa op de nationale politiek was de vlugge ontmoeting tussen informateur Louis Michel (PRL) en de nieuwe voorzitter van de commissie Romano Prodi. De Unie zet nu mee de krijtlijnen uit waarin de federale regering moet werken.

Ook de ontslagnemende vice-premiers Herman Van Rompuy (CVP) en Luc Van den Bossche (SP) weten nu hoe snel de politieke machtsverhoudingen veranderen. Terwijl ze in het Belgisch parlement nog altijd het eerste woord uitleg over de dioxinevervuiling moeten geven, werden ze vorige week al door het Europees parlement onder vuur genomen. Europa vond de affaire belangrijk genoeg om er drie dagen na de verkiezingen de commissies Landbouw en Volksgezondheid voor bij elkaar te roepen. Dat is zeer uitzonderlijk en het werd spitsroeden lopen voor de twee ministers. Tot hun verbazing, zoniet irritatie, merkten ze dat het Europees parlement zich niet zo makkelijk laat afblaffen als de Belgische volksvergaderingen. De invloed van Europa is nu op alle beleidsniveaus merkbaar en verstoort in groeiende mate de combines van de nationale pressiegroepen. De bevolking zelf beseft nauwelijks dat de beslissingsmacht zich steeds meer buiten de eigen grenzen bevindt. Als dat duurzaam misverstand niet wordt opgehelderd, zijn de gevolgen niet te overzien.

DE ERVEN VAN MARGARET THATCHER

Hoewel de burger de laatste maanden vooral over de schandalen en de geldzucht van het Europees parlement werd geïnformeerd, is de geschiedenis van dat parlement een succesverhaal. Bij elke verdragswijziging pikt het meer bevoegdheden in en het manifesteert zich steeds nadrukkelijker in de Europese besluitvorming. Met het verdrag van Amsterdam dat sinds 1 mei van kracht is, wordt de lijn doorgetrokken. De stelling dat het parlement nooit bijt en op beslissende momenten voor de eigen schaduw terugschrikt, werd begin dit jaar gelogenstraft. Ondanks de druk van vele regeringsleiders lokte de volksvertegenwoordiging het collectieve ontslag uit van de commissie van Jacques Santer. Sindsdien hoor je in vele hoofdsteden pleidooien voor een meer gedisciplineerd parlement, want de vrees is groot dat het niet bij die ene krachtmeting zal blijven.

Het viel trouwens op dat de triomferende voorzitter van de Europese Volkspartij (EVP), Wilfried Martens, tijdens de verkiezingsnacht al voor een guerrilla met de commissie waarschuwde. “Alleen als de twee grote fracties verder tot afspraken komen, kunnen we ontsporingen vermijden.” Die uitspraak is hem niet door iedereen in de eigen fractie in dank afgenomen, want er zijn er die hardop van een oorlog met de socialisten dromen. Voor het eerst is de EVP immers groter dan de sociaal-democratische fractie en nogal wat conservatieven willen die overwinning verzilveren. Ze sturen op een conservatieve, zoniet anti-socialistische meerderheid aan.

Op het einde van de vorige zittingsperiode, na de overstap van een tiental leden van Forza Italia, telde de EVP 201 parlementsleden. Dat waren er dertien minder dan de sociaal-democraten. Op 13 juni kwam de rechterzijde afgetekend aan de leiding. Ze telt nu 224 parlementsleden, tegen 180 voor de sociaal-democraten. De winst dankt ze aan de Duitse christen-democraten die er zes zetels bij kregen. Ze rijven nu meer dan de helft van de 99 Duitse mandaten binnen. De SPD en de Grünen betaalden het gelag en moesten respectievelijk zeven en vijf zetels inleveren. De grootste winst komt echter uit Groot-Brittannië. De Conservatieven brachten hun totaal op 36 zetels, een winst van twintig. Hier moest New Labour van Tony Blair de tol betalen: het zag zijn zetels gehalveerd, van zestig naar dertig. Ook al hoort de EVP-leiding het niet graag, ze heeft haar overwinning in de eerste plaats te danken aan de afwezige Britse kiezer en de euroscepticus Hague. Met een ronduit anti-Europese campagne wordt hij de op één na belangrijkste groep in de EVP-fractie.

Dat zal niet zonder gevolgen blijven voor de koers en het stemgedrag van de fractie. Hoewel de Britse Conservatieven ongetwijfeld verstandige en redelijke mensen in hun gelederen tellen, hebben de erven van Margaret Thatcher nog niet gecapituleerd. Voor hen blijft de Europese Unie het ultieme kwaad en de grootste bedreiging voor Albion. Enkele kandidaten speelden al met de idee om niet tot de EVP-fractie toe te treden, want te Europees en te sociaal. Omdat Hague met uitsluiting dreigde, krabbelden ze terug, maar het staat vast dat ze hun standpunten in de fractie veel nadrukkelijker zullen verdedigen dan voorheen. Het valt zelfs niet uit te sluiten dat ze op sympathie van andere delegaties kunnen rekenen. Zeker nu Silvio Berlusconi zelf in het parlement zit, zou Forza Italia (25 leden) dat binnenkort tot de EVP toetreedt, de Britse kaart kunnen trekken. Ook de zes leden van de gaullistische RPR die zich in de EVP-fractie nestelen, behoren tot de potentiële dwarsliggers.

EEN FIGURANTENROL VOOR DE CVP

Hoe het drietal Vlaamse christen-democraten in dit amalgaam kan overleven, is nog maar de vraag. Vorig jaar, na de toetreding van de individuele Forza-leden, voelden ze zich zo ongelukkig dat ze met het Nederlandse CDA, het Ierse Fine Gael en nog enkele gelijkgezinden de Athena-groep oprichtten. Die stelde zich tot doel om de christen-democratische doctrine en de schone Europese gedachte in de EVP te verdedigen. Het gezelschap kwam enkele keren samen en liet nadien nauwelijks nog iets van zich horen.

Of het ooit wat wordt met die Athena-groep is twijfelachtig, zeker nu de drijvende kracht en Martens-opposant Raf Chanterie niet langer actief is. Binnen de EVP wordt de CVP tot een figurantenrol gedegradeerd. Miet Smet heeft geen enkele kans om Martens als fractieleider op te volgen en komt normalerwijze niet eens in aanmerking om een parlementscommissie te leiden. Martens zelf trekt zich terug in de partij, maar blijft als voorzitter op alle vergaderingen van regeringsleiders aanwezig. Indien de CVP niet langer de federale eerste minister kan leveren en evenmin de portefeuille van Buitenlandse Zaken kan beheren, dan wordt Martens de enige CVP’er die nog directe toegang heeft tot de eerste ministers van de bevriende partijen. Daardoor dreigt de CVP die met Leo Tindemans, Martens en Jean-Luc Dehaene ruim twee decennia lang van vele Europese geheimen op de hoogte was, in Vlaams provincialisme weg te zakken. Sinds hij als lijsttrekker gepasseerd werd, is Martens niet langer onspeaking terms met de CVP-leiding en ziet hij de zin er niet van in om de partijleiding over de strategie van de Europese rechterzijde in vertrouwen te nemen.

Terwijl in eigen land de begrippen links en rechts steeds minder voorstellen, winnen ze in het Europees parlement voortdurend aan belang. De politieke logica van de grote lidstaten is zo dwingend dat alle partijen, inclusief de promotoren van de centrumidee, erin worden meegezogen. Een Brits Conservatief vindt het onfatsoenlijk om met New Labour zaken te doen, en omgekeerd. Bij de Duitse, Franse en Spaanse socialisten is de afkeer voor de conservatieven nauwelijks minder groot dan bij de Britse. Ze vinden het zeer gênant en zelfs tegennatuurlijk dat ze in Europa met die lui tot een vergelijk moeten komen, terwijl ze hen in eigen land met alle middelen bekampen.

Sinds elf van de vijftien regeringsleiders socialisten zijn, namen ook de pleidooien voor een linkse meerderheid in het parlement toe. Fractieleidster Pauline Green dacht er zo over, maar ook de Franse socialistische lijsttrekker François Hollande. “Het is tijd dat links-Europa zich ook in het parlement manifesteert”, zo zei hij Knack tijdens de campagne. “Ik sluit alleszins niet uit dat er een einde komt aan de alliantie met de EVP. Als na de Britse Conservatieven en Forza Italia ook de gaullisten tot de EVP toetreden, hou ik er rekening mee dat de fractie desintegreert. Het moment is misschien niet veraf dat er une gauche plurielle in het parlement komt.” Ook Max Van den Berg, de Nederlandse socialistische lijsttrekker, pleitte al voor andere, progressievere meerderheden. Van den Berg denkt aan de groenen, maar ook de groep van radicaal-links waar voor het eerst de voormalige Duitse communisten van de PDS in vertegenwoordigd zijn, de liberalen en sommige christen-democraten.

WACHTEN OP HELMUT KOHL

Ook na het socialistische zetelverlies bestaat er nog een waterkansje op een alternatieve, zeg maar paarse meerderheid. De regenboogfractie (13 leden) waar de Volksunie lid van is en de liberalen (43 leden) moeten dan wel meedoen, zoniet zijn de 314 stemmen – de helft plus één – onhaalbaar. En dan nog zal het nodig zijn dat enkele christen-democraten van kamp veranderen en systematisch met de linkerzijde stemmen. Voor blauw is een alliantie met rood-groen problematisch, zeker op sociaal-economisch gebied. Zolang de twee grote fracties samenspannen, doet het er niet toe wat de kleinere denken en hoe ze stemmen. Ze staan altijd buitenspel. Als er met alternatieve meerderheden wordt gewerkt, spelen de kleinere wel mee en winnen ze merkelijk aan invloed.

De liberalen, met de Duitse FDP die het opnieuw liet afweten en de drempel van vijf procent niet heeft gehaald, hebben trouwens goede hoop dat er nog versterking komt. De democraten, de partij die door Prodi en voormalig rechter Antonio Di Pietro werd opgericht, overwegen om toe te treden. Voor de pas verkozen Di Pietro is het ondenkbaar dat hij in dezelfde fractie zitting heeft als Berlusconi. De beslissing valt eerstdaags en zegt iets over de ongrijpbare politieke identiteit van Prodi. Hoewel hij als regeringsleider met grote regelmaat op de socialistische topvergaderingen verscheen, dreigde hij ermee de EVP-vergaderingen te boycotten indien Berlusconi werd uitgenodigd. Het dreigement maakte zoveel indruk op Dehaene dat hij Martens er openlijk voor heeft gekapitteld. Nu kiest Prodi voor de liberalen, tenminste indien die Emma Bonino, die op de radicale lijst van Marco Panella een onverwacht goed resultaat behaalde (8,5 procent), buiten houden. Panella en Bonino bakten ooit zoete broodjes met Berlusconi en Prodi is dat niet vergeten. Als het een beetje meezit, hebben de liberalen uitzicht op vijftig zetels. In een paarse coalitie worden ze dan voor de eerste keer in de geschiedenis van het Europees parlement incontournable.

Bij de eerste zitting in juli zal duidelijk worden of de samenwerking tussen EVP en sociaal-democraten wordt voortgezet. Dan worden de belangrijke posten verdeeld en wordt ook de voorzitter van het nieuwe parlement gekozen. Volgens de oude spelregels krijgt de grootste fractie de eerste helft van de vijfjarige zittingsperiode. Als die afspraken blijven gelden, is dat een tegenvaller voor de voormalige Portugese president Mario Soares. Deze 75-jarige socialist weet niet van ophouden en heeft zijn zinnen gezet op het voorzitterschap van het parlement om zijn carrière af te sluiten. Het kan nog altijd, maar Soares moet het dan nog meer dan twee jaar uitzingen. Wie de EVP als parlementsvoorzitter naar voren schuift, is nog niet beslist. De kans dat de vorige voorzitter, de Spaanse christen-democraat Jose-Maria Gil-Robles, een nieuw mandaat krijgt, is klein. De Spaanse premier José-Maria Aznar vond hem te eigengereid en zette een vrouw, de minister van Landbouw Loyola de Palacio aan het hoofd van de lijst. In tegenstelling tot Martens slikte Gil-Robles het afront. De Partido Popular van Aznar hield stand, maar verliest in de fractie wel terrein tegenover de Britten en de Duitsers.

CDU/CSU hebben nu 52 zetels en claimen de beste posten. Allicht sturen ze ook aan op een confrontatie met de socialisten. Op het einde van de vorige zittingsperiode maakten ze al duidelijk wat hun prioriteit was: de strijd tegen de rood-groene regering van Gerhard Schröder. EVP-voorzitter Martens is er niet gerust op en vreest een onoverzichtelijke chaos. Hij blijft hopen dat voormalig kanselier Helmut Kohl, die ondertussen erevoorzitter van de EVP werd, zeer binnenkort de rumoerige Duitse delegatie tot rede brengt en opnieuw in de pas doet lopen.

Paul Goossens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content