In het conflict bij Sabena trad een luwte in. Aandeelhouder Swissair kijkt ongerust toe.

HET BUSINESS-PLAN MOET hoe dan ook worden gerealiseerd, vindt Sabena’s belangrijkste actieve aandeelhouder, de Zwitserse luchtvaartmaatschappij Swissair. Hoe dat concreet moet, maakt de Zwitsers weinig uit, als het maar gebeurt. Swissair houdt zich dan ook op de achtergrond in het soms brutale sociale conflict dat Sabena al enkele maanden teistert. De hardnekkigheid waarin vakbonden en directie tegenover elkaar staan, deed de Swissair-top aarzelen.

Dat leidde tot vage speculaties, ook in de Zwitserse pers, dat Swissair het niet langer uitgesloten achtte om zich als aandeelhouder terug te trekken uit de Belgische maatschappij. Dat laatste zou Sabena’s voortbestaan ernstig in het gedrang brengen. En die geruchten waren niet uitsluitend bedoeld om het stakende personeel te intimideren. Bij Swissair zijn ze allerminst vertrouwd met dergelijke, harde sociale conflicten.

Begin vorige week trok dan ook een delegatie van de Swissair-top in het grootste geheim naar Brussel om daar in een hotel een informatief gesprek te hebben met de top van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO), direkteur Wilfried Beirnaert en voorzitter Georges Jacobs. Dat Swissair de Sabena-directie over deze ontmoeting in het ongewisse liet, wijst niet bepaald op een optimaal vertrouwen binnen de groep. Het geeft aan dat de Zwitsers hun houding alvast niet uitsluitend willen laten bepalen door de informatie die ze van hun plaatselijke directie te horen krijgen.

CALL CENTER.

Het was de harde houding van de pilotenvakbond ABNPL die er begin deze maand voor zorgde dat de Sabena-toestellen drie dagen na mekaar aan de grond bleven en het sociale klimaat binnen de onderneming helemaal verziekte. De aanleiding daartoe was de collectieve arbeidsovereenkomst die Sabena voor de piloten van de nieuwe RJ85-vliegtuigen in petto heeft. Van dit toestel, viermotorige jets voor de korte en middellange afstand, kocht Sabena pas 23 exemplaren aan. De RJ85 is een gemoderniseerde versie van de BAe146, waarvan de maatschappij nu al enkele exemplaren in bedrijf heeft. De ABNPL wil dat de RJ85-piloten hetzelfde statuut krijgen als zij die met de BAe146 vliegen.

Daar ligt net het probleem. Sabena heeft er nooit een geheim van gemaakt dat ze de RJ85-vloot bij haar dochterbedrijf DAT wil onderbrengen. Bovendien zal die in een eerste fase, in afwachting dat er voldoende eigen piloten voor opgeleid zijn, worden bemand door (goedkope) buitenlandse free lance-piloten. Bij DAT ligt de exploitatiekost tot een derde lager dan bij de moedermaatschappij en die besparing acht Sabena van cruciaal belang om deze toestellen commercieel verantwoord te exploiteren. Het is een techniek die wel meer luchtvaartmaatschappijen toepassen als gevolg van de soms moordende concurrentie in de sector.

De druk op de arbeidskost heeft alvast zijn eerste negatieve gevolg gehad. Met de intrede van Swissair in het kapitaal van Sabena, werden ook de Frequent Flyer-programma’s (waarmee trouwe klanten worden beloond) binnen de nieuwe Swissair-groep samengevoegd. Sabena had gehoopt dat voor Brussel te kunnen binnenrijven. De synergie had volgens voorzitter Pierre Godfroid ruim tweehonderd extra jobs kunnen opleveren. Plus een hoop extra klandizie voor Belgacom, want het beheer van zo’n programma vergt nogal wat getelefoneer en vraagt dus ook om de oprichting van een call center, een bedrijvigheid waarvan telecombedrijven een grote groei verwachten. Het Sabena-programma wordt nu geëxploiteerd door Carlson Marketing. Vorige week werd echter beslist om het call center en het beheer van het gecombineerde programma van de hele groep in Londen te vestigen. De Britten doen het immers elf procent goedkoper. Belgacom had nochtans een zeer scherp berekende offerte gedaan, maar dat kon de Belgische loonhandicap van ongeveer één derde onvoldoende compenseren.

PRIVATISEREN.

Het Sabena-conflict illustreert daarmee het bijna darwinistische principe van de loonconcurrentie, ook binnen de EU. De Sabena-directie ziet geen andere uitweg dan het volgen ervan en hanteert daarvoor soms de grove borstel. Daar zijn de vakbonden helemaal niet op voorbereid. De vakbondstradities bij Sabena berusten tenslotte nog altijd in belangrijke mate op het consensus-model van de overheidsbedrijven. Daar heeft Sabena inderdaad lange tijd toe behoord en ze vervullen sociaal ook een belangrijke symboolfunctie.

Het aanslepende sociale conflict wordt daardoor nog verder uitgediept met een cultuurkloof tussen de directie en het (terzake overigens allerminst unanieme) personeel. Meerdere vakbondscentrales bij Sabena behoren nog tot de overheidsbonden. Dat verklaart mee het harde verzet tegen de integratie van de cateringafdeling van Sabena (die zorgt voor de voedselvoorziening aan boord van de vliegtuigen) in Swissairs dochterbedrijf Gate Gourmet.

In feite komt dat neer op een rationalisatie binnen de Swissair-groep, maar het betekent ook dat het personeel daardoor onder een ander paritair comité valt, dat van de horeca. Die integratie behoort tot de logica van de synergie die Sabena onder Swissairs vleugels heeft gebracht. Maar het is niet onlogisch dat ze vanuit vakbondshoek gelijk wordt gezien als een vorm van privatisering en van de afbouw van de openbare dienst.

Voor dat laatste zou veel te zeggen zijn, ook al omdat de Belgische staat nog altijd Sabena’s hoofdaandeelhouder is. Maar dat heeft alleen historische redenen. Door de keuze voor samenwerking met een strategische partner eerst Air France, nu Swissair is Sabena feitelijk hoe dan ook een geprivatiseerd bedrijf. En het zal veeleer op korte dan op lange termijn ook in de kapitaalstructuur van de onderneming zo blijken te zijn.

M.R.

Pierre Godfroid : een eigen cultuur.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content