De Bosnische Serviërs weigeren de veiligheid van het vliegveld van Sarajevo te garanderen. Ze sluiten kontrolepunten naar de stad af en dreigen ermee VN-helikopters neer te schieten. Aanleiding zijn de vluchten die de Navo uitvoert boven de Servische stellingen om Sarajevo. Franse blauwhelmen beantwoorden ook de beschietingen van de volksserviërs. Bij granaataanvallen op Sarajevo vallen verscheidene doden, onder wie een Franse blauwhelm.

Het vier maanden durende bestand, dat inging op 1 januari, wordt niet nageleefd en er hebben zware gevechten plaats in Bosnië. Vooral in het Majevica-massief duurt de hevige strijd tussen het Moslim-regeringsleger en de volksserviërs voort. Maar ook in de Moslim-enclave om Bihac en bij Gorazde meldt de VN zware Servische beschietingen.

De Navo-ambassadeurs stemmen in met de missie van tachtig verbindingsofficieren naar Kroatië. Zij moeten een mogelijke terugtrekking van de 24.000 blauwhelmen uit Bosnië voorbereiden.

De oorlog gaat zijn vierde jaar in en volgens de Bosnische premier Haris Silajdzic moeten de Bosniërs zich voorbereiden op een strijd die tien jaar kan duren, omdat “de Serviërs niet sterk genoeg zijn om ons uit de weg te ruimen en wij niet sterk genoeg om vrede op te leggen”.

De kontaktgroep voor Bosnië (VS, Rusland, Frankrijk, Duitsland, Groot-Brittannië) wil dat de Bosnische regering het “bestand” verlengt. Er is geen eensgezindheid over het Franse voorstel voor de geleidelijke verlichting van de VN-sancties tegen Servië in ruil voor de erkenning van Bosnië-Hercegovina en Kroatië.

Een jaar later

De Ruandese overheid start op de eerste verjaardag van de genocide met processen tegen verdachten van de moorden, maar de rechtzaak wordt na korte tijd verdaagd. Na het neerschieten van het presidentieel vliegtuig met president Juvénal Habyarimana en zijn Burundese ambtgenoot Cyprien Ntaryamira op 6 april 1994 begon een georganizeerde volkerenmoord die vele honderdduizenden Ruandezen (voornamelijk Tutsi en gematigde Hutu) en tien Belgische para’s het leven kostte.

De regering, die nu gedomineerd wordt door uit het vooral uit Tutsi bestaande Ruandees Patriottisch Front (RPF), voert de repressie op. In het westen van Ruanda zijn de jongste tijd veel mensen gearresteerd, maar het gaat vooral om burgers die passief meewerkten aan de moorden. Premier Faustin Twagiramungu bevestigt dit. Er wordt gevreesd dat de kleine schuldigen aangepakt worden, terwijl de kopstukken in het buitenland verblijven. Het rechtssysteem in het land is vernietigd en de meeste rechters en juristen zijn vermoord. Rechter Richard Goldstone, de aanklager van het VN-tribunaal in Den Haag, heeft een lijst met 400 namen van politieke verantwoordelijken. Hij wil in de herfst de aanklachten indienen. (zie ook p. 20.)

DONDERDAG 6 APRIL

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content