Anna Luyten Freelance journaliste

Hij was meer dan een gezaghebbende stem in de theaterwereld. Hij was een zweepslag. Hij hekelde gezapigheid en joeg alles vooruit wat oprecht vernieuwend was. Wim Van Gansbeke overleed op zaterdag 16 februari in Ukkel.

Wim Van Gansbeke was een man met een zeldzaam soort zachtmoedigheid. Streng. Oprecht. Gedreven. Snelle geest. Gulzig. Als iets hem kon vertragen, dan was het zijn melancholie. Daarvan zei hij dat hij ze ‘met veel zorgvuldigheid had geteeld’ en ‘aandachtig gekoesterd’. Eloquent en gepassioneerd berichtte hij over de voorstellingen die hij had gezien. Hij kon ze met de grond gelijkmaken, of de hemel in prijzen. Cassant, vlijmscherp en gekruid. Als Van Gansbeke op de radio kwam, luisterde iedereen mee. Omdat het altijd van diep kwam. Theater was voor hem geen ‘vrijetijdsbesteding’. Het moest een ‘noodzaak’ hebben. Het moest ‘bij God’ echt zijn.

Van Gansbeke studeerde Germaanse talen in Gent. Hij bleef altijd bezield door een grote liefde voor theater en literatuur. Vanuit die bezieling deed hij zijn werk. Hij dacht dat hij geen goed acteur of regisseur zou worden. Want gewoon goed zijn, was voor hem niet goed genoeg. Maar het werd geen frustratie. Hij zei dat hij ‘de verbeelding’ van de kunstenaar miste. Hij had een hekel aan alle soorten ‘ambtenarenmentaliteit’ en hooghartige leegheid. Zowel in het theater als daarbuiten.

Dus stond hij als recensent midden in het veld, met een koppigheid en een liefde voor theater om dat op een eigen manier te doen. ‘Ik heb me altijd in een positie gemanoeuvreerd waarin ik alles kan doen. Voor die absolute vrijheid heb ik alles overgehad. Dat is een zorgvuldige keuze, en je moet er rekening mee houden dat je dan met je kop tegen de muur kunt knallen’, zei hij.

Van 1962 tot 1989 werkte hij voor de BRT-Radio, eerst als omroeper, daarna als producer. Als theaterrecensent was hij te horen in het legendarische programma Happening op Omroep Brabant (het latere Radio 2), en nadien op Studio Brussel. Van 1989 tot 1994 was hij verbonden aan de krant De Morgen.

Hij sprak nooit over zijn artistieke visie. Hij sprak altijd over zijn ‘vuistregels’. Die vuistregels noemde hij ‘heel eenvoudig’. ‘Het moet eerlijk zijn, er mag niet worden geneuzeld en er mag niet pseudo worden gedaan. En als er wordt geacteerd, mag er niet geïmiteerd worden.’

De acteur moest voor hem ‘een persoonlijkheid’ zijn. Van Gansbeke verdroeg geen kunst zonder ruggengraat. In 1994 maakte hij de overstap naar de theaterpraktijk. Van 1994 tot 1997 was hij dramaturg bij het Nederlands Toneel Gent (NTG), en vervolgens gedurende korte tijd prospector bij Het Toneelhuis. Van Gansbeke stond drie keer zelf op het toneel: in Merkwaardige paren van Blauwe Maandag Compagnie (1985), in Anna Blume hat ein Vogel (1998) van Theater Zuidpool en in 2004 vertelde hij via een tekst van Josse De Pauw fragmenten uit zijn levensverhaal in Sulla en de mus.

Op dinsdag 5 februari 2008 hield hij zijn laatste toespraak. Hij was met zijn vrouw Hilde uit het Franse Mauzac, waar ze sinds 2000 in een stationnetje woonden, naar België gekomen. Vrienden organiseerden voor hem een verjaardagsfeest in de kelder van Theater Zuidpool. Hij werd zeventig, hij wist dat hij stervende was. Hij zat in een zetel tussen kussens. Hij was een man van zorgvuldigheid, een Duvel en een sigaret. Het feest duurde tot na middernacht.

Hij begon zijn gelegenheidstoespraak met de woorden: ‘Lieve landgenoten en goede vrienden, ik wist niet dat de Zuidpool zo mooi was’. Hij zei op zijn typische toon: ‘Iemand blijkt ervoor gezorgd te hebben dat ik hier vanavond word gevierd voor mijn zeventigste verjaardag. Ik zie niet goed in wat voor feestelijks daaraan is: ik word weer eens ouder, kreupeler, tandenlozer, hardhoriger, blinder en verkankerder. Maar ja, de aanstichter van dit feest en ik begroeten mekaar weleens, zoals ook Nand Buyl en ik mekaar weleens begroetten, met de bemoedigende woorden: “Ah, leeft gij nog?”‘

Hij dankte voor alle warmte, genegenheid en bezorgdheid. ‘Ze is voor mij een hart onder de riem. En onder die riem kan ik dezer dagen een en ander gebruiken, anders valt mijn broek af. En eerlijk waar: ik wist niet dat de Zuidpool zo mooi was.’ De rest noemde hij stilte.

Anna Luyten

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content