Ze noemen zich graag een slecht land met goede mensen. Maar hoe zit het echt met de Pakistanen? Rudi Rotthier reisde midden vorig jaar drie maanden door Pakistan en berichtte daarover in Knack. Zijn reisverslag verschijnt nu ook in boekvorm: De lont aan de wereld. ‘In Pakistan zit zo veel opgekropte frustratie, dat is een kruitvat.’
Rudi Rotthier kent de weg in de wereld. Sinds hij in 1989 zijn vaste baan bij de krant De Morgen opgaf, was hij voornamelijk onderweg. Hij reist en hij schrijft. Zijn boek De Koranroute over de landen van de islam, van Noord-Afrika tot Indonesië, werd een bestseller. Maar hij publiceerde de voorbije tien jaar ook over, onder meer, de Verenigde Staten, Canada, Nieuw- Zeeland en de Stille Zuidzee.
Midden vorig jaar wou Rotthier naar Pakistan. Hij kent het Indische subcontinent en hij was eerder in Pakistan, maar hij voelde zich niet zeker. Mensen die het land kennen en die weten hoe grondig Rotthier een land bereist, waarschuwden hem voor het risico. Hij zou niet alleen fysiek gevaar lopen, hij zou ook met niemand kunnen praten. Rudi wachtte geduldig op zijn visum en vertrok. Zijn reportages verschenen in het vroege najaar van 2010 in Knack. Hij bundelde zijn materiaal nu ook tot een boek, dat nu in de boekhandel ligt.
‘Ik was vooraf een beetje bang,’ zegt hij, ‘maar na twee, drie dagen was dat gevoel weg. Ik kon rustig de riksja nemen, met mensen op straat praten en zij met mij. Ik keek wel uit met mensenmassa’s, maar afgezien van wat kleine, praktische ingrepen kwam alles toch vanzelf. Het was alsof mensen mij bijna in koor iets duidelijk wilden maken. Ze kwamen naar me toe om te zeggen dat ze niet zijn wie wij denken dat ze zijn. Dat ze geen terroristen zijn, geen radicale moslims, dat ze de taliban niet graag zien.
‘Maar tegelijk betogen diezelfde mensen voor de vrijlating van de moordenaar van Salman Taseer, de gouverneur van de provincie Punjab. Die werd door een lijfwacht doodgeschoten omdat hij kritiek had op de wet op de godslastering. De weerstand van mensen tegen religie is gering. Wie lang wil leven, kan de mollahs ook maar beter niet tegenspreken. Je hebt tegen de beschuldiging van blasfemie ook geen verweer: als wordt gezegd wat er is gebeurd, wordt de blasfemie herhaald en dat mag natuurlijk niet.’
Rotthier reisde ook naar de Swatvallei, die twee jaar geleden door de taliban werd ingenomen en pas na zware gevechten door het Pakistaanse leger werd heroverd. ‘De schade aan de gebouwen viel mee, maar ik had de indruk dat de mentale kolonisering door de taliban nog wel doorwerkte. Vroeger gingen vrouwen in de Swat kleurrijk gekleed. Nu zie je veel boerka’s en is zwart de dominante kleur. Tot mijn verbazing koos de hulporganisatie Artsen Zonder Grenzen er in de Swat voor om ‘lokaal te gaan’: vrouwelijke medewerkers gaan vaak van kop tot teen bedekt. Mannen dragen het traditionele hemd met pofbroek. Ik begrijp dat het veiliger is om niet te veel op te vallen, maar ik heb een onbehaaglijk gevoel bij mensen die zich zo verkleden.’
Stonden de mensen in de Swatvallei eigenlijk negatief tegenover de taliban? Minder dan Rotthier had gedacht. ‘Zeker als je weet hoeveel mensen er zijn terechtgesteld. Bijna onder het motto: beter te veel dan te weinig, God zet dat achteraf wel weer recht. Mensen die het hebben meegemaakt, zeggen nu: de taliban, ja, ze hebben de verkeerde theologie. Ik zou, denk ik, toch veel kwader zijn. In vergelijking met een vorige reis in Pakistan viel de afwezigheid van vrouwen in de publieke ruimte overal op, maar in de Swat kreeg ik helemaal geen vrouwen te spreken. En dat is toch een probleem, want het wil zeggen dat de helft van de bevolking niet naar buiten mag treden.’
Wachten in de ellende
Rudi Rotthier was vorig jaar toevallig in Pakistan op het moment van de grote overstroming. De ramp maakte dat hij zijn plannen moest bijsturen, en dat zat hem aanvankelijk niet lekker. ‘Ik ben pas na een week of drie naar het overstromingsgebied getrokken. Ik had daar eerst de indruk dat het minder voorstelde dan wat de media ervan maakten. Wat was er weggespoeld? Lemen hutten, die gemakkelijk weer heropgebouwd kunnen worden. Maar dan zie je dat mensen geen initiatief nemen om daar werk van te maken. Het wordt door de feodale heersers blijkbaar niet geapprecieerd als mensen initiatief tonen. Dus zitten ze netjes in de ellende te wachten tot er een teken komt van de regering of van de feodale baas. Overigens moet ik zeggen dat de schade door de overstroming in de Swatvallei wel hallucinant groot was. Een kwart van de stad was weg. En dan zitten de mensen samen in de andere driekwart te wachten. Ik heb veel mensen zien wachten.’
Uiteindelijk, zegt Rudi Rotthier, wilden veel mensen die ik sprak gewoon een beter leven. ‘Dat komt er niet van omdat de politiek niet deugt. Omdat er corruptie is. Omdat het onderwijs afschuwelijk is voor mensen die er niet voor kunnen betalen. Er wonen in Pakistan 180 miljoen mensen. Ik schat dat driekwart daarvan probeert om iets van hun leven te maken, zónder daarin te slagen. Zo veel opgekropte frustratie bij elkaar is een kruitvat.’
Hij vertelt hoe hij in de stad Multan drie jongens tegenkwam die zich met hun middelbare diploma in de hand wilden inschrijven aan de militaire academie. Een unieke gelegenheid op voortgezet onderwijs op kosten van het leger. De kans om een stap vooruit te zetten. Maar aan de academie werd hen gezegd dat hun diploma niet deugde. Dat was waarschijnlijk niet meer dan een poging om ze geld afhandig te maken, maar ze dachten eraan om de trein terug te nemen naar hun school om daar een fake diploma te vragen, waarvoor ze dan wellicht ook zouden moeten betalen. Terwijl ze een echt diploma hadden. Rotthier: ‘Dat is een gevecht met de omstandigheden dat je niet voor mogelijk houdt. Voor wie bovenaan de piramide staat, gaat alles vanzelf. Een niveau lager is niets mogelijk. Die situatie is onhoudbaar, maar dat debat wordt nooit gevoerd. Het gaat altijd over fanatici en aanslagen. De normaliteit komt nooit ter sprake.’
Ze zouden zoals in de Arabische wereld om hervormingen kunnen vragen, maar tussen de dictaturen door werkt de Pakistaanse democratie behoorlijk. ‘Als ze gaan stemmen, doen ze dat heel rationeel’, zegt Rudi Rotthier. ‘Ze kiezen voor partijen die een landhervorming beloven, die er helaas nooit komt. Ze kiezen niet voor radicale moslimpartijen. Het is een emotioneel maar bij momenten ook een intelligent kiespubliek. Ze hebben alleen weinig geluk met diegenen die ze verkiezen. De enige die er nog een beetje van bakte, was Zulfikar Ali Bhutto, de vader van Benazir, maar zijn macht was van korte duur en hij speelde Oost-Pakistan kwijt – wat nu Bangladesh heet. Die balans was dus ook niet zo positief.
‘In tegenstelling tot Egypte is Pakistan ook niet echt een natie. Egypte heeft een geschiedenis die duizenden jaren teruggaat. In Pakistan droomt Baluchistan van onafhankelijkheid. Het zuidelijke Sindh kan het niet vinden met het meer noordelijke Punjab. En dan zijn er nog de Pathanen, die verspreid leven over Afghanistan en Pakistan. Het land hangt niet aan elkaar. Er is ook geen ordemacht. Het leger is sterk, maar toch hebben de mensen niet de indruk dat ze veilig zijn. Ze schelden op politici, maar als het over de mollahs gaat, dalen de decibels tot fluistertoon.’
Is Pakistan dan toch een slecht land met goede mensen, zoals ze graag van zichzelf zeggen? Rudi Rotthier: ‘Dat heb ik wel honderd keer gehoord. Maar dan was er die lynchpartij in Sialkot, waarbij twee tienerjongens onterecht van een overval werden beschuldigd en ter plekke door een woedende menigte werden doodgeslagen. Voor niets. Of, wat ook gebeurt: een vrouw wordt van overspel verdacht en door dorpsgenoten meteen gestenigd. Dat soort verhalen lees je elke week in de krant. Die goede mensen doen dus toch af en toe slechte dingen. Zo goed zullen ze dan wel niet zijn.’
RUDI ROTTHIER, DE LONT AAN DE WERELD. EEN REIS DOOR PAKISTAN, UITGEVERIJ ATLAS, AMSTERDAM/ANTWERPEN, 206 BLZ., 19,90 EURO.
RUDI ROTTHIER IS OP 6 MAART TE GAST OP HET FESTIVAL MIND THE BOOK IN DESINGEL IN ANTWERPEN, OM 16.30 UUR.
DOOR HUBERT VAN HUMBEECK
‘Voor wie bovenaan de piramide staat, gaat alles vanzelf. Een niveau lager is niets mogelijk.’ (Rudi Rotthier)