Uitdagende foto’s, soms hilarische slogans en overijverige plakploegen. De campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober is duidelijk begonnen. Terwijl honderden kandidaten op straten en pleinen schreeuwen om de aandacht van de kiezer, houden hun partijgenoten in de Wetstraat hun adem in. Knack licht voor u hun kansen door. Vanaf deze week passeren alle Vlaamse partijen een voor een de revue.

Niemand hoeft de gemeenteraadsverkiezingen een nationale dimensie te geven, want die hebben ze vanzelf al. Dat beweert toch Vlaams minister en N-VA-boegbeeld Geert Bourgeois in een interview elders in dit blad. Daarmee wil hij vooral duidelijk maken dat het niet de schuld van zijn partij zal zijn als hardwerkende burgemeesters straks worden afgestraft omdat de kiezers niet tevreden zijn over hun partijgenoten in de federale regering. Maar het was natuurlijk wel Bart De Wever – en niemand anders – die de Vlamingen nog voor de eerste affiche was gedrukt opriep om premier Elio Di Rupo (PS) en zijn ploeg op 14 oktober terug te fluiten.

Een voor de hand liggende strategie. Niet alleen omdat alle traditionele partijen samen in de federale regering zitten, maar ook omdat de N-VA vandaag een pak sterker staat in de Wetstraat dan in de Dorpsstraat. De partij heeft de voorbije jaren wel keihard gewerkt aan de uitbouw van een lokale basis en dankzij een kartel met CD&V zat ze in verschillende steden en gemeenten in de meerderheid. Maar vandaag oogt haar lokale verkiezings- programma op veel plaatsen nogal mager. Bovendien heeft ze geen burgemeesters om mee uit te pakken, dat is toch wel een handicap.

Een burgemeester incarneert immers het hele beleid van een stads- of gemeentebestuur. Zijn mensen tevreden over het nieuwe jeugdhuis, de heraanleg van de grote markt of het ambitieuze mobiliteitsplan, dan hebben ze de neiging om de burgemeester en zijn lijst daarvoor genereus te belonen. Keer op keer. Een burgemeester is dus zo goed als altijd een enorme troef voor een partij. Al heeft die partij in zo’n dorp niet altijd dezelfde naam als in Brussel, en heet die daar Gemeentebelangen, Lijst van de Burgemeester of Welzijn. Soms omdat onafhankelijke kandidaten of kartelpartners zich daar comfortabeler bij voelen, maar steeds vaker ook om niet al te veel geassocieerd te worden met de nood- lijdende moederpartij.

Normaal draaien gemeenteraadsverkiezingen dus rond thema’s als een nieuwe bibliotheek, het traject van de schoolbus of een gecontesteerde parkeergarage. Nogal wat kiezers laten hun stem zelfs bepalen door nog meer uitgesproken plaatselijke problemen: hondenpoep in hun voortuin, losliggende stoeptegels of het schrappen van de parkeerplaats voor hun deur. Partijen moeten al van ver komen om die aandacht om te leiden tot het reilen en zeilen op andere bestuursniveaus.

Toch ziet het ernaar uit dat de N-VA daar dit keer in zal slagen, en dat maakt de traditionele partijen met hun dikke burgemeestersbonussen zeer zenuwachtig. Het is ook niet gemakkelijk om de moed erin te houden als de kranten je dagelijks een fikse bolwassing voorspellen. De peilingen zijn voor de traditionele partijen dan ook weinig hoopgevend. Terwijl de N-VA vlot 40 procent behaalt, troepen de SP.A, Open VLD en CD&V samen tussen de 10 en de 14 procent. Niemand twijfelt eraan dat ze ook op lokaal niveau achteruit zullen gaan. ‘Vooral de Open VLD zal klappen krijgen’, zegt Geert Bourgeois daarover. Hij verwacht namelijk dat de kiezers die tijdens de doodsstrijd van de Volksunie en masse naar de toenmalige VLD zijn gevlucht nu naar het Vlaams-nationalistische nest zullen terugkeren. Maar ook CD&V heeft reden te over om zich zorgen te maken, want die wordt uitgedaagd in haar hoedanigheid van volkspartij en zal wellicht ook nog Vlaamsgezinden verliezen die de zesde staatshervorming maar niets vinden. En van het Vlaams Belang en LDD heeft de N-VA al helemaal niet veel te vrezen, want die hangen haast overal in de touwen.

Misschien dat de linkse partijen, als ze het slim spelen, nog wat garen kunnen spinnen bij het gedrang aan hun rechterkant. De SP.A doet het in de peilingen iets minder slecht dan de anderen en verraste bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen nog met een zeer goede score. Vooral in de steden dan. Voor Groen ziet het er zelfs echt positief uit, want die partij zit tegenwoordig in de lift. En dan is er ook nog de opgepoetste PVDA+, die de afgelopen jaren door Peter Mertens de eenentwintigste eeuw is binnengeleid en onder meer in Antwerpen kans kan maken op een zetel in de gemeenteraad.

Stok achter de deur

Iedereen lijkt nu wel gebiologeerd door 14 oktober, maar eigenlijk begint het dan pas. Want de coalitievorming zou in heel wat steden en gemeenten wel eens meer voeten in de aarde kunnen hebben dan gewoonlijk. De opkomst van de N-VA biedt de andere partijen niet alleen kopzorgen maar ook kansen om voor nieuwe meerderheden te kiezen, om elkaar wat te jennen ook. In veel gemeenten was er tijdens de huidige bestuursperiode haast geen alternatieve meerderheid mogelijk. Vaak door het cordon sanitaire, maar ook doordat één traditionele partij er een duidelijk overwicht had. Na de verkiezingen koos die haar coalitiepartners en daarmee was de kous af. Door het succes van de N-VA zou daar nu wel eens verandering in kunnen komen. In Oostende, bijvoorbeeld, zouden de N-VA en LDD de Open VLD en Groen hebben gepolst om een anti-SP.A-coalitie te vormen. Nu lijkt het daar minstens nog een bestuurs- periode te vroeg voor, maar de opgang van de N-VA versterkt er wel de onderhandelingspositie van de toekomstige coalitiepartner van de socialisten. En ook in Gent kan de mogelijkheid van een coalitie met de N-VA zowel een stok achter de deur als een terugvalbasis zijn voor de Open VLD die straks wellicht met het kartel SP.A/Groen zal onderhandelen.

In andere steden en gemeenten gaat het niet om schijn- manoeuvres, maar zijn de klassieke partijen gewoonweg aan iets nieuws toe. Zoals in Kortessem, waar de SP.A en CD&V een voorakkoord met de N-VA zouden hebben gesloten om zo een eind te maken aan 24 jaar liberaal bestuur. Al zijn er natuurlijk ook heel wat plekken waar net voorakkoorden zijn gesloten om alles bij het oude te laten en de N-VA buiten de deur te houden. Dat is bijvoorbeeld de reden waarom CD&V, de SP.A en de Open VLD in Merelbeke voor elkaar hebben gekozen.

Ondertussen doen de plaatselijke kandidaten het enige wat ze in deze omstandigheden kunnen doen: ze rollen oranje lopers uit, plaatsen groene partytenten, blazen gele ballonnen op of stoppen hun vierkleurenfolders onder ruitenwissers. ‘Als je zes jaar hard hebt gewerkt, kun je de mensen echt nog wel overtuigen’, zegt een CD&V-burgemeester. ‘In Brussel is onze partij in diskrediet gebracht door de dioxinecrisis, het kartel, de ellenlange regeringsonderhandelingen en Yves Leterme. Maar ík ben wel nog altijd burgemeester. De N-VA overleven we hier dus ook nog wel.’

DOOR ANN PEUTEMAN

Door de opkomst van de N-VA kunnen de andere partijen voor nieuwe meerderheden kiezen, of elkaar wat jennen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content