Er is in Vlaanderen te weinig durfkapitaal voor de ontwikkeling van spin-offs.

De softwareproducent voor de elektrochemische industrie Elsyca is een spin-off van de Vrije Universiteit Brussel. Het was niet makkelijk om de overstap van universitair onderzoek naar de markt te maken. Johan Deconinck: ‘Aanvankelijk namen we zelf alle risico’s en groeiden we met eigen kapitaal, maar dat konden we niet volhouden, dus togen we op zoek naar extra financiering. Maar we kwamen in een grijze zone terecht, omdat we niet groot genoeg waren om kans te maken bij de banken, die zelden onder de indruk zijn van creatief ondernemen. En ondanks haar grote woorden biedt de overheid weinig steun. Overheid en banken stappen pas in een bedrijf als er met een innovatie kan worden doorgebroken. Nu hebben alle universiteiten een eigen fonds om financieringsproblemen in die tussenzone op te lossen. Bij die fondsen wordt er echter net als bij private risicokapitaalverstrekkers een gemiddeld rendement van 30 procent vooropgesteld, want de succesinvesteringen moeten de mislukkingen compenseren. Precies hier zou de overheid extra steun voor starters kunnen verlenen met initiatieven die het risico in een vroeg investeringsstadium beperken.’

Echte onderzoekers komen er volgens Deconinck in dit systeem niet aan te pas: ‘Je moet al een onderzoeker met ondernemersbloed zijn om de stap naar een spin-off te willen zetten, want die vergt een heel andere aanpak dan gewoon onderzoek doen en geregeld je resultaten publiceren.’ Veel hoop op een betere toekomst heeft hij niet: ‘Behalve de productie zal ook het industrieel onderzoek uitbesteed worden aan lagelonenlanden. Het is een illusie dat we technologie via onze hersenen hier kunnen houden. In Oost-Europa en China zit veel talent. Een van onze concurrenten laat nu al zijn consultancyrapporten voor een lage prijs in India maken zonder dat hij zijn opdrachtgevers daarvan op de hoogte stelt.’

Koen Debackere runt Leuven Research & Development (LRD) dat spin-offs van de KU Leuven begeleidt. De jongste vijf jaar werden er een twintigtal grote en ongeveer evenveel kleine bedrijven op de markt losgelaten – dat is ongeveer een derde van de aanvragen die binnenkwamen. Die moeten nu bewijzen wat ze waard zijn, in een markt die héél selectief geworden is. ‘Vroeger was een mooie powerpointpresentatie genoeg om investeerders te overtuigen, maar in de huidige conjunctuur moet je al met klanten en contracten kunnen zwaaien om financiering te krijgen’, ondervond Debackere.

En het is niet zeker dat daar op termijn verbetering in zal komen. ‘Banken zijn niet gemaakt om risico’s te nemen’, stelt ook Debackere. ‘Het grootste probleem in België is dat er bijna geen echte durfkapitaalverstrekkers zijn. En deze die er zijn beschikken over onvoldoende middelen. Enkele tientallen miljoenen euro is te weinig om het verschil te maken. Er zouden een drietal initiatieven van het kaliber van de Gewestelijke Investeringsmaatschappij Vlaanderen moeten komen, die zo’n 2 miljard euro aan durfkapitaal kunnen inzetten. Dan zouden we ernstig bezig zijn.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content