Danny Reweghs
Danny Reweghs Directeur strategie Inside Beleggen

Aandelenmarkten verrezen uit hun as het afgelopen half jaar. Maar daarmee zijn de ‘gouden’ beurstijden van eind jaren ’90 nog niet terug.

Het kan verkeren, ook en vooral op de beursvloer. Midden maart zaten beleggers nog in zak en as. Een ware paniekstemming in de financiële sector – in het bijzonder bij de verzekeraars – in Europa zorgde voor een ware verkoopgolf. De Europese beurzen gingen dagelijks meerdere percenten naar beneden en de financiële waarden duikelden zelfs tot 10 % per dag.

Nu waren de omstandigheden in het voorjaar natuurlijk ook niet bepaald ‘ideaal’. Het conflict tussen Amerika en Irak bereikte stilaan een climax. Dat dreef de olieprijs tot boven 30 dollar per vat. Overal kwamen economieën tot stilstand.

Maar het element dat beleggers nog het meest in de ban hield, was de ‘zorgwekkende’ toestand van de verzekeraars. Niet alleen de gemiddelde particuliere belegger had immers de zonde begaan om, naarmate de koersen meer stegen, ook de aandelenposities stelselmatig te verhogen.

Met de scherp dalende beurskoersen verschraalden de activa van de verzekeraars evenwel zodanig dat ze aan hun verplichtingen niet meer konden voldoen en dat feit deed de beurskoersen nog meer zakken. Waardoor de (levens)verzekeraars nog dieper in de problemen geraakten en de beleggers nog meer in de gordijnen joegen. Een typevoorbeeld dus van een neerwaartse spiraal.

De angst om geld te verliezen, zorgde er ook voor dat beleggers extreem risicoschuw werden. Ze ruilden hun aandelen voor liquiditeiten en obligaties. Ook al zakte de vergoeding op vastrentende producten naar de laagste niveaus in tientallen jaren. Of, zoals men in het vakjargon omschrijft: aandelen werden opgezadeld met een steeds hogere ‘risicopremie’.

Als ze al nog in aandelen wilden beleggen, dan kochten ze louter ‘veilige’ aandelen. Wat een half jaar geleden gelijk stond met aandelen van bedrijven met zo weinig mogelijk schulden en een zo gering mogelijke dollargevoeligheid. Zes maanden geleden illustreerden we dat door een vergelijking te maken tussen Delhaize en Colruyt. We doen die nog eens over ( zie kaderstuk). Want die analyse is nog altijd heel kenschetsend.

SPECTACULAIR HERSTEL

Maar, zoals wel vaker, het is het meest duister net vóór het daagt. Precies enkele dagen voor de start van de Irak-oorlog begonnen de koersen opnieuw te stijgen. En door een snelle val van het Saddam-regime kwam een forse herstelbeweging op gang. Stelselmatig werd die beweging ook ondersteund door het vooruitzicht op een economisch herstel vanaf het najaar in de VS en vanaf volgend jaar in Europa.

De meeste beurzen ( zie tabel) hebben intussen een herstelbeweging van 40 à 50 % achter de rug. Indrukwekkend op zich, maar natuurlijk te relativeren door de scherpe koersdaling voordien. Zo mag onze ‘eigen’ BEL20-index dan al bijna 50 % gestegen zijn (afgerond van 1400 naar 2100 punten), bijna vijf jaar geleden bereikte die index nog een piek van 3600 punten. De meeste beleggers hebben het voorbije half jaar dan ook alleen maar hun verliezen kunnen afbouwen. Maar een slechte zaak is het zeker niet. Bovendien is het de eerste keer sinds het met de beurzen in het voorjaar van 2000 de ‘verkeerde’ kant uitging dat de beurzen zo’n sterke stijging laten optekenen.

HERNIEUWD VERTROUWEN

En er zijn tekenen van een economisch herstel. Die tekenen zijn tastbaarder en concreter voor de VS dan voor Europa, maar het is intussen klassiek dat het ‘oude continent’ zich op sleeptouw moet laten nemen door Uncle Sam en dus steeds met een aantal maanden vertraging een heropleving kent.

Betere economische vooruitzichten gaan doorgaans samen met een stijging van de verwachte winstgroei bij de bedrijven. En zoals dat gaat: als de beurzen stijgen, komt ook het vertrouwen terug. Bijhorende grafiek laat zien dat er een enorm sterk verband is tussen de beursevolutie en het consumentenvertrouwen in de Verenigde Staten. En het is nog steeds Wall Street dat de ontwikkeling van de belangrijkste wereldbeurzen bepaalt.

Een negatieve werd een positieve spiraal. De appetijt om risico’s te nemen, stijgt haast dagelijks. Dat valt het best af te leiden uit de soort aandelen die momenteel gegeerd zijn. Het zijn niet langer de defensieve aandelen met weinig tot geen schulden zoals in het voorjaar, maar opnieuw de speculatievere (technologie)aandelen die in trek zijn bij het actievere beleggingspubliek.

BEDREIGINGEN BLIJVEN

Dan maar meteen naar uw beursmakelaar bellen om aandelen te kopen? Misschien moet u toch even ook aandacht hebben voor een aantal bedreigingen. Wat ons vooral terughoudend maakt, is de vraag omtrent de fundamentele gezondheid van het herstel. We vrezen dat het economische herstel niet erg duurzaam zal blijken te zijn. Want het herstel is nogal kunstmatig, in die zin dat zowel de Amerikaanse centrale bank als de overheid een erg agressief beleid voeren op korte termijn. De centrale bank ( Federal Reserve) heeft de kortetermijnrente naar een absoluut dieptepunt van 1 % geduwd, in de hoop zo de consumptiemotor op peil te houden.

De gemiddelde Amerikaan had echter al een behoorlijk hoge schuldenlast aan het eind van de ‘gouden’ jaren ’90 en die is door de agressieve monetaire politiek alleen maar groter geworden. Nooit eerder in haar geschiedenis was de schuldgraad zo groot, zelfs niet in 1929. Dat valt ook af te leiden uit de vaststelling dat het handelstekort steeds groter wordt. Amerika voert met andere woorden veel meer in dan het zelf naar de rest van de wereld uitvoert.

George W. Bush wil opnieuw worden verkozen tot president. Hij voerde al een oorlog in Irak en wil nu de economie koste wat het kost weer aanzwengelen door enerzijds de belastingen te verlagen (vooral voor de rijken) en anderzijds de uitgaven te verhogen (vooral defensie). Van een begrotingsoverschot onder president Bill Clinton is de VS geëvolueerd naar een aanzienlijk begrotingstekort, dat volgend jaar nog zal oplopen.

Eens zullen de Amerikanen aan de aflossing van hun schulden moeten beginnen. Voorlopig stelt zich niet echt een probleem, omdat vooral de Aziaten (Japanners en Chinezen) bereid blijven om het tekort te financieren. Het afgelopen decennium hebben ze aan hun dollarbeleggingen zeer goed verdiend. Maar de jongste tijd verliest de dollar terrein tegenover de euro en yen. De internationale beleggers hebben immers steeds meer in de gaten dat de fundamenten van de Amerikaanse economie zeer onevenwichtig zijn. Een verder verzwakkende dollar kan een einde maken aan die kapitaalstroom naar de VS en dan kunnen de Amerikanen niet langer boven hun stand blijven leven.

VOORZICHTIGHEID GEBODEN

Een verder verzwakkende dollar kan ook de Europese economieën flink wat schade berokkenen. Veel Europese bedrijven zetten immers een groot deel van hun omzet in de VS af of ze hebben serieuze Amerikaanse concurrenten, die hen op eigen terrein in Europa kunnen komen beconcurreren als de dollar diep zou wegzakken.

Op korte termijn kunnen de aandelenmarkten mogelijk wat verder gaan op hun positief elan van de afgelopen maanden. Maar we manen toch aan tot voorzichtigheid. Zij die denken dat de ‘gouden jaren ’90’ terug zijn, zouden zich wel eens ernstig kunnen vergissen. Want dat is de val waarin beleggers niet mogen trappen: opnieuw aandelen beginnen te kopen op het ogenblik dat ze weer vlakbij of zelfs op hun toppunt staan.

Danny Reweghs

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content