Jacques Sys
Jacques Sys Jacques Sys is een Belgische sportjournalist

Het wielerlandschap na de aardbeving. Hein Verbruggen, voorzitter van de Internationale Wielerunie (UCI), meet de schade. Aan de vooravond van een nieuwe Ronde van Frankrijk ziet hij licht in de duisternis.

Vanuit zijn kantoor in Lausanne kijkt Hein Verbruggen uit op het groen dat de Zwitserse stad domineert. Aan de muur hangt een schilderij van een lijdend renner. Het symboliseert de rauwheid van de wielersport, maar tegelijk ook hoe ze gebukt gaat onder de klappen van het voorbije jaar. Een lawine van dopingverhalen raasde de afgelopen maanden over het wielrennen. Een aantal mensen hing het beeld op van een verdorven milieu, waarin bedrog een gewoonte is geworden.

Hein Verbruggen weigert zich bij de malaise neer te leggen. Verbeten probeert de Nederlander, sinds zeven jaar voorzitter van de Internationale Wielerunie UCI, het imago weer te zuiveren. Hij kondigde al aan dat het aantal bloedcontroles in de Ronde van Frankrijk – die zaterdag begint -, zal opgedreven worden.

Natuurlijk beseft Verbruggen dat hij een gevecht tegen windmolens voert. Men zal altijd nieuwe methodes van dopinggebruik ontwikkelen, die zijn diensten niet zullen kunnen detecteren. Dat weet hij. “Maar we zijn verplicht om te blijven controleren”, predikt Verbruggen. Van de bestrijding van epo heeft hij inmiddels een topprioriteit gemaakt. Want volgens hem worden de problemen van de wielersport tot dat product herleid. “Als we dat oplossen, dan zijn we echt een hele stap verder.” In het onderzoek naar epo kondigt hij dus nieuwe investeringen aan “ook al heeft de wetenschap ons tot dusver in de steek gelaten”.

Precies één jaar nadat het schandaal losbarstte toen in de auto van Festina-verzorger Willy Voet verboden producten werden aangetroffen, wil de UCI-voorzitter de uitwassen rigoureus aanpakken.

Hein Verbruggen: Ik heb het gerechtelijk optreden tegen Festina vorig jaar alleen maar toegejuicht. En ik ben wat dat betreft niet van idee veranderd. Die rechter in Rijsel doet zijn werk. Dat is pijnlijk voor ons, maar we hebben het zelf veroorzaakt. Ik heb zelf alle medewerking gegeven aan het onderzoek, ben op mijn eigen verzoek met een stapel papieren naar Rijsel gegaan. Ik vond het mijn plicht om dat te doen.

Maar wat ik niet begrijp, is de manier waarop de politiediensten van Reims tijdens de Tour TVM aanpakten. Tenslotte ging het in dat geval om iets wat al in maart was gevonden. Dan heb je alle tijd om de betrokken mensen daarover te ondervragen. Ik vind het ongepast om daarvoor de politie naar de Ronde van Frankrijk te sturen. Uiteindelijk veroorzaakte dát de stakingen. Dat had eigenlijk niets met de zaak-Festina te maken.

Dat zien de organisatoren van de Tour dan wel even anders: TVM werd voor de komende Ronde van Frankrijk uitgesloten.

Verbruggen: Die beslissing kan ik absoluut niet begrijpen. Los van het feit dat je gedurende een aantal weken met conflicten en een juridische rompslomp zit als je ploegen en renners startverbod oplegt, vind ik dat de Tour-directie twee dingen door mekaar haalt. Zij hebben vorig jaar gezegd dat ze de mensen die betrokken waren bij doping niet in de Tour wilden. Dat is legitiem, daarin kan ik me vinden. Maar de uitsluitingen van Once-sportdirecteur Saiz en van de voltallige TVM-ploeg hebben niets met doping van doen. Er is wel epo gevonden in een vrachtwagen van TVM, maar dat is niet de reden die Tour-baas Jean-Marie Leblanc nu opgeeft. Want dan zou hij meer ploegen startverbod moeten opleggen. Het heeft gewoon ermee te maken dat TVM vorig jaar opstapte.

Die beslissing is het goed recht van Leblanc. Maar ze toont wel dat er binnen de wielersport nog een probleem is dat we dringend moeten oplossen: we kunnen de verantwoordelijkheid voor de deelname aan wedstrijden als de Tour en de Giro niet langer aan organisatoren laten. Want eigenlijk hebben zij door de mogelijkheid om renners en ploegen te weren, een grote invloed op wie hun koersen wint. Dat wil ik niet. Dus moet de UCI ingrijpen. In de wereldbekerwedstrijden doen we dat al. Daar zijn de organisatoren verplicht om de eerste 22 ploegen uit het UCI-klassement uit te nodigen. In de Tour worden normaal gezien ook die normen gehanteerd. Jammer genoeg staat dat niet op papier.

Hoe kan de wielersport na alle schandalen en onthullingen van het voorbije jaar haar geloofwaardigheid terugwinnen?

Verbruggen: We moeten op lange termijn blijven denken. En onze lijn blijven volgen. Iedereen vergeet altijd dat we de enige sportfederatie zijn die gezondheidscontroles laat uitvoeren. In feite creëren wij onze eigen problemen. Ik zie dat in geen enkele andere sportdiscipline, met uitzondering van het langlaufen. Wij worden bekritiseerd voor onze controles, voor onze pogingen om de gezondheid van de renners te beschermen. Dat is een paradoxale situatie. Maar we lopen in het wielrennen wel voorop. De komende jaren zullen de andere sportbonden verplicht zijn ons te volgen. Want het dopingprobleem verlegt zich steeds meer van ontdekbare producten naar de onontdekbare. Met onze gezondheidscontroles hebben wij daartegen al maatregelen genomen.

Toch beweert Willy Voet in zijn boek “Prikken en slikken” dat die controles verloren geld zijn. Volgens hem bestaan er genoeg middelen om de inname van producten te verbergen.

Verbruggen: Voet leeft duidelijk in een andere tijd. Hij zegt bijvoorbeeld: Iemand die een kwartier aan een infuus ligt, haalt zijn hematocrietgehalte met vier punten naar beneden. Maar wij geven renners de kans niet om dat te doen. De controles gebeuren snel en onverwacht. Binnen de tien minuten moeten de renners zich aanmelden. Trouwens, als je in de Giro Marco Pantani, veruit de populairste sportman van Italië, controleert en uitsluit, dan toon je als federatie toch welke richting je wil inslaan. Ook al kunnen we niet aantonen dat Pantani epo heeft gebruikt. Er zijn te veel exterieure factoren die schommelingen in de hematocrietwaarde kunnen veroorzaken. Maar we weten wel: iemand die boven de vijftig zit, kan zijn beroep niet op een gezonde manier uitoefenen. Die moeten we rust voorschrijven.

De UCI krijgt een vloedgolf van kritiek over zich uitgestort.

Verbruggen: Ik heb de media-aandacht die dat allemaal veroorzaakt, onderschat. Daardoor heeft het lang geduurd voor een groot gedeelte van de pers het verschil ontdekte tussen dopingcontroles en gezondheidscontroles. Bij het ene controleren we de urine, bij het andere meten we via het bloed de hematocrietwaarde en de gevolgen van een eventueel dopinggebruik.

In alle commotie tijdens de vorige Tour ontstond er nog een extra probleem. Plotseling gingen ze daar enkele parameters méér controleren, zodat er gezegd werd dat de Franse renners minder doping kunnen gebruiken dan de buitenlandse. Zo ontstond er een wielersport van twee snelheden. Dat heeft veel schade toegebracht aan onze sport. En bovendien is het – zo vinden ook vele medici – een absoluut onzinnig standpunt, waarover je nu in Frankrijk niets meer hoort. Maar in de pers is dat toen allemaal enorm uitvergroot. Ik moet trouwens zeggen: veel journalisten die ik nu ontmoet, zijn halve dokters.

De indruk ontstond dat bijna het hele peloton aan de verboden middelen zit.

Verbruggen: Onzin. Er zijn ook renners die met een laag hematocrietgehalte grote wedstrijden winnen. De testen bewijzen dat. Maar daarover wordt natuurlijk niet gesproken.

Ivan Gotti, bij wie de hematocrietwaarde na zijn zege in de Ronde van Italië 44 bedroeg.

Verbruggen: Of Andrea Taffi na Parijs-Roubaix. Ik kan u trouwens zeggen: sinds wij die gezondheidscontroles uitvoeren zijn er veel minder excessen. Wij constateren dat er in de ploegen op medisch vlak uitstekend wordt gewerkt. Dat merken we aan de testen die we krijgen. Alleen stellen de misbruiken alles in de schaduw.

Ik heb een heel simpele theorie, die de renners onderverdeelt in vier categorieën. Een kleine minderheid bedriegt moedwillig. Een grotere groep voelt zich verplicht om doping te gebruiken omdat ze weten dat een kleine minderheid dat ook doet. Dan is er nog een grote groep die medicijnen neemt maar binnen de reglementering blijft. En tenslotte is er een zeer kleine groep die niets doet. Hoe groot die percentages zijn, weet ik niet. Dat komen ze me niet vertellen. Want vergeet niet: zelfs bij Festina waren er renners die níet pakten.

Het probleem nu is dat je de renners die zich verplicht voelen om mee te doen, niet kan beschermen tegen de groep die bewust doping neemt. Vooral als het om epo gaat. Van dat middel is wetenschappelijk aangetoond dat het in aanzienlijke mate het prestatievermogen bevordert.

Het percentage van het dopinggebruik is nog om een andere reden moeilijk te bepalen. Het blijft onmogelijk om bepaalde producten op te sporen. Om, bijvoorbeeld, vast te stellen of iemand al dan niet epo gebruikte.

Verbruggen: Dat is zo. En ik vrees dat het in de toekomst nog moeilijker zal worden. Er wordt over genetische manipulatie gesproken. Nu, uiteindelijk is sport ook maar de afspiegeling van de maatschappij. Als er daarin bedriegers rondlopen, dan vind je die ook terug in de sport.

Omdat we de producten niet kunnen opsporen, moeten we meer en meer het accent leggen op de beperking van de gezondheidsrisico’s. Moeten we uitermate preventief denken. Ik ben ervan overtuigd dat onze dopingcontroles zo efficiënt zijn, dat ze het bedrog van de jaren zeventig en tachtig nu uitsluiten.

Maar ik moet toegeven: eerst waren er de klassieke producten en nu is er epo. Ik heb weleens gezegd: epo heeft de wereld veranderd. Het blijkt in ieder geval bijzonder effectief in duursporten.

Sinds 1993 zoeken wij wanhopig naar middelen om het tij te kunnen ontdekken. Tot op vandaag heeft de wetenschap ons daarbij niet kunnen helpen. De UCI heeft al in 1995 wetenschappelijke studies gesubsidieerd, maar die leverden niets op. Wij gaven in 1996 weer geld aan een Canadees instituut, opnieuw zonder resultaat. Daarom besloten we in januari 1997 om die gezondheidscontroles te introduceren. Dat gebeurde in de overtuiging dat er altijd producten zijn die we niet kunnen ontdekken.

Het is een eeuwig herbeginnen.

Verbruggen: Zoals een minister van Financiën in zijn strijd tegen de belastingontduiking achter de feiten aanholt. Daar worden toch ook altijd nieuwe middelen gevonden om de wetten te omzeilen. Zoals ook de misdaad steeds nieuwe methodieken vindt. Waarom zou sport anders zijn dan de maatschappij?

Hoe dan ook kunnen we met die controles niet ophouden, hoeveel geld ze ook kosten. Anders zijn er renners die weer teruggrijpen naar amfetamines en dat soort producten. Maar ik herhaal het: op dit ogenblik is epo ons groot probleem. Als we dat hebben opgelost, dan staan we gegarandeerd veel verder. Wij gaan nu weer zo’n 320.000 Zwitserse frank (ruim acht miljoen Belgische frank) pompen in een studie die we zelf gaan doen. Dat zal gebeuren op basis van de bloedtesten van al onze renners. Wij hopen dat we op het einde van het jaar een methode gevonden hebben om epo op te sporen. Dus onderneemt de UCI nogmaals iets, waarvan de hele sport gaat profiteren.

Bent u niet te veel gefixeerd op epo? Er is ook nog zoiets als groeihormonen.

Verbruggen: Dat is veel minder efficiënt. Er is echt heel veel troep die absoluut niet helpt. Doping zit zeer gecompliceerd in mekaar. Er schuilt een hele psychologie achter. We hebben ooit cortisones getest: ons afgevraagd of dit efficiënt is. We hebben onderzocht of er hormonale invloeden zijn op de sportprestaties. Welnu, dat blijkt niet het geval. Vele renners weten dat. Het probleem is: als je erin gelooft, dan werkt het. Anderzijds zijn er renners die grote wedstrijden winnen zonder doping. Van Charly Mottet is bekend dat die pertinent weigerde om wat dan ook te nemen.

Maar Mottet kreeg in de Ronde van Frankrijk altijd wel een inzinking en verloor dan een halfuur.

Verbruggen: De vraag is: zou dat ook niet gebeurd zijn mét doping?

Op dit ogenblik is de teneur alvast dat renners zonder doping geen grote koersen winnen. En zeker geen Ronde van Frankrijk.

Verbruggen: Nogmaals, dat heeft alleen te maken met epo. Als we dat kunnen uitroeien, zal het peloton twee tot drie kilometer per uur langzamer rijden. Maar niemand zal daarvan wakker liggen. Als het epo-probleem is opgelost, dan vallen de renners terug op meer traditionele producten, waarvan een groot deel weet dat ze toch niet helpen.

U redeneert wel heel kortzichtig. In de farmaceutische wereld zitten ze toch ook niet stil. Daar wordt aan nieuwe middelen gewerkt.

Verbruggen: Dat is zo. En dan moet je weer investeren om díe op te sporen. Ik wil in dat verband toch eens iets zeggen. Eigenlijk zouden de ministers ons daarmee moeten helpen. Ze hebben een grote mond, ze toeteren uit dat ze tegen doping zijn, dat er hard moet gestraft worden. Maar als er iets moet worden gevonden, dan blijft hulp uit. De Europese Unie heeft één keer geld gegeven om het groeihormoon op te sporen. Dat is echt wel het enige voorbeeld dat ik ken. Maar epo is al acht jaar een probleem. Tal van laboratoria over de hele wereld zijn nu bezig om allemaal hetzelfde wiel uit te vinden. Dat zouden de ministers eens moeten coördineren; dat hebben zij in de hand. Nu moet de UCI daarvoor geld uitgeven. Volgens mij is het de taak van de overheid om methodes te vinden om producten op te sporen.

Het imago van de wielersport is hoe dan ook zwaar beschadigd. En elke dag komen er nog verhalen bij.

Verbruggen: We kunnen alleen maar proberen om de mensen te tonen dat we iets aan het opbouwen zijn. Dat we die klappen krijgen om er sterker uit te komen. Niemand kan ontkennen: met die gezondheidscontroles pakken we renners.

Waarna ze allemaal hun onschuld uitroepen. Zie Pantani.

Verbruggen: Ook dat is allemaal inherent aan de maatschappij. Ik heb nog geen enkele renner horen zeggen: Ik heb geslikt. Tenzij ná hun carrière.

Die verhalen van vermoorde onschuld zijn soms wel heel bespottelijk. Zo’n Frank Vandenbroucke die zegt dat hij niet weet waarmee hij bezig was.

Verbruggen: Daar laat ik me niet over uit. Maar ik vind het wel jammer dat deze dingen gebeuren. Ik wil Vandenbroucke wel nog het voordeel van de twijfel geven. Maar hij zou een voorbeeld moeten nemen aan Mottet. Die is altijd zichzelf gebleven.

Ook de sponsors trekken zich het dopingprobleem meer en meer aan. Een tijdje geleden kreeg u een brief van sponsors die vroegen om meer verfijnde gezondheidscontroles en de oprichting van een ethische commissie om de valsspelers tot de orde te roepen. Slechts tien sponsors hadden die brief ondertekend.

Verbruggen: Ik vond die brief onzinnig. Op een moment schrijft een marketingdirecteur me welke bloedcellen er moeten gecontroleerd worden. Niet alleen journalisten zijn halve dokters geworden, maar ook marketingdirecteuren. Die mensen zouden er goed aan doen om rustig te blijven en alles aan de UCI over te laten. Wij werken samen met de universiteit van Lausanne. Daar zitten specialisten, die weten echt wel wat ze moeten doen. Wij controleren vier keer per jaar op een aantal factoren en die factoren worden geregeld herzien. Het programma wordt geleidelijk aan geraffineerd.

De vele verbijsterende verhalen wakkeren de onrust nog aan. Bruno Roussel, de ex-sportdirecteur van Festina, zegt in Le Monde: “Ik vrees de dag dat de echtgenote van een renner ons beschuldigt van de geboorte van een misvormd kind.”

Verbruggen: Kijk, Roussel en Voet moeten zich momenteel verdedigen. Uiteindelijk zijn ze in staat van beschuldiging gesteld. Elke uitspraak van hen moet je daarin passen. Zij zijn er niet meer bij, dus schijnen ze er belang bij te hebben om de indruk te geven dat alles in de wielersport rot is.

Maar de wielersport komt maar niet tot bedaren. Vreest u niet dat er sponsors zullen afhaken?

Verbruggen: Ik hoop van niet. De tekenen zijn goed. De toeschouwers blijven ons trouw en zolang de kijkers blijven, zullen de sponsors dat ook wel doen. Misschien zullen sommige sponsors zich afvragen of ze nog wel geassocieerd willen worden met deze sport, maar we hebben toch een traditie mee. In de cultuur van landen als België, Frankrijk en Italië zit de wielersport diep ingeworteld.

Vindt u het niet jammer dat een aantal mensen die vorig jaar werden vastgehouden, zoals het drietal van TVM, nu nog altijd in het peloton zitten. Het is alsof men niet wil leren uit de fouten.

Verbruggen: Zolang ze niet schuldig zijn, zijn we machteloos. We kunnen alleen optreden tegen mensen die onze reglementen geschonden hebben. Neem het geval van Richard Virenque. Wij hebben geen enkel bewijs tegen hem. Hij is niet positief bevonden, zijn hematocrietgehalte is normaal.

In het peloton was er vorig jaar veel kritiek op u, omdat u niets van zich liet horen toen het schandaal uitbrak.

Verbruggen: Dat had een privé-reden. Ik doe dit werk als vrijwilliger. Ik engageer me helemaal, maar ik eis één ding: dat mijn privé-leven volkomen wordt afgeschermd. Mijn familie moet daarbuiten blijven. Ik was vorig jaar vier dagen in de Ronde van Frankrijk, vervolgens gebeurde er iets in mijn privé-leven dat absoluut primordiaal was. Ik heb tijdens de perikelen elke dag gebeld naar de Tour. Ik zou nu net hetzelfde doen. Er zijn dingen die voor gaan. De renners die me toen bekritiseerden, hebben zich achteraf trouwens verontschuldigd.

Kijk, als uw kind naar het ziekenhuis moet en uw baas wil u voor drie weken naar China sturen, dan doet u dat ook niet. Het is maar een voorbeeld. Soms moet je in het leven zeggen: tot hier en niet verder.

Wat verwacht u straks van de Tour? Het deelnemersveld is door de afwezigheid van favorieten als Pantani en Ullrich, de nummers één en twee van vorig jaar, geamputeerd.

Verbruggen: Ik heb geleerd om nooit te kijken naar de afwezigen. Ik denk dat we op een heel open Tour afgaan. Met een heel grote publieke belangstelling. Want dat merk ik goed aan de stroom brieven die ik hier op de UCI krijg. De mensen worden alle problemen echt beu. Ik moet trouwens zeggen dat wij als federatie veel sterker uit die crisis zijn gekomen. Ook al is het vervelend dat we in interviews alleen maar over doping mogen praten. Terwijl er hier zoveel positieve projecten zijn. Volgend jaar bestaat de UCI honderd jaar. We gaan hier wat verderop een Centre Mondial du Cyclisme bouwen, dat moet eind 2001 klaar zijn. Daarin komt een piste van 200 meter. We gaan cursussen geven aan wielrenners uit de hele wereld, dat is een project van 20 miljoen Zwitserse frank (zo’n 500 miljoen Belgische frank). Het tekent onze groei en bloei.

U ziet nog licht in de duisternis.

Verbruggen: Ik moet u eerlijk bekennen dat er momenten zijn geweest waarop ik me afvroeg: waar ben ik mee bezig? Maar dan komt het calvinistische van de Nederlander in me naar boven. Dan weet ik dat ik een opdracht te vervullen heb. Die moet ik tot een goed einde proberen te brengen. En dan klamp ik me vast aan al die projecten die hier binnen de UCI op stapel staan.

Akkoord, die verzuipen in de negatieve publiciteit rond doping. Ik heb de indruk dat doping ook een mediaprobleem is. Jullie moeten erover schrijven. Jullie moeten kijken naar wat er achter de coulissen gebeurt, dat hoort bij de taak van de pers. Maar dat betekent niet dat de wielersport nu plots een verdorven wereld is. Er wordt een verdorven wereld van gemaakt.

Jacques Sys

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content