Gérard Deprez stapt op als PSC-voorzitter, maar niet zonder zijn opvolging te regelen.

HET HING al een tijd in de lucht. Wie geregeld met hem omging, wist te vertellen dat PSC-voorzitter Gérard Deprez er de buik van vol had. ?Van deze regering, van de socialisten, van sommige van zijn partijleden” vooral van laatstgenoemden. Het zat hem ook hoog dat hij bij zijn laatste voorzittersverkiezing slechts 51 procent van de stemmen behaalde.

De 52-jarige Deprez staat in politieke kringen aangeschreven als biezonder intelligent, een bijdehand onderhandelaar, een bonafide federalist, maar ook als een bijwijlen volkomen onvoorspelbaar politicus, bekwaam tot het beste maar ook tot het ergste. In de Franse gemeenschap kampen ze nog altijd met de funeste gevolgen van zijn plotse belofte, destijds, het Franstalig onderwijs meer geld te bezorgen.

Sedert 1984 zetelt Deprez onafgebroken in het Europees parlement. Wat hem, naar eigen zeggen, toelaat het Belgische politieke bedrijf vanop een afstand te bekijken. Interviews met hem zijn schaars. Deprez mengt zich alleen in de debatten als hij wat te zeggen heeft. En meestal wordt hij aandachtig beluisterd. Want de PSC neemt in Franstalige België een heel aparte positie in.

In tegenstelling tot de zusterpartij, de CVP die nog altijd de grootste politieke formatie in Vlaanderen en heel het land is, komt de PSC in Wallonië en Brussel pas op de derde plaats na de PS en de liberale PRL. En toch slaagt de PSC erin haar beperkte gewicht keer op keer te verzilveren, zowel in het Waalse gewest als in de Franse gemeenschap. Alleen in het hoofdstedelijk gewest liep het enkele maanden geleden fout, toen socialisten en liberalen de Franstalige kristen-demokraten buiten de Brusselse regering sloten. De CVP daarentegen regeert in Brussel wel mee, want een andere Vlaamse meerderheid is er niet mogelijk, tenzij met het Vlaams Blok.

In ’95 zag het er aanvankelijk naar uit dat de politieke carrière van Gérard Deprez een nieuwe wending zou krijgen. Hij nam voor de parlementsverkiezingen de eerste plaats in op de senaatslijst van de PSC. Na de verkiezingen zou hij beslissen wat hem te doen stond : naar de Wetstraat gaan of in Straatsburg blijven. Volgens de enen kwam de gooi naar de senaatszetel neer op een populariteitspoll, anderen hadden het over een mogelijke overstap van Deprez naar de regering. Voor de verkiezingen had de PSC-voorzitter zelf immers openlijk gesolliciteerd naar het department van Sociale Zaken. Het werd hem niet eens aangeboden.

VETO VAN DEHAENE ?

De PSC-vorzitter moest zijn partijgenoot Melchior Wathelet laten voorgaan. Die eiste, in afwachting van zijn benoeming als rechter bij het Europees gerechtshof, behalve zijn plaats in de regering ook het vice-premierschap op. Zodoende restte Deprez niets anders dan zijn ontslag als senator in te dienen en in het Europees parlement te blijven. Zijn plaats in de hoge vergadering werd ingenomen door de eerste opvolger op de senaatslijst, de 34-jarige Joëlle Milquet. Onder Franstalige kristen-demokraten was al geruime tijd geweten dat Deprez zijn politiek sekretaris Milquet coachte als zijn mogelijke opvolgster aan de hoofd van de partij. In december kwam hij op het PSC-kongres in Brussel ronduit voor die keuze uit : Joëlle Milquet leek hem de beste kandidaat om hem binnen afzienbare tijd als voorzitter op te volgen. Geen maand later kondigde Deprez zijn ontslag aan.

Ondanks de voortekens kwam zijn vroegtijdig vertrek als een verrassing, zelfs voor zijn intimi. In die mate zelfs dat enkelen onder hen vrezen dat zijn vertrek te maken heeft met een nieuwe ?affaire”.

Midden vorige week kwam de PSC-top op het kabinet van vice-premier en minister van Financieën Philippe Maystadt bijeen om het verdere verloop van de gebeurtenissen te bespreken. Vorige maandag noteerde het partijbureau het ontslag van Deprez, die als interimaris aanblijft tot 30 maart, tot de hele verkiezingsprocedure is afgerond. Zo’n verkiezing neemt bij de PSC nogal wat tijd in beslag. Bij de Franstalige kristen-demokraten geldt de VLD niet als voorbeeld terzake en kunnen/mogen sinds jaar en dag alle leden per brief hun stem uitbrengen.

Deprez heeft zijn ontslag en tegelijk zijn opvolging minutieus voorbereid. Alle mogelijke spelverstoorders zijn vooraf opzij gezet. Raymond Langendries, die in het verleden al vaker de ambitie liet blijken om de PSC te leiden, is in de voorzitterszetel van de kamer gedropt en toont zich daarmee uiterst tevreden. Jean-Pol Poncelet, ooit een konkurrent van Deprez voor het voorzitterschap, is intussen Wathelet als minister van Defensie opgevolgd.

Poncelet, een poulain van gewezen voorzitter Charles-Ferdinand Nothomb, zou ondanks zijn ministerschap zijn voorzittersambitie niet hebben opgegeven. Afgelopen week echter klonkt het op het PSC-hoofdkwartier in de Tweekerkenstraat dat premier Jean-Luc Dehaene een nieuwe wissel op Lansdverdediging niet zag zitten en omzeggens zijn veto had gesteld. ?Une thèse qui sent le Deprez à des kilomètres”, noteerde de zondagskrant Dimanche Matin vorig weekeinde uit de mond van een Poncelet-aanhanger. Want tot eind vorige week had premier Dehaene met de minister van Defensie met geen woord over deze kwestie gerept.

De kans dat Poncelet zich in de race gooit, lijkt voorlopig gering. Vooral nu België midden dit jaar het voorzitterschap opneemt van de Westeuropese Unie (WEU), een ervaring die de defensieminister graag wil meepakken. Daarom sluiten sommigen niet uit dat Nothomb zelf gesteund door Poncelet alsnog beslist opnieuw een gooi naar het voorzitterschap te wagen. Bij de jongste verkiezingen behaalde Nothomb een meer dan behoorlijk resultaat als tweede achter Deprez op de senaatslijst. Tijdens de campagne ondernam de PSC-veteraan een regelrechte ronde van Wallonië. Wat hem toeliet oude banden met tal van plaatselijke machthebbers opnieuw aan te halen. In elk geval, zo vrezen partijstrategen, zou de kandidatuur van Nothomb een zware dobber worden voor Milquet en Deprez.

Maar tot nog toe heeft slechts één tegenkandidaat zich gemeld : de 32-jarige Richard Fournaux uit Dinant, eveneens gebrandmerkt als een pupil van Nothomb. Fournaux stelde zijn kandidatuur, nog voor het partijbestuur het ontslag van Deprez bevestigde en riep zichzelf meteen uit tot ?de kampioen van de basis”.

BARONNEN.

Joëlle Milquet houdt voorlopig haar kandidatuur in beraad. Ze stapt in de strijd voor het PSC-voorzitterschap als de kandidate van het partij-establishment. Want tijdens het kongres waar Deprez de kandidatuur van Milquet lanceerde, gaf ook vice-premier Maystadt in een gesprek met Le Soir zijn steun aan de keuze van Deprez. Al heeft de minister van Financiën intussen al wat gas teruggenomen.

Volgens Deprez is Joëlle Milquet de enige die de komende jaren de partij op een radikale en suksesvolle manier kan omvormen. Net zoals de CVP worstelt ook de PSC met een tanend kliënteel in de grote stedelijke agglomeraties. De partij blijft voorlopig overeind dankzij de sterke elektorale steun vanuit de rurale kiesarrondissementen. Milquet, afkomstig uit het Henegouwse Montignies-le-Tilleul en nu gemeenteraadslid in Sint-Pieters-Woluwe, heeft alles, zo beweert Deprez, om die trend te stoppen en een nieuwe aanhang te werven in de grote steden.

Ze heeft ook minder oog voor de zuiver Waalse reflex. In één van haar eerste interviews liet ze duidelijk verstaan voorstander te zijn van de opslorping van het Waalse gewest door de Franse gemeenschap. Naar Vlaams model. ?Mochten we destijds die fusie hebben doorgevoerd,” oordeelde Milquet, ?dan zaten we nu niet met de problemen in het onderwijs en de begroting. Alvorens de strijd met de Vlamingen aan te binden, moeten we eerst orde op zaken stellen in eigen huis.”

In afwachting van de verkiezing van Milquet, Fournaux of een andere kandidaat blijft Deprez dus in het zadel. Hij zal zich niet met de verkiezingsprocedure bemoeien en geen enkele voorkeur (meer) uitspreken. Een komitee van een drietal wijzen moet de verkiezingsprocedure begeleiden. Want voor de PSC komt het er op aan te vermijden dat de voorzittersverkiezing uitdraait op een afrekening onder partijbaronnen. Lopen bij de CVP de onderlinge geschillen meestal gelijk met de verdeeldheid tussen de verschillende standen, dan komt die verdeeldheid bij de PSC vaak neer op persoonlijke tegenstellingen en/of op het eigenbelang van de plaatselijke potentaten.

Tot eind maart echter blijft Deprez het regeringswerk op de voet volgen. Voor de koalitie is dat geen onbelangrijk gegeven. Nu een voorlopige sociale vrede bij de Belgische spoorwegen met enkele bijkomende miljarden werd afgekocht, kan het overleg over de begrotingskontrole en de modernizering van de sociale zekerheid stilaan op gang komen. Voor premier Dehaene, die het met Deprez uitstekend stelt, is het van het allergrootste belang dat de PSC in deze biezonder delikate onderhandelingen wordt aangevoerd door iemand die het regeerakkoord en de bijhorende afspraken mee bedisselde. Of daardoor de stabiliteit van de koalitie wordt verhoogd, is nog zeer de vraag. Vorig jaar bij de opmaak van de wel erg optimistische begroting ’96, liet Deprez al verscheidene keren verstaan dat er met de socialisten geen land meer te bezeilen viel.

Intussen is ook het vertrouwen van de CVP en van de socialisten, zowel van PS als van SP, in de PSC niet meer wat het onder de vorige regering-Dehaene was. Vooral vice-premier en minister van Financiën Philippe Maystadt wordt als biezonder onbetrouwbaar ervaren. Hij zou er, zeggen ze bij de PS, voortdurend op uit zijn de socialisten langs links voorbij te steken. Zijn idee van een algemene sociale bijdrage ?bij ons gejat !” verzekeren ze bij de PS was daar een fraai voorbeeld van. Bij de PS wordt daarom alles gedaan om de algemene sociale bijdrage als een socialistisch voorstel vooruit te schuiven. Wat de verteerbaarheid ervan voor de CVP geen klein beetje bemoeilijkt.

R.V.C.

Uittredend PSC-voorzitter Gérard Deprez en zijn eventuele opvolgster Joëlle Milquet.

Richard Fournaux : voorlopig de enige tegenkandidaat van Milquet.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content