Het jongerenparlement besliste tijdens zijn eerste zitting dat de politieke uitsluiting van jongeren meer aandacht verdient dan racis- me. “De politiek kan de dingen veranderen.”

Er is nood aan een politieke opvoeding van jongeren en aan kanalen voor die jongeren om hun zegje te doen over het gevoerde beleid in ons land. Dat is de belangrijkste boodschap die tijdens de eerste zitting van het ruim tachtig leden tellende jongerenparlement naar voren komt.

De politieke uitsluiting van jongeren wordt door de 17- tot 23-jarigen als een dwingender of dringender probleem beschouwd dan andere thema’s als racisme, sociaal-economische uitsluiting en werkloosheid of gezondheid. De dertien miljoen frank die de parlementsleden mogen uittrekken, gaan dan ook naar projecten ter bevordering van de politieke betrokkenheid van jongeren. Wélke projecten, dat wordt uitgemaakt tijdens een tweede bijeenkomst, op 15 en 16 mei.

Het jongerenparlement is een initiatief van verzekeringsmaatschappij P&V en de Koning Boudewijnstichting en verschilt van vorige gelijkaardige projecten door de draagkracht ervan. Immers, de jonge parlementsleden krijgen een reële en zware verantwoordelijkheid: ze beslissen over de besteding van écht geld. Het engagement en de motivatie om het goed te doen, is in ieder geval voldoende aanwezig. Dat bleek tijdens de eerste samenkomst van de geselecteerde parlementairen in het gebouw van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad (in de hoofdstad). Die selectie was noodzakelijk: meer dan zeshonderd jongeren stelden zich kandidaat voor een zetel. Die selectie gebeurde op basis van de motivatie en de representativiteit van de sollicitanten. De samenstelling geeft een zo goed als volkomen representatief beeld van de Belgische jeugd. Hoog opgeleiden zitten naast laaggeschoolden, studenten naast werklozen naast werkenden, jongeren mét naast leeftijdsgenoten zónder Belgisch paspoort.

Met zijn allen willen ze een vuist maken tegen de uitsluiting van jongeren in de volwassenenmaatschappij. “Samen staan we sterk”, vatte de latere voorzitter, Tim Devolder, het middels een catchy politieke slogan samen. Wie dacht dat de jongeren van vandaag onmondig en ongeïnteresseerd zijn: “think again”. Tijdens de eerste debatten van het jongerenparlement werden, bijvoorbeeld, vurige en krachtige pleidooien gehouden tegen de uitsluiting van migranten en werd gezocht naar manieren om de jeugd te betrekken bij de politiek. Dat gebeurde soms middels welluidende termen als “discussiecultuur” of “maatschappijanalfabetisme”. Onvervalst politiek jargon, met andere woorden. Om aan te geven hoe goed de jonge parlementairen dat jargon beheersen: sommigen spraken elkaar zelfs aan met “kameraad”.

EEN VERPLICHT VAK POLITIEK

Moet politieke vorming in het onderwijs worden opgenomen? Dat was een van de belangrijkste vragen die tijdens de debatten werd gesteld. Of is het beter om over te gaan tot de oprichting van jeugdraden en het organiseren van politieke forums voor jongeren? Er moet een verplicht vak politiek komen op school, luidde één stem, die ervan overtuigd was dat je de jeugd anders nooit kan sensibiliseren. Een ander lid vertelde dat ze lessen politieke vorming hàd gekregen, maar dan van een leraar met een duidelijke voorkeur voor het Vlaams Blok, wat volgens haar de kwaliteit van het onderricht niet bepaald ten goede kwam. Nog een ander lid sprak over lessen maatschappijleer: zeer leerrijk, maar op haar school gingen ze ten koste van het vak geschiedenis. En zo belandde de discussie bij verschillende problemen. Moet maatschappijleer vooral praktisch of in de eerste plaats theoretisch geörienteerd zijn? Vooral ingaan op politieke structuren of vooral op de brandende actualiteit? Vooral nationaal getint zijn of integendeel de hele wereld omvatten?

De leeftijd voor de stemplicht moet omhoog, want jongeren laten zich gemakkelijk beïnvloeden door de baldadige taal van een partij als het Vlaams Blok, zo meende een van de jonge parlementsleden. Een betere maatschappelijke vorming zou dat voorstel onnodig maken, verklaarde een ander: het verhogen van de stemgerechtigde leeftijd zou zijn ingegeven door de vrees voor extreem-rechts, en dat is geen goed uitgangspunt.

Dan nog dit: waarom maken de dames en heren politici zo’n ruzie over de taalfaciliteiten als Vlamingen en Franstaligen in harmonie naast elkaar leven, merkten enkele jongeren op. Er moeten eerst andere varkentjes gewassen worden.

ER WORDT NIET NAAR HEN GELUISTERD

Het jongerenparlement moet een meer permanent karakter krijgen. Vinden de leden zelf. Verschillende jonge parlementairen drongen erop aan. Liever maandelijkse dan jaarlijkse bijeenkomsten, luidde ongeveer de consensus. En als het even kan, moet zo’n parlement ideeën en voorstellen (en eisen?) kunnen doorspelen aan het échte parlement. Want voor alle duidelijkheid: de jeugd is wél begaan met de politiek, er wordt alleen niet geluisterd naar haar mening.

In zijn huidige vorm krijgt het jongerenparlement een mandaat van twee jaar, dat wordt afgesloten met een evaluatie van de besteding van de ter beschikking gestelde gelden. Dat de dertien miljoen frank van het “Fonds P&V tegen de sociale uitsluiting van jongeren” naar politiek geënte projecten gaat, is enigszins verrassend, omdat andere thema’s dichter aansluiten bij de dagelijkse leefwereld en omdat de aversie van de jeugd tegen de politiek sterk is.

De keuze getuigt van een brede visie, vindt Siska Germonpré, de nationaal secretaris Maatschappelijke Jongerenactie, die voor het begin van de zitting een deskundige uiteenzetting gaf over het thema jeugd en politiek. Ook de andere thema’s – socio-economische uitsluiting, uitsluiting op grond van ras, gezondheid of leefomgeving – werden ingeleid door een deskundige terzake.

“Het is via de politiek dat je dingen kan veranderen. Dat besef is erg belangrijk”, aldus Germonpré. “De uitslag van de stemming verrast me, omdat er een duidelijk wantrouwen heerst. Jongeren staan heel kritisch tegenover de politiek. Ze vinden dat er niet naar hen wordt geluisterd, dat ze het gebeuren moeten ondergaan. En als ze al in de politiek stappen, mogen ze nooit op verkiesbare plaatsen staan. Naast wantrouwen is er echter ook een grote motivatie, zo wordt nu duidelijk, en dat verheugt me dan weer.”

Naast het jongerenparlement organiseert het Fonds P&V de fotowedstrijd “Reporter tegen de uitsluiting”, met als dubbel thema uitsluiting en solidariteit. Op 22 oktober organiseert P&V Verzekeringen een Solidarsong-concert in Vorst Nationaal, waarvan de opbrengst integraal naar het Fonds gaat.

Bart Vandormael

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content