De IJzeren Rijn roest
De uitdieping van de Schelde en de IJzeren Rijn zijn belangrijke dossiers voor de Antwerpse haven. In beide geven de Nederlanders blijk van minachting jegens de Vlaamse eisen.
De Nederlandse regering gaat de Hedwigepolder niet ‘aan de natuur teruggeven’. Nochtans stond die ontpoldering, lang voordat er een van Geert Wilders afhankelijke coalitie was, zwart op wit in een contract met de Vlaamse regering. De Nederlanders doen bijzonder weinig moeite om te verhullen dat ze hun Vlaamse verplichtingen niet echt ernstig nemen. De Vlaamse premier, die ook wel weet dat hij niet tegen Wilders opweegt, protesteert wel maar spreekt in één moeite door ook over de zeesluis van Terneuzen. Wat minstens de indruk wekt dat Nederlandse inschikkelijkheid over bijvoorbeeld een grotere sluis – belangrijk voor de haven van Gent – de Vlaamse reflex om juridische acties op te starten rond de Hedwigepolder zou kunnen temperen.
En terwijl iedereen naar de Hedwigepolder kijkt, verdwijnt een ander levensnoodzakelijk dossier voor de Antwerpse haven, de IJzeren Rijn, helemaal van de kaart. Dat is althans wat Europees Parlementslid Frieda Brepoels vreest. Zij hoorde voorzitter Barroso van de Europese Commissie in mei, tijdens zijn bezoek aan Antwerpen, zeggen dat de Commissie voorstellen zou doen om het dossier van de IJzeren Rijn te deblokkeren. Het overleg tussen België, Duitsland en Nederland over een nieuw leven voor de oude goederenspoorlijn van Antwerpen over Nederlands Limburg naar het Duitse Ruhrgebied ligt al twee jaar helemaal stil. Brepoels stelde de Commissie de vraag wat er concreet zou gebeuren. Het antwoord is een koude douche: Europa is niet bevoegd voor het conflict tussen Nederland en België over de IJzeren Rijn en de subsidiëring van de voorbereidende technische studie wordt zelfs teruggeschroefd. Omdat een akkoord tussen beide landen te lang uitblijft. En als klap op de vuurpijl: in het kader van een groot Europees gecoördineerd goederenspoornetwerk overlegde de Commissie uiteraard ook met de Belgische, Nederlandse en Duitse regeringen… en geen enkele van die regeringen bracht de IJzeren Rijn zelfs maar ter sprake! Brepoels besluit dat premier Leterme misschien wel lippendienst bewijst aan de IJzeren Rijn, maar daar verder niet mee bezig is.
In 2009 bleek uit een breed opgevatte kosten-batenanalyse dat de maatschappelijke baten van het project IJzeren Rijn nooit zullen opwegen tegen wat dat project kost. Dat het, met andere woorden, vanuit politiek oogpunt geen valabel project is. Men kan zich dus vragen stellen bij de therapeutische hardnekkigheid waarmee sommigen het project blijven verdedigen. Dat neemt niet weg dat de ontsluiting van de Antwerpse haven een cruciaal strategisch doel moet zijn voor elke Vlaamse én Belgische regering.
De uitdieping van de Schelde (waarvan het dossier Hedwigepolder deel uitmaakt) en de IJzeren Rijn hebben behalve hun belang voor Antwerpen nog iets gemeen. Ze maken beide deel uit van het scheidingsverdrag dat bij het ontstaan van België tussen ons land en Nederland werd gesloten. Hoewel de Vlaamse regering weinig instrumenten in handen heeft waarmee ze haar belangen méér kracht bij kan zetten dan Geert Wilders, heeft ze wel het internationaal recht aan haar kant. Over de IJzeren Rijn is dat recht in 2005 nog bevestigd in een internationale arbitrage. Dat moet toch grenzen kunnen stellen aan de minachting waarmee de Nederlanders de Vlaamse eisen bejegenen.
Luc Baltussen