1. Meer berispt

‘Jongens nemen en krijgen in de les vaker het woord,’ zegt Els Consuegra, ‘maar in vergelijking met meisjes hebben ze een minder goede band met hun leerkrachten. Ze worden meer berispt, meer aangemaand om stil te zitten, te zwijgen en ze krijgen meer negatieve feedback. Uit interviews blijkt dat leerkrachten ongewenst gedrag van leerlingen, zoals onbeleefd zijn of met de ogen rollen, even vaak toeschrijven aan jongens als aan meisjes. Maar als ze de video-opname van de les bekijken, gaat hun commentaar in drie op de vier keren specifiek over jongens. “Zie je dat Jordan altijd aan het rappen en beatboxen is?” zei een leraar. ‘Ik moet hem voortdurend vragen stil te zijn.” Dat de meisjes op de eerste rij van schoenen wisselden, zag hij niet – niet tijdens de les en ook niet bij het herbekijken ervan.’

2. Minder punten

‘Als twee identieke toetsen ingediend worden, de ene met een jongensnaam bovenaan en de andere met een meisjesnaam, zal die tweede toets beter beoordeeld worden. Sommige leerkrachten belonen een net handschrift met pluspunten. Maar zelfs bij twee even nette toetsen of taken, krijgt die met de meisjesnaam betere punten. Leerkrachten schrikken van die conclusie. Stereotypen beïnvloeden ons allemaal, voortdurend. Maar leraren zouden bewust moeten werken op zulke ongewenste invloeden.’

3. Afwijkend meisjesgedrag

‘Leraren blijken het moeilijk te hebben om streng te zijn als een brave leerling stout is. Dat zeggen ze vaak wanneer ze hun les herbekijken. Sommige leraren hebben de neiging afwijkend meisjesgedrag, zoals spieken, in het begin door de vingers te zien. Ze verzinnen dan excuses voor zichzelf: ‘Ik zal maar niet moeilijk doen, anders krijgt het meisje misschien problemen thuis. Ik ga dit voorval negeren. Er zal wel een reden voor zijn.’ Maar meisjes weten verdomd goed dat ze met meer wegkomen dan jongens, zo blijkt uit interviews met leerlingen. Leerkrachten zijn zich daar veel minder van bewust.’

4. Lichte zomerjurkjes

‘Jongens en meisjes hebben geleerd om op verschillende manieren invloed uit te oefenen. Feministische studies tonen aan dat de flatterende inhoud van meisjesconversaties vaker strategisch bedoeld is. Ze geven de leraar eerst doelbewust complimentjes, over die nieuwe trui bijvoorbeeld, en komen daarna makkelijker weg met ongewenst gedrag. ‘Mannelijke leerkrachten blijken ook meer aandacht te krijgen voor meisjes, naarmate die ouder worden. Dat wordt in de vakliteratuur ook wel de libidineuze relatie tussen leerkracht en leerling genoemd. Tussen vrouwelijke leerkrachten en jongens zien we die spanning minder. Vooral in de derde graad van het secundair onderwijs kan de seksuele spanning tussen meisjes en mannelijke leraren toenemen. In gesprekken durven leraren toe te geven dat ze bijvoorbeeld niet ongevoelig zijn voor de jongedames die in de les zitten in hun lichte zomerjurkjes. Het is iets wat leerkrachten bezighoudt en waar ze moeilijk over kunnen praten met collega’s.’

5. Vervrouwelijking

‘Het is iets wat je ouders vaak hoort zeggen. “Een meester zou de puberteitscrisis en hormonale veranderingen van onze Maarten vast beter begrijpen.” Het lijkt een logische redenering: jongens doen het minder goed op school en er zijn meer juffen dan meesters, dus daar zal het wel iets mee te maken hebben. Maar het klopt niet. Keer op keer toont onderzoek aan dat er geen verband is tussen de vervrouwelijking van het lerarenkorps en de koele liefde tussen jongens en school. Meesters hebben niet meer geduld met jongens.Elk kind is anders en verdient een leraar die hem of haar goed behandelt, maar die ook de verschillen tussen leerlingen erkent. Een gedifferentieerde aanpak heeft een positief effect op de leerresultaten.’

6. Zachte waarden

‘In het onderwijs staan zachte en eerder vrouwelijke normen en waarden voorop. Zowel juffen als meesters streven naar verdraagzaamheid, orde in de klas, samenwerken, en de boel onder controle houden. Meer jongensachtige eigenschappen, zoals competitiedrang of risicogedrag, krijgen weinig erkenning en worden al snel gezien als lastig gedrag. Pas later op de werkvloer worden zulke mannelijke eigenschappen wel gewaardeerd.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content