Ewald Pironet

Het gaat lichtjes beter met de Europese economie. En dat is vooral te danken aan Duitsland. Frankrijk en vooral Italië zijn nu de echte probleemeconomieën.

De Europese economie lijkt overeind te krabbelen. Na twee jaar van krimp groeide de economie in de 19 eurolanden vorig jaar met 0,9 procent. In de 28 landen van de hele Europese Unie bedroeg die groei zelfs 1,4 procent. Vooral in het laatste kwartaal van 2014 werden mooie cijfers opgetekend. Economen schrijven die vooral toe aan twee factoren. De euro werd zwakker, waardoor de uitvoer van producten goedkoper werd, en de olieprijs daalde, waardoor bedrijven en gezinnen meer geld overhadden om te investeren en te consumeren.

Wie de Europese cijfers van naderbij bekijkt, ziet wel grote verschillen tussen de landen. Duitsland kende een groei van 1,6 procent, terwijl de op een na grootste economie van Europa, Frankrijk, bleef steken op een luttele 0,4 procent – zo goed als niets dus. België kende een groei van 1 procent en zit daarmee tussen Duitsland en Frankrijk. Italië, de op twee na grootste economie van de eurozone, kende nog maar eens een krimp. Dat maakt dat Frankrijk en vooral Italië nu de echte probleemeconomieën in Europa zijn. Oorzaken van de malaise zijn de hoge werkloosheid, de hoge overheidsuitgaven en het wankele vertrouwen in een economische heropleving.

Zelfs de Europese kneusjes Griekenland, Ierland, Portugal, Spanje en Cyprus knoopten weer aan met groei na jaren van economische krimp. Die landen waren zelfs aangewezen op financiële hulp van Europa en het Internationaal Monetair Fonds (IMF). In ruil moesten ze hervormingen doorvoeren, zoals loonmatiging. Dat beleid dreef vele inwoners in de werkloosheid en de armoede, maar lijkt nu toch – eindelijk – economische groei op te leveren. Europa en het IMF verwachten dat de aantrekkende groei ook nieuwe jobs zal opleveren en de armoede weer zal terugdringen.

Volgens economen zouden alle EU-lidstaten in 2015 moeten kunnen groeien. Duitsland zou de mooie resultaten van het laatste kwartaal van 2014 moeten kunnen voortzetten, Frankrijk zou het wat beter doen, en Italië zou de recessie moeten kunnen bedwingen – de Centrale Bank rekent er op een groei van 0,5 procent. Natuurlijk zijn er ook bedreigingen, zoals de aanhoudende geopolitieke spanningen in Oekraïne. En als de olieprijs tegen de verwachting in opnieuw fors zou aantrekken, zal ons dat ook wat groei kosten. De heropleving van de Europese economie is nog pril en broos, maar de meeste economen zijn voorzichtig optimistisch. En dat was alweer een hele poos geleden.

Ewald Pironet

De heropleving van de Europese economie is nog pril en broos, maar de meeste economen zijn voorzichtig optimistisch.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content