22 december 640. Het bijna duizend jaar oude Alexandrië geeft zich na een lang beleg over aan de Arabische belegeraars. Hiermee begon een nieuw hoofdstuk in de geschiedenis van Egypte. Zeven eeuwen lang was het land deel van het Romeinse Rijk, nu werd het een deel van de islamitische wereld. De islamisering hield ook een statusverandering in voor de Egyptische christenen, voor de Kopten. Van nu af aan vormden ze een minderheid en was hun godsdienst geen staatsgodsdienst meer.

Van alle vroeg-christelijke muziekculturen is de Koptische één van de oudste. Ze ontwikkelde zich vanuit de volkskunst, met in de steden een belangrijke Griekse en later Byzantijnse invloed. Veel is daar niet meer van over, in tegenstelling tot het liturgische repertoire. Dit is werk voorbehouden aan mannen, a capella uitgevoerd in het Arabisch en in het Koptisch. Enkel op bepaalde hoogtepunten weerklinken cimbaaltjes en een triangel. Eigenlijk vormt deze liturgie een soort muziekdrama, dat op gewone zondagen drie uren duurt maar op feestdagen gemakkelijk zes tot acht uren haalt. De bisschop, de priester, de decanen en de gemeente wisselen elkaar af in een minutieus voorgeschreven vraag- en antwoordspel. Soms spreekt de priester meer dan hij zingt. Het is de Koptische taal die in deze parlando-gedeeltes de ritmische accenten geeft. Korte improvisaties op klinkers van belangrijke woorden – Maria bijvoorbeeld – kleuren de eenstemmige melodieën. Hetzelfde geldt voor de vocalises, de lange kunstvolle versieringen op een klinker die meerdere minuten kunnen duren; een zanger kan hier zijn hele kunst laten horen. Een goede cantor is naast de priester onmisbaar voor het verloop van de liturgie. Hij heeft een uitzonderlijk geheugen en is net als in het oude Egypte vaak blind.

In de achttiende en negentiende eeuw dreigde deze toch wel moeilijke religieuze traditie verloren te gaan. Maar tegenwoordig wordt er in de Koptische kloosters opnieuw veel aandacht aan besteed. Niets wordt aan het toeval overgelaten. Oefencassettebandjes ingezongen door bekende cantors, helpen bij het instuderen.

De gelovigen ervaren de lange gezangen van de Koptische liturgie als een meditatie. Zo ook deze nieuwe opname door het Ensemble David onder leiding van Georges Kirollos. Een gevarieerd geheel, met fragmenten uit het ordinarium, en opvallend veel gezangen voor de Goede Week en voor Pasen. Muziek die van onze westerse oren toch enige inspanning vraagt.

“Liturgies coptes”, Ensemble David o.l.v. Georges Kirollos (Institut du Monde Arabe [IMA – 321022]), verdeeld door Harmonia Mundi

Johan Van Acker

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content