De calvarie van Di Rupo

ELIO DI RUPO De premier mag zich opmaken voor een nieuwe bezuinigingsronde, van 5 miljard euro. © YORICK JANSENS/IMAGE GLOBE
Patrick Martens

De regering-Di Rupo is voor het herstel van het evenwicht op de overheidsbegroting amper halfweg.

Aan het front van de sanering van de overheidsfinanciën is er goed en slecht nieuws voor premier Elio Di Rupo (PS). Eerst het goede nieuws. Volgens het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR) is het begrotingstekort van alle overheden samen (federaal, regionaal en lokaal) in 2011 teruggelopen tot 3,7 procent van het bruto binnenlands product (bbp), of ruim 13 miljard euro. Dat is slechts een fractie slechter dan de ontslagnemende regering-Leterme had vooropgesteld en beter dan de eerste berichten na de jaarwisseling. Er was toen zelfs sprake van een tekort van 4 procent.

In vergelijking met 2010 (een tekort van 3,8 procent) werd dan weer nauwelijks vooruitgang geboekt. Vooral de federale overheid loste de rol, omdat de economische groei vorig jaar snel terugviel en in lopende zaken nauwelijks kon worden ingegrepen. Behalve dan een tweede en dure keer in het Dexiadossier, waardoor de overheidsschuld is opgelopen tot meer dan 98 procent van het bbp. De nieuwe INR-cijfers bevestigen ook dat de rekeningen van de lokale overheden (steden, gemeenten, OCMW’s en provincies) behoorlijk kloppen.

Het slechte nieuws dan. Volgens een raming van het Planbureau die De Tijd kon inkijken, zal de begroting voor 2013 uitkomen op een tekort van 3,1 procent (11,5 miljard). Om komend jaar het vooropgestelde tekort van 1,5 procent te bereiken mag de regering-Di Rupo zich opmaken voor een nieuwe bezuinigingsronde van 5 miljard. De oorzaak daarvan is een beperkte economische groei in 2013 (1,3 procent). Maar een te groot aantal eenmalige maatregelen in de saneringsronde voor 2012, die onlangs tijdens een begrotingscontrole werd opgetrokken tot 13 miljard, speelt eveneens een rol.

De nieuwe raming van het Planbureau is op zich geen grote verrassing. Ze wijkt nauwelijks af van berekeningen die al voor de zomer van 2011 werden gemaakt. Tegelijk bewijst ze dat de saneringscalvarie van Di Rupo amper halfweg is. Na elke twee stappen vooruit, volgt een stap achteruit. Bovendien zouden de gewesten en gemeenschappen aan die kruistocht moeten meedoen. Dat zal ook blijken uit een nieuw schema van de Hoge Raad voor Financiën voor een stabiliteitsprogramma, dat de regering-Di Rupo na de paasvakantie aan Europa moet voorleggen. Hoe moeilijk die verdeling van de begrotingslasten over de verschillende overheden ligt, wordt intussen uitvoerig geïllustreerd door de poging van Di Rupo om de deelstaten voor 250 miljoen euro aan fantoombevoegdheden toe te schuiven. Niet minder dan zes werkgroepen breken zich het hoofd over die kwestie.

Patrick Martens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content