Mark Elchardus
Mark Elchardus Hoogleraar sociologie aan de Vrije Universiteit Brussel

Nog niet zo lang geleden, ten tijde van de zaak-Dutroux, leidde verontwaardiging tot collectieve hysterie. Op de dood van Joe Van Holsbeeck wordt heel anders gereageerd: waardig, sereen en met een zelden geziene zin voor nuance.

Terwijl de hysterie van de Dutrouxtijden voortdurend werd aangeblazen door een schrijvende meute, hangt de pers nu een heel ander beeld op van de samenleving. Iedereen blijft dicht bij Joe, bij de pijn van de ouders en het verlies van de vrienden. Er wordt ternauwernood veralgemeend. Het Centraal Station wordt geen moordkuil. Allochtonen worden niet op een hoopje geveegd. Zij vormen geen ontaarde gemeenschap. Politici zijn niet medeplichtig. Gerecht en politie falen niet meteen. Er tekent zich zelfs geen golf van gewelddadige mp3-diefstallen af. Uitzonderlijk en opmerkelijk is dat. Het zogeheten ‘bandwagoneffect’ doet journalisten doorgaans grijpen naar gebeurtenissen die gelijken op een sensationeel voorval. Als één gebeurtenis aandacht krijgt en emoties losmaakt, begint de pers te werken als een gigantische zoekmachine die gelijkaardige gebeurtenissen opspeurt en voor het voetlicht brengt. Het publiek krijgt dan de indruk dat het wordt overspoeld door misdaad, carjackings, vluchtmisdrijven. Maar nu: één geval in Charleroi, dat snel naar de achtergrond verdween. Waardig, sereen, genuanceerd, die toon werd gezet en overwegend aangehouden.

De ouders van Joe speelden daarin een doorslaggevende rol, maar laten we niet te beroerd zijn om ook de loftrompet over de betrokken journalisten te steken. De zaak-Dutroux maakte hen blijkbaar bewust van de invloed die zij uitoefenen op de wijze waarop een samenleving zichzelf voorstelt en waarneemt. Zij tonen deze nu als een serene gemeenschap, niet als een op wraak beluste horde. De Engelse taal heeft een mooi woord ‘redeem’, dat kan worden vertaald als ‘afkopen’ of ‘inlossen’. Het betekent echter ook: zin geven aan het zinloze. De media hebben zin gegeven aan de zinloze dood van Joe. Zij deden dat door een samenleving te tonen die waardig en sereen kan omgaan met een onaanvaardbaar verlies. Dat geeft hoop, want zo’n samenleving heeft ook de kracht geweld te bestrijden.

De pijnlijke vraag die nu opduikt is of we op die manier onze samenleving wel goed waarnemen. Iedereen kon rondom zich andere geluiden opvangen: angst, haat, racisme, wraakgevoelens. Ook zij geven uiting aan verontwaardiging. Onze media hebben die gevoelens de voorbije dagen in grote mate weggenomen. Hier en daar zag men journalisten twijfelen. Moeten ook de harde, mogen ook de haatdragende dingen niet gezegd? De Morgen liet zelfs een Nederlandse criminoloog, Willem De Haan, aan het woord. Volgens hem moeten we ons hoeden voor morele verontwaardiging; ‘verontwaardiging van het volk is gevaarlijk’, riep de titel. Dat is onzin. Over wat met Joe gebeurde, moeten we verontwaardigd zijn, diep verontwaardigd. Over een jonge dief die zijn slachtoffer vijf messteken toedient, moeten we niet alleen juridisch maar ook moreel oordelen. Bij zo’n gedrag past geen criminologisch gezwam over de condities waarin de dader is opgegroeid. Maar op de wijze waarop onze verontwaardiging zichtbaar wordt, hebben journalisten een grote impact. En omdat mensen hun verontwaardiging afstemmen op die van de ander, hebben journalisten meteen ook een grote invloed op de vorm die onze verontwaardiging uiteindelijk aanneemt. Zij maken het verschil tussen waardigheid en ranzigheid. Ik schrijf dit twee dagen voor de stille mars van zondag. Als ook die een serene vorm aan onze gevoelens geeft, kopen de media een schuld af die zij ten tijde van Dutroux hebben opgelopen. Redeemed. Gered, en nog wel door mediahype.

Mark Elchardus

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content