Fry, Laurie en Elton: drie Britse komieken in pocketformaat.

Het is een curieus fenomeen: succesvolle komische acteurs die zich op de literatuur storten en geestige, goed verkopende boeken tevoorschijn toveren. We hebben de Monty Pythons gehad, met John Cleese die samen met zijn psychiater Robin Skinner handleidingen schreef om heelhuids het leven door te raken, en Michael Palin die ernstige romans schreef. We hebben de goddelijke Jenifer Saunders gehad die haar scripts van Absolutely Fabulous ook in boekvorm aan de man bracht, en het komische duo Stephen Fry en Hugh Laurie dat zijn succesvolle sitcom A bit of Fry and Laurie tot driemaal toe op papier zette.

Wat we nu zien, gaat echter een stap verder. Fry, Laurie en Ben Elton (die onder meer de teksten leverde voor klassiek geworden tv-reeksen als The Young Ones, Blackadder en The Thin Blue Line, en ook als stand-up comedian bekendheid geniet) zijn met hun eigenzinnige romans niet meer uit de bestsellerlijsten weg te slaan. Je treft ze in elke luchthaven ter wereld in pocketformaat aan: een magnifiek staaltje van kruisbestuiving tussen verschillende genres, en dat allemaal in de grote traditie van de Britse humor. Het is waarschijnlijk geen toeval dat Fry en Laurie op dit ogenblik te zien zijn in de verfilmingen van P.G. Woodehouse’ Jeeves and Wooster.

Van de drie is Fry (dat is de grote met de scheve neus) wellicht de meest literaire. Na een aantal grappige maar wat gammele romans als The Hippopotamus and The Liar schreef hij nu waarempel zijn autobiografie: Moab is my washpot. Daarin schetst hij een beeld van de eerste twintig jaar van zijn leven, tot het moment waarop hij in Cambridge literatuur gaat studeren. Met een gedreven verteltrant en een onverwoestbaar gevoel voor humor is hij op zoek naar de bronnen van zijn exuberantie, de vermaledijde stephenesqueness die ervoor zorgde dat hij een paar keer van school werd weggestuurd en hem zelfs in de nor deed belanden. Het stephenesque van Fry is zijn unieke balorigheid, vol narcistische zelfironie, demonische angsten, en oprechte gepassioneerdheid. Bepaald ontroerend zijn de herinneringen die hij oproept aan zijn ouders, zijn Oostenrijks-Hongaarse voorouders langs moederszijde, en de ontdekking van zijn homoseksualiteit in de liefde voor Matthew Osborne. Hij doet dat zonder enige zin voor understatement en weet feilloos de dialogen van twintig, dertig jaar geleden weer na te spelen.

INTERNATIONALE TERRORISTEN

Zijn eeuwige kompaan Hugh Laurie (dat is de smalle die de rol van de domme slechterik speelde in de live versie van Disney’s 101 Dalmatiërs, en die zijn opwachting al maakte in Moab) heeft pas vorig jaar zijn eersteling op de markt gegooid, The Gun Seller. Het is een kruising van P.G. Woodehouse en Tom Clancy geworden, een explosieve cocktail van achtervolgingen, persoonsverwisselingen, soft seks en situatiehumor. Hoofdpersonage is Thomas Lang, een wat slome ex-Scots Guard die aan lager wal is geraakt en de opdracht krijgt om de Amerikaanse industrieel Alexander Woolf te vemoorden. Lang is braaf en sullig genoeg om Woolf van de snode plannen op de hoogte te brengen, en zo komt hij terecht in een cascade van avonturen, met de CIA, met internationale terroristen en wapenhandelaars, met de toeschietelijke dochter van Woolf. Lang is een postmoderne pastiche van James Bond, de mislukte spion die ondanks zichzelf weigert het onderspit te delven. Laurie doet het allemaal met brille, het ritme is adembenemend, de grappen zijn goed getimed maar zijn effectzoekerij wordt op den duur wat voorspelbaar.

GEPASSIONEERDE RELATIE

Van het infernale komische trio is Elton (dat is de oudere jongere met het wereldwijze brilletje) het minst acteur en het meest de professionele grappenschrijver. Zijn bekendheid bij het brede publiek dankt hij aan het werk dat hij met Rowan Atkinson leverde voor de satirische tv-reeks Blackadder, waar we ook geregeld Stephen Fry als pompeuze militair zien opduiken, en de one man show die hij op de BBC heeft, The Ben Elton Show, momenteel in herhaling te zien op maandag rond één uur ’s nachts. Elton is de meest satirische van de drie: achter zijn grappen gaat een sterk verontwaardigd moralisme schuil. Zijn roman Popcorn, die in 1996 voor zijn doorbraak zorgde, is een vernietigende parodie op de verheerlijking van geweld die tot uiting komt in de betere Hollywoodfilms als Pulp Fiction en Natural Born Killers. Hij maakt brandhout van figuren als Quinten Tarantino en de esthestisering van ordinair geweld. Popcorn begint op de avond van de Oscaruitreiking. De jonge, talentvolle regisseur Bruce Delamitri, die zich zorgvuldig het imago van enfant terrible heeft aangemeten, is net tot beste regisseur uitgeroepen voor zijn gestileerde sarcastisch-realistische geweldfilm Ordinary Americans, waar 57 doden te tellen vallen. Hij pikt een model op waarmee hij thuis de koffer in wil duiken. Dan breekt de hel los: zij worden overvallen door twee mannen die, geïnspireerd door Bruce’ gewelddadige films, zomaar wat herrie komen zoeken. Het gestileerde geweld wordt ineens rauwe werkelijkheid, er vallen doden, de televisie komt erbij, de gijzeling wordt live uitgezonden, en om de kijkcijfers gaande te houden, moet er van het gegijzelde gezelschap geregeld eentje worden neergeknald. In Eltons satire moet zowat iedereen het ontgelden: de media, de filmindustrie, immorele regisseurs die geen idee hebben van de sociale en menselijke schade die ze aanrichten met hun gestileerde verheerlijking van het geweld. Vrij voorspelbare kritiek, maar met veel verve gebracht.

Zijn meest recente roman Blast from the Past (1998) is tegelijkertijd een thriller, een romantische komedie en een sociale satire. Het verhaal speelt zich af tijdens (bijna) één nacht vol angst en passie. Om kwart over twee ’s nachts rinkelt de telefoon in het bescheiden appartement van Polly, een alleenstaande jonge vrouw, die op een bureau voor gelijke beroepskansen werkt. Polly verstijft van schrik, want het zou Peter kunnen zijn, de licht contactgestoorde stalker die haar hele leven verpest. Het is echter Jack Kent, een Amerikaanse viersterrengeneraal, die na een vergadering met de Britse eerste minister zijn vroegere geheime liefde wil komen opzoeken. Zestien jaar geleden heeft hij, toen hij als kapitein in Engeland gestationeerd was om de nucleaire raketten in Greeham Common te bewaken, een gepassioneerde relatie gehad met de zeventienjarige vredesactiviste Polly. Een onmogelijk liefde, een relatie die hun beider levens heeft getekend, maar door Jack abrupt is afgebroken omdat zijn carrière voorrang had. Hoe reageert Polly hierop, wat komt Jack precies doen, wat gebeurt er met de stalker die roet in ’t eten wil gooien? Elton weet die spanning meesterlijk op te bouwen, te rekken, en van telkens een nieuwe ontknoping te voorzien. Hij slaagt erin de verschillende tijdslagen en vertelvormen, zoals de brieven die Jack aan zijn broer schreef, af te wisselen om het verhaal vaart te geven of juist te vertragen wanneer het ritme van het boek dat nodig heeft.

De satire zit ‘m in de ideologische clashes tussen het militarisme en het vredesactivisme van de vroege jaren tachtig, in het generatieconflict tussen het wereldverbeterende engagement van de post-achtenzestigers wier kinderen nuchtere individualisten en cocooners geworden zijn, in het verschil tussen de harde no-nonsense politiek van Thatcher en de gestileerde en verraderlijke softheid van New Labour. Elton schetst hier een intrigerend portret van de ideologische, sociale en politieke evoluties die de welvaartsmaatschappij sinds de jaren zestig heeft doorgemaakt. Gelukkig is het satirische niet dominant en krijgen zowel de karaktertekening van de personages als de spannende interactie tussen Jack, Polly en Peter alle aandacht.

Elton is uitermate media- en trendgevoelig en weet zijn thema’s goed te kiezen. Zijn volgende boek Inconceivable, dat een dezer dagen in de winkels moet liggen, gaat over een onvruchtbaar koppel yuppies dat de meest gekke dingen gaat doen om toch maar een kind te kunnen krijgen.

Intelligent, geestig, en spannend. Meer moet dat niet zijn.

Stephen Fry, “Moab is my washpot”, Arrow Books, 1997, 436 blz., £ 6,99

Hugh Laurie, “The Gun Seller”, Pocket Books, 1998, 368 blz., £ 8,99

Ben Elton, “Blast from the Past”, Black Swan, 1998, 363 blz., £ 8,99

Jan Flamend

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content