Het Europees parlement heeft een rapport goedgekeurd dat niet alleen dierproeven in de cosmeticasector verbiedt, maar ook de verkoop van alle producten die op dieren getest zijn. Europarlementslid Nelly Maes (VU&ID) is bijzonder verheugd.

JA

Nelly Maes

‘Het verbod op dierproeven geldt natuurlijk alleen voor alle cosmetica die in Europa vervaardigd worden. Op de andere hebben we geen vat, behalve via de Wereldhandelsorganisatie. Ik ben ervan overtuigd dat lobby’s tot nu hard geprobeerd hebben om het verbod uit te hollen. De zaak werd voortdurend uitgesteld.

Nu hebben we eindelijk een richtlijn van de Commissie die dierproeven verbiedt, maar toch nog in een aantal uitzonderingen voorziet. Het Europees parlement wil daar korte metten mee maken en stelt dat die uitzonderlijke gevallen over vijf jaar voltooid verleden tijd moeten zijn. Anders blijft men het definitieve verbod op de lange baan schuiven.

Er is een tweede belangrijk meningsverschil tussen Commissie en parlement. Wij willen veel verder gaan dan het commissievoorstel. Ook producten die eventueel elders in de wereld op dieren getest werden, moeten verboden worden. Anders steken we onze kop in het zand: laat ze elders, buiten Europa, de tests maar uitvoeren en dan importeren wij de producten wel. Daar wil het Europees parlement dus een stokje voor steken. Het kan niet de bedoeling zijn de dierproeven naar landen buiten de Europese Unie te exporteren.

Normaal zal nu, na de eerste lezing in het parlement, de discussie op gang komen. Jammer genoeg heeft het parlement niet het laatste woord. Maar we zijn optimistisch, want er is in het parlement een heel grote gevoeligheid aan de oppervlakte gekomen. Het heeft onverhoopt nog een extra amendement goedgekeurd waardoor ook alle geurstoffen die in cosmetica gebruikt worden, op het label vermeld moeten worden. Vroeger gold dat enkel voor 26 geurstoffen waarvan bekend is dat ze allergeen zijn.

In de publieke opinie is de betrokkenheid bij dierenwelzijn de jongste maanden veel groter geworden. De raad van ministers en de lidstaten zullen daar rekening mee moeten houden, wat dan weer druk op de Commissie zet, en de cosmeticalobby de wind uit de zeilen haalt.

Wij denken dat ook de cosmetica-industrie er voordeel bij heeft. Ze mag immers vermelden dat haar producten zonder dierproeven gemaakt zijn, en dat is een reclameargument.

De stelling van de Commissie dat er een geschil dreigt met de Wereldhandelsorganisatie houdt geen steek omdat we alle producten over dezelfde kam scheren.’

NEE

Paulette Halleux

Dierproeven op de bestanddelen van cosmetica blijven nodig en een verbod op producten uit de Verenigde Staten en Japan is niet haalbaar. Dat zegt Paulette Halleux, secretaris-generaal van DETIC, de vereniging van producenten en verdelers van cosmetica.

‘Met het verbod op dierproeven op het eindproduct, cosmetica zelf, kunnen wij akkoord gaan. De cosmetica-industrie voert al ten minste twee jaar geen dierproeven meer uit op eindproducten. Daar bestaan ook voldoende alternatieven voor.

Voor de tests op de bestanddelen van cosmetica ligt de zaak anders. Op dat vlak bestaan er drie alternatieve methodes. Die meten de irritatie, fototoxiciteit en absorptie door de huid. Maar ze zijn ontoereikend om honderd procent veiligheid te garanderen. We zijn al jaren op zoek naar een alternatief voor dierproeven om oogirritatie te meten, zonder succes. We hebben daar nochtans al veel geld voor uitgegeven.

Onderzoek naar de dodelijke dosis is uitermate belangrijk. Je moet kunnen nagaan of een product giftig is als het wordt ingeademd, ingeslikt of op de huid wordt aangebracht. Je kunt mensen toch geen producten toedienen en dan afwachten of ze zullen sterven of niet? Nagaan of een product kankerverwekkend is, kan ook alleen als het op dieren wordt getest. Als je de dierproeven totaal verbiedt, kun je nieuwe stoffen niet grondig testen en evenmin veilig verklaren voor menselijk gebruik. Dat is de kern van het probleem.

Wij willen de alternatieve methodes zoveel mogelijk gebruiken, als die voorhanden zijn. Wat we ook zeker willen doen, is het aantal dierproeven tot een strikt minimum beperken. We hebben bijvoorbeeld een methode ontwikkeld waarmee we met veel minder dierproeven kunnen nagaan welke doses dodelijk zijn. Maar een totaalverbod zou innovatie afremmen, wat het comfort van de consument niet ten goede komt.

Ik begrijp dat het Europees parlement ook elke verkoop van op dieren geteste producten wil verbieden om te vermijden dat we buiten de Europese Unie zouden gaan produceren. Maar het probleem is dat een verbod op de commercialisering van die producten ook betekent dat je de invoer van Amerikaanse en Japanse producten tegenhoudt. Zo’n protectionistische maatregel is geen oplossing. We moeten alternatieve methodes steunen en ontwikkelen, maar dan wel op wereldvlak. We moeten een dialoog aangaan met landen die niet tot de EU behoren, opdat die het aantal dierproeven ook zouden verminderen. Een verbod kan leiden tot zoiets als de bananenoorlog, en dat is toch allesbehalve wenselijk? De represailles vanuit Amerika zouden niet mals zijn.’

Opgetekend door Eric Adams

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content