De officiële Belgische samenwerking met Zaïre verloopt via niet-gouvernementele organisaties.
De Belgische politiek neigt er nog altijd niet naar om tegenover Zaïre veel goede wil te tonen. Ze heeft de gebeurtenissen van begin de jaren negentig nog niet verteerd. Toch worden er signalen gestuurd die erop wijzen dat op zijn minst sommige mensen klaar zijn om het roer om te gooien. Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking Reginald Moreels (CVP) meent dat de tijd rijp is voor een regeringsbezoek aan de vroegere kolonie. België’s ambassadeur in Kinshasa, Jan Van Dessel (CVP), denkt dat Zaïre binnen vijf jaar ?een democratisch paradijs” kan zijn. Zijn reiservaring in Zaïre is beperkt, maar toch ergert hij zich aan de overwegend negatieve berichtgeving over het land. Hij wil positieve dingen zien.
De Belgische samenwerking met Zaïre loopt langs niet-gouvernementele organisaties (NGO’s). De Zaïrese regering claimt haar deel door plotseling en met terugwerkende kracht de NGO’s (en de Belgische school in Kinshasa) te belasten. Voor gezondheidszorg de belangrijkste post van de samenwerking wordt jaarlijks 200 miljoen frank ter beschikking gesteld. Het zou de bedoeling zijn dat bedrag naar 300 miljoen op te trekken.
Het geld wordt grotendeels verdeeld over vijf NGO’s, waarvan er vier volgens een ?modern principe” werken. De Damiaan-stichting heeft nog slechts één Belg in dienst en huurt voor de rest lokale mensen in. De met de Brusselse universiteit verbonden Cemubac is rond de stad Goma in Oost-Zaïre actief. De Medische Missie-Samenwerking (Memisa) verzorgt de gezondheidsstrukturen, die de katholieke kerk runt. En Artsen Zonder Grenzen (AZG), dat in Zaïre de noodhulpverlening opzij geschoven heeft, werkt aan projecten op lange termijn. AZG bestrijkt binnenkort vijftien belangrijke gezondheidszones, die elk een kwart miljoen mensen huizen. Ze levert er geneesmiddelen, en huurt bekwame lokale artsen in voor de ziekenhuizen.
Een doorn in het oog van moderne ontwikkelingswerkers is de NGO Fonds Medical Tropical (Fometro), die over een grote expertise in de strijd tegen de slaapziekte beschikt, maar nog altijd niet beseft dat de hoogdagen van het kolonialisme voorbij zijn. Ze wordt geleid door oudgedienden uit de koloniale administratie, en heeft constant moeilijkheden met de Zaïrese autoriteiten, omdat ze geen enkele moeite doet om valabele Zaïrezen en die zijn er in haar kader op te nemen. Alleen door haar sterke banden met de top van het Algemeen Bestuur voor Ontwikkelingssamenwerking (Abos) blijft ze overeind.
Er worden vanuit België nog initiatieven genomen die de ban zouden kunnen breken. De luchtvaartmaatschappij Sabena, die drie keer per week naar Kinshasa vliegt, zette stappen om de Zaïrezen te helpen bij de oprichting van New Air Zaïre : een nieuwe versie van het failliete Air Zaïre. Een initiatief dat op de weerstand van de Zaïrezen zelf stootte, maar dat nu in alle stilte wordt gestroomlijnd. Mensen die het kunnen weten, verwachten dat New Air Zaïre in april discreet boven de doopvont zal worden gehouden.