Luc Baltussen
Luc Baltussen Luc Baltussen is redacteur bij Knack.

Het bijna twee eeuwen oude Belgische merk Delvaux wil met Chinese hulp uitgroeien tot een internationaal luxelabel.

Ministers doen doorgaans erg hun best om België, respectievelijk Vlaanderen aantrekkelijk te maken voor buitenlandse investeerders. Maar als dat beleid dan vonken slaat, krijgen veel burgers het gevoel dat hun land wordt uitverkocht. Nuon België was natuurlijk toch al geen Belgisch bedrijf. Dat het Zweedse Vattenfall het verkoopt aan de Italiaanse energiegroep ENI trekt de lijn door van wat elders in onze energiesector al schering en inslag was. Electrabel zit in een Franse groep en Distrigas was al eigendom van de Italianen.

Dat ook Brussels Airlines volgend jaar vrijwel zeker helemaal overgaat naar het Duitse Lufthansa is al een ander paar mouwen. Die luchtvaartmaatschappij werd immers opgezet net omdat we na de ondergang van Sabena vonden dat een land geen land is als het geen eigen carrier heeft. Maar Lufthansa heeft dus al 45 procent en de enige reden dat het Duitse bedrijf deze lente geen gebruik maakte van zijn recht om de overige 55 procent te kopen, is dat het dit jaar zelf te slecht boerde. Dat het Brussels Airlines, dat dit jaar ook verlies boekt, volgend jaar wellicht goedkoper kan krijgen, zal er misschien ook wel mee te maken hebben.

Maar dan: Delvaux! Bestaat er iets Belgischer, op goede chocolade na, dan een handtas van Delvaux? Maar nu wordt de bijna twee eeuwen oude Belgische parel een onderdeel van een Chinese kroon. De koper, Fung Brands Ltd., maakt deel uit van een groep die zelf ook een respectabele leeftijd kan voorleggen, dat moet gezegd. Maar wat hier vooral telt, is toch dat de groep zo’n duizend keer méér omzet dan Delvaux en dus over middelen beschikt die Delvaux zelf nooit bij elkaar kan harken.

Om niet te vervallen in oeverloze en steriele discussies over kroonjuwelen en erfschatten die ons door buitenlandse mogendheden ontstolen zouden worden, kan het nuttig zijn voor ogen te houden dat aandeelhouders, binnenlandse én buitenlandse, in de eerste plaats dienen om kapitaal aan te brengen. Het is de bedrijfsleiding van Delvaux zelf, die besloot dat Delvaux een sterke partner moest zoeken om naar een hoger niveau te groeien: in plaats van een fabrikant van exclusief lederen ontwerpen, wil de bedrijfsleiding Delvaux ontwikkelen tot een internationale luxegroep, die kan concurreren met groepen als Louis Vuitton. Het kapitaal voor zo’n onderneming is in België niet te vinden. Maar voor de broers die momenteel aan het hoofd staan van de Li&Fung Group is de ambitie van Delvaux gesneden koek: zij zijn net op zoek naar merken met traditie en uitstraling waarmee ze hun eigen groep meer prestige kunnen verlenen.

België wordt dus niet uitverkocht. Het is eerder zo dat Belgische bedrijven door de internationale financiële markten aantrekkelijk genoeg gevonden worden om in te investeren en dat wijst op de aanwezigheid van bepaalde troeven, zoals in dit geval vakkennis of stijlgevoel. Maar we moeten ook niet naïef zijn: in ons economisch systeem is het de kapitaalverschaffer die de grote beslissingen neemt zelfs als die onverstandig of schadelijk zouden lijken. Een beleid dat aanstuurt op het aantrekken van buitenlandse investeerders moet er ook voor zorgen dat onze bedrijven over troeven beschikken die zich niet zomaar het land uit laten slepen.

Luc Baltussen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content