MA / 15 / 08

Met uitzondering van de persbond, beter bekend als de Sint-Hypocritusgilde, moet een zichzelf respecterende bond ogen naar het beeld en de gelijkenis van de leden die hij verenigt. In die optiek heeft de Gezinsbond deze maand een goede beurt gemaakt. In elk bondsgezin is het al eens ruzie, en dus is het ook ruzie in de Gezinsbond.

Roger Pauly stapt op als voorzitter – dank Roger, voor alles wat u voor onze gezinnen hebt gedaan – en hij zal worden opgevolgd door Frans Schotte. Bravo. Niemand is beter geschikt om voorzitter van een bond te worden, een gezinsbond of een andere, dan Frans Schotte. Frans komt van bij Roularta. Was daar personeelsdirecteur en beging in die hoedanigheid de enige vergissing in zijn succesvolle carrière: hij onderhandelde met uw dienaar over diens eerste arbeidscontract. Onderhandelen is misschien niet de correcte term. Frans zei: ‘Hier tekenen.’ En voegde er terloops aan toe: ‘Er zijn wel veel negatieve punten in uw nadeel, vergeet dat vooral niet, maar ik zie er ook één positief.’ Waarna wij nieuwsgierig vroegen: ‘Ah ja? Welk?’ En Frans antwoordde: ‘Uw nieuwsgierigheid.’

Frans lag rapper buiten dan wij, het kan ook zijn dat hij zelf is opgestapt, deed eerst iets in de textiel, niemand wist goed wat, kocht dan de zieltogende Standaard Boekhandel op, maakte daar de nummer één op onze binnenlandse boekenmarkt van, qua omzet groter dan Fnac en qua aanbod bijna van het niveau van Roularta Books, en werd als kroon op het werk voorzitter van Cercle Brugge.

Voorzitters van Cercle Brugge zijn zonder uitzondering hoogstaande figuren. In de beginjaren vinden we er edelen als Raoul Daupresne de la Chevalerie en Albéric de Formanoir de la Cazerie. Bij Club Brugge heeft het geduurd tot Michel D’Hooghe voor ze iemand van adel in de voorzittersstoel hadden. Midden jaren zestig werd de legendarische Cercle-keeper Robert Braet, de vader van onze chef-cultuur Jan Braet, voorzitter van ‘de vereniging’.

Bij Cercle mag het woord ‘club’ niet worden uitgesproken, op straffe van boete. En niemand zal ooit iets blauws gebruiken of bij zich dragen, want blauw is de kleur van de vijand, van Club. Cercle is groen. Er is een supporterskring die elk jaar een banket houdt waar alles groen is: slaatje voor, kervelsoep, paling in het groen met komkommergarnituur en spinaziepuree, kiwitaart, groene thee. En bij het eten groen bier, dat door een West-Vlaamse brouwerij speciaal wordt gebrouwen voor de export naar Ierland, waar het in ontzagwekkende hoeveelheden wordt geconsumeerd op Saint Patrick’s Day.

Na Robert Braet volgde Paul Ducheyne als Cercle-voorzitter, en dan zijn we al aan Frans Schotte, opnieuw iemand van de stamboekadel want ridder in de Orde van ’t Manneke uit de Mane.

Cercle-voorzitters zijn goede mensen, en dat hoort men toch minder vaak en minder stellig beweren over de presidenten van Club. Het vindt voor een groot deel zijn verklaring in de achtergrond van beide verenigingen. Cercle is gesticht door de frères van het Sint-Franciscus-Xaveriuscollege, en zette zich al snel af tegen het afgescheurde liberale, misschien een tikje socialistische en in elk geval antiroomse Club. Al beweren sommige kwaadaardigen dat men de grootste jezuïeten aantreft op de eretribune van Club, en dat zowel in confessionele als in overdrachtelijke zin.

Nu zijn jezuïeten geen xaverianen, God zal ons bewaren. Omgekeerd ook niet, al ligt dat iets ingewikkelder want de xaverianen zijn weliswaar niet gesticht door maar wel genoemd naar Sint-Franciscus-Xaverius van Navarra, en dat was een persoonlijke vriend van Ignatius van Loyola en een van de medestichters van de vermaledijde Sociëteit van Jezus.

Daar houdt de verwantschap gelukkig op. De jezuïeten vormen een orde, en de xaverianen een congregatie. Wij treden niet te veel in de talrijke details, maar een orde is ouder en in principe gebonden aan strengere voorschriften dan een congregatie, die meer een confrérie is. Voor de gelaïciseerde lezers: gelieve confrérie niet te verwarren met confiserie, al treft men het eerste weleens aan in het tweede, en als gevolg daarvan het tweede spoedig daarna in het eerste.

Maar goed, jezuïeten zijn dus een orde, xaverianen een congregatie. Daarnaast zijn xaverianen broeders en jezuïeten paters. Ze zingen het ten andere zelf: ‘Wij zijn de paters jezuïeten…’ Het verschil tussen een broeder en een pater is dat een broeder geen priester is en een pater wel. Of omgekeerd, zo goed zijn wij er ook weer niet mee vertrouwd.

Beide kloostergemeenschappen maken zich nuttig door het onderwijzen en opvoeden van de katholieke jeugd, maar ze hanteren daarbij fel uiteenlopende methodes. Jezuïeten brengen hun discipelen niet alleen gemene kneepjes bij maar ook toe. En onderrichten hen hoofdzakelijk in de lage streken van de achterbakse kuiperij en het huichelachtige kromdenken. Dit ad majorem Dei gloriam.

Xaverianen doen dat niet. Xaverianen zijn fatsoenlijke mensen, en daar zit hem nog het grootste onderscheid met jezuïeten. Jezuïeten zijn volgens de statuten van hun orde gehouden tot kuisheid, armoede en gehoorzaamheid, en vegen aan die drie basisvereisten om ter feestelijkst hun voeten. Sta ons toe het, mede ten behoeve van de N-VA-leden, nog even in het Latijn te herhalen: vos qui cum Jesu itis, non ite cum Jesuitis.

Met Frans Schotte komt er voorzeker geen jezuïet maar wel een rasechte xaveriaan aan het hoofd van de vroegere Bond van Grote en Jonge Gezinnen, die door de steeds verfijndere technieken van de contraceptie op spontane wijze is geëvolueerd naar de Bond van Gezinnen. Niet meer jong en zeker niet meer groot.

In om het even welke andere bond zouden de leden van dankbaarheid op hun knieën vallen en de Heer prijzen om zo veel meeval bij de aanstelling van een nieuwe leider, in de Gezinsbond niet. Is daar toch een trien opgestaan zeker, en het zal niemand verbazen: een uit Kortrijk, die vindt dat zij het moet worden, voorzitter. Wacht, de krant er even bij nemen, want wij zijn haar naam al vergeten: Annemie Drieskens. De echtgenote van de Kortrijkse schepen en provincieraadsvoorzitter Jean de Bethune, zelf zoon van de vroegere burgemeester en nazaat van de Leeuw van Vlaanderen.

Die vrouw nu, beweert dat Frans Schotte eerst alle procedures zou moeten doorlopen vooraleer voorzitter te mogen worden. Nee maar, wie verzint het? En alsof dat al niet ruimschoots over de schreef was, verklaarde ze op Radio 1 dat aftredend voorzitter Roger Pauly haar oneerlijke concurrentie aandeed door overal rond te bazuinen, naar volledige waarheid overigens, dat Schotte zijn ideale opvolger is. Een beetje zoals den Baard dat deed met Caroline Gennez, met dat verschil dat den Baard een dwaas is en Roger Pauly allerminst. En Frans Schotte nog minder.

Het leven in West-Vlaanderen zou heel wat makkelijker zijn mochten ze in Kortrijk eens leren hun mond te houden, maar het tegendeel is elke dag steeds meer het geval. ‘ Aan de top van de vrijwilligers in de Gezinsbond verwacht je een vrijwilliger met jarenlange ervaring. Het zou een kaakslag zijn voor alle vrijwilligers in onze organisatie dat iemand van buiten de organisatie geparachuteerd wordt naar de top van de Gezinsbond.‘ ‘Haha, welke domoor kan zoiets bedenken?’ roept u luid schaterend uit. Pol Ostyn! Ondervoorzitter gewestbestuur Kortrijk.

Annemie Drieskens verdient een faire kans. Ze is een hooggekwalificeerde vrouw en zet zich al 25 jaar in als vrijwilliger aan de top van de Bond.’ Wel, wie nu? Sonja Feys! Voorzitster gewestbestuur Kortrijk.

Jamaar kom, zijn we terug in de tijd van Frans Van Mechelen of wat? We zullen deze zaak zonder verder dralen officieel beslechten: Frans Schotte is per 1 januari 2012 de nieuwe voorzitter van de Gezinsbond. Punt uit. En het gewestbestuur Kortrijk wordt uit de bond gestoten. Het zal voor iedereen beter zijn.

DI / 16 / 08

De vorige ombudsman van De Standaard heeft al midden december de handdoek in de ring gegooid, precies één week later dan wij hier herhaaldelijk hadden vooropgesteld, en de huidige zou beter hetzelfde doen zo hij zijn reputatie als columnist niet wil verliezen. De ombudsman was één van de vele briljante ideeën van meneer de marketeer, en bij zijn door hemzelf fel gemediatiseerde overstap naar Nederland stelde hij er ook bij NRC Handelsblad onmiddellijk een aan.

Tussen die drie ombudslieden zijn er grote verschillen. De vorige ombudsman van De Standaard schoot met scherp op zijn collega’s, die in hun eigen krant te kijk werden gezet als riooljournalisten die het abc van de deontologie niet onder de knie hadden en wier bekwaamheid niet hoger reikte dan die van een rups bij het bouwen van een piramide. Hij werd door diezelfde collega’s dan ook op vakkundige wijze de psychiatrie in gepest. Opnieuw zoals hier haarscherp was voorspeld.

De huidige ombudsman, die lessen trok uit het pijnlijke lot van zijn voorganger, munt uit in het sparen van én de kool én de geit, spreekt alleen over heel algemene gevallen in alle media, en hoedt er zich nauwgezet voor om iets te beweren waardoor welke eigen redacteur ook zich geviseerd zou kunnen voelen. Een angstreflex.

Die lijkt niet aanwezig te zijn bij de Nederlandse ombudsman. Week na week boort die zijn eigen baas, de marketeer dus, de Rotterdamse grond in. En dat in bewoordingen die slechts af en toe iets minder onbeleefd zijn. Wie alleen de NRC-ombudsman leest, krijgt de indruk dat er maar één onverantwoordelijke kwiet op de krant werkt, in de media tout court: de marketeer. Die indruk stemt nogal goed overeen met de werkelijkheid, waardoor men niet anders kan dan de Nederlandse ombudsman ernstig te nemen, in tegenstelling tot zijn Vlaamse confraters.

Vorige week was het weer raak. U weet ongetwijfeld dat NRC onlangs op zijn voorpagina uitpakte met een provocerend stuk waarin redacteur Dick Wittenberg veertien redenen opsomde om geen geld te geven aan de hulpactie tegen de honger in de hoorn van Afrika. En één om dat wel te doen (de mensen lijden daar honger), maar zo ver lezen de meeste lezers van een kwaliteitskrant blijkbaar ook in Nederland niet.

Of dat artikel polemisch en sarcastisch bedoeld was of niet, daarover is sindsdien een vermakelijke discussie aan de gang, die heel wat Nederlanders ertoe aanzet om hun niet gevraagde mening kenbaar te maken via alle vreselijke kanalen die daar tegenwoordig voor ter beschikking staan. In het begin overheerste verontwaardiging bij Facebookers, Twitteraars en ander internetgajes. En toen stuurde de marketeer, om de heisa te bedaren, zelf een tweet de ether in waarin hij, bescheiden als steeds, zijn geschrokken lezers uitschold voor een bende idioten. Hij vroeg zich letterlijk af of hij, genie der genieën, nu verdrietig of boos moest zijn om zo veel domheid. Van zijn eigen abonnees!

Dat zouden wij bij u eens moeten proberen, het kot was te klein. C4 met de eerste ijlbode uit Roeselare. De NRC-ombudsman zag weer een schitterende kans voor open doel aangeboden, en maakte er niet veel woorden aan vuil: ‘Lezers domheid verwijten, niet echt een goed idee.’

In Nederland moeten ze nog wat wennen aan het idee dat een moderne krant in de eerste plaats een marketingproduct is. Wat ons benieuwt, is wat het effect van die stunt zal zijn op de volgende kwartaalresultaten van NRC. De vorige waren zeer bemoedigend.

DO / 18 / 08

Spannend: er zijn nu twee strekkingen in verband met de uitgave van euro-obligaties: Angela Merkel en het Joenk. Merkel is tegen, het Joenk is voor. Op een of andere manier moet hij daar dus persoonlijk voordeel uit kunnen halen. Wie gaat dit pleit winnen? Men is geneigd te zeggen, het gewicht van Duitsland in de Europese Unie afwegend tegen dat van de Aldi-fractie van het Joenk: Angela Merkel. Behalve in de Belgische kwaliteitspers is er in heel Europa immers niemand die deze fractie of haar leider ernstig neemt.

Maar opgepast als het Joenk iets wil doorduwen, al moet de onderste steen de bovenste worden, het zal gebeuren. Ons land betaalt daar nog minstens 30 jaar de tol voor. Iedereen heeft op de staatsomroep kunnen zien hoe hij als premier van zijn kabinetschef en woordvoerder eiste dat ze officieel zouden aankondigen dat een begroting, zo lek als een zeef, in evenwicht was. De kabinetschef, van de hand Gods geslagen over zo veel leugenachtigheid, sprak letterlijk: ‘Maar enfin, dat kun je toch niet maken.’ Waarna het Joenk: ‘Dan zet ik het er zelf in.’

In een normale rechtsstaat is dat, eens even tellen, een jaar of twaalf gevangenis. Wegens bedrog, schriftvervalsing, fraude, oplichting, onzorgvuldig beheer van overheidsgeld en nog wel twintig andere rechtsregels. In België kom je daarmee weg. Dus let op voor die eurobons. Het duurt 90 minuten en op het einde wint het Joenk.

door Koen Meulenaere

In om het even welke andere bond zouden de leden van dankbaarheid op hun knieën vallen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content