Met de invoering van het zogenaamde Europees semester is België de regie over het eigen sociaaleconomische beleid goeddeels kwijt. ‘Alleen beseffen we dat nog maar half,’ zegt ontslagnemend minister van Financiën Guy Vanhengel.

België mag dan politiek verlamd zijn, Europa is dat zeker niet. Begin dit jaar is als antwoord op de tot bij ons uitdijende Griekse schuldencrisis het eerste zogenaamde Europees semester van start gegaan, een poging om het economische beleid van de Europese lidstaten beter in overeenstemming te brengen.

‘Grote economische verschillen binnen de eurozone leiden bij financiële speculanten tot twijfels over de kredietwaardigheid van bepaalde lidstaten, waardoor de euro onder druk komt te staan’, legt minister van Financiën Guy Vanhengel (Open VLD) uit.

Strenge begrotingsdiscipline en gecoördineerde economische hervormingen moeten de euro in een veiliger haven brengen. Eén instrument daartoe is de invoering van het Europees semester, waardoor nationale begrotingscycli en het Europese besluitvormingsproces nauw met elkaar verweven worden. Voortaan controleert de Europese Commissie in de lente van elk begrotingsjaar vooraf de budgettaire voornemens van de nationale regeringen. Ook verwacht de Commissie van de lidstaten gedetailleerde beleidsplannen om de Europese economische doelstellingen, zoals die onder meer in de Europa-2020-strategie vervat zijn, in de praktijk te brengen. Lidstaten die op al die punten tekortschieten, zullen volgens het beproefde name and shame-recept publiekelijk berispt worden – in een latere fase zijn ook financiële straffen mogelijk.

Guy Quaden, gouverneur bij de Nationale Bank, waarschuwde vorige week tijdens een hoorzitting over dat Europees semester in de Senaat voor kwalijke gevolgen indien België tegenover Europa een modderfiguur zou slaan als gevolg van de binnenlandse politieke impasse. Ook Guy Vanhengel toont zich bezorgd. ‘Uiterlijk in april moet België bij de Commissie zijn begroting voor 2011 indienen, én de krijtlijnen van de begroting voor 2012. Maar aan de eigenlijke begrotingsopmaak van 2011 zijn we nog niet eens begonnen.’

Wat gaat u straks dan vertellen aan de Commissie?

Guy Vanhengel: Dat is een gevoelige kwestie. Een ontslagnemende regering heeft maar beperkte bewegingsvrijheid, omdat haar handelingen niet steunen op een meerderheid in het parlement. Wij kunnen alleen maar hopen dat er snel een nieuwe regering komt.

Daar ziet het niet naar uit.

Vanhengel: Inderdaad, en daarom zijn we dan toch begonnen met de voorbereiding van de begroting 2011. De administratie heeft alles becijferd om de lopende uitgaven van de departementen in een echte begroting te kunnen gieten. Ik vind dat we daarbij het huidige uitgavenpatroon, de ‘voorlopige twaalfden’ waarmee we werken, voor heel 2011 moeten aanhouden. Daarmee blijven we als ontslagnemende regering netjes binnen onze bevoegdheden, en het helpt ook om de uitgaven onder controle te houden. Die begroting moeten we vervolgens, als de politieke impasse blijft duren, in het parlement doen goedkeuren. Voorts zouden er met de gewesten en de gemeenschappen bindende afspraken moeten worden gemaakt over een begrotingstraject om tegen 2015 opnieuw sluitende cijfers te kunnen voorleggen. Dat zou onze onderhandelingspositie tegenover de Europese Commissie verstevigen. Maar een ontslagnemende regering kan natuurlijk geen politieke keuzes maken.

Zal Europa begrip opbrengen voor onze moeilijke situatie?

Vanhengel: Misschien, maar België zal de Commissie er hoe dan ook van moeten overtuigen dat het al het nodige doet om zijn begrotingsdoelen te halen. Daarnaast moet België ook aangeven met welke structurele hervormingen het uitvoering wil geven aan de agenda van Europa 2020 – ook dat maakt deel uit van het Europees semester – en met welke maatregelen het de Europese streefcijfers, bijvoorbeeld op het vlak van werkgelegenheid, denkt te halen.

Een begroting voor dit jaar, tot daar aan toe. Maar de contouren van grote economische hervormingen? U kunt straks met een wit blad naar Europa.

Vanhengel: Daar knelt inderdaad de schoen. Denk ook aan een sleutelgebied zoals de pensioenen. Alle Europese lidstaten hervormen hun pensioenstelsel, wij moeten daar nog aan beginnen. Een van de maatregelen die Europa zeker van ons verwacht is de verhoging van de feitelijke pensioenleeftijd. Wij gaan in België gemiddeld met 60 jaar met pensioen, en dat wordt stilaan onbetaalbaar.

Wat gebeurt er met lidstaten die zoals België verzuimen hun pensioenstelsel of arbeidsmarkt te hervormen?

Vanhengel: Europa kan bijvoorbeeld financiële sancties opleggen, zij het pas vanaf 2013. Dat is op dit moment dan ook niet mijn grootste zorg. Veel zorgwekkender is de vraag hoe de Europese Commissie in juni de Belgische begrotingsopmaak en de voorgestelde economische hervormingen zal beoordelen. Als we niet kunnen aantonen dat onze ramingen stoelen op daadwerkelijk in het parlement goedgekeurde besluiten, krijgen we ongetwijfeld een heel slecht rapport. Dat zal de financiële markten alweer verontrusten, waardoor de rente op Belgisch schuldpapier waarschijnlijk zal stijgen. Voor een land dat dit jaar 80 miljard op de financiële markten moet ophalen, is dat levensgevaarlijk.

Waarom dan niet het denkspoor van PS-voorzitter Elio Di Rupo ernstig nemen en een regering van nationale eenheid of desnoods een sociaaleconomische noodregering op de been brengen?

Vanhengel: Een noodregering die sociaaleconomisch krachtdadig bestuurt? Dat lijkt mij een contradictie. Wat we nodig hebben, is een echte regering die, nadat een akkoord is bereikt over een staatshervorming en een herziening van de financieringswet, een volwaardige begroting kan maken, want al die zaken zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. We moeten namelijk in staat zijn een langetermijnvisie op onze overheidsfinanciën en ons sociaaleconomisch weefsel te ontwikkelen, precies omdat we – laten we de dingen maar bij hun naam noemen – economisch en budgettair onder Europese voogdij zijn geplaatst. Jawel, België heeft sinds kort een voogdijoverheid, alleen beseft men dat hier nog niet.

De invoering van het Europees semester zal de budgettaire en economische politiek van de lidstaten ingrijpend beïnvloeden. Maar afgeleid als we zijn door de regeringsvorming lijkt het alsof dat nog niet tot ons is doorgedrongen.

Wordt het voor België, dat al enkele jaren politiek stilstaat, straks een hard ontwaken?

Vanhengel: Het is simpel. België dreigt de greep op zijn beleid te verliezen als het de Europese budgettaire en economische doelstellingen niet haalt.

Kan Europa concrete maatregelen afdwingen? Een loonstop, zoals in Duitsland, of een versoepeling van het ontslagrecht?

Vanhengel: Het gaat Europa om het resultaat. Op termijn moeten de overheidstekorten overal verdwijnen, maar hoe de lidstaten dat klaarspelen, de manier waarop ze hun financiën saneren en hun economie hervormen – dat kan verschillen. Wij hoeven dus niet exact de Duitsers te kopiëren, maar we moeten er wel voor zorgen dat onze economische parameters op het eind van de rit die van Duitsland benaderen.

Met onze economische fundamentals is ook niets mis. De groei zit goed, het begrotingstekort is onder controle, de werkloosheid is minder snel gestegen dan in de buurlanden en ook onze handelsbalans oogt, mede dankzij Duitsland, fraai. Maar de politieke instabiliteit in combinatie met onze hoge staatsschuld maakt van België een potentiële schietschijf op de financiële markten.

Guy Quaden zei in de Senaat dat het doodjammer is dat door de politieke crisis die onverwacht gunstige economische groei in België niet kan worden benut om noodzakelijke hervormingen door te voeren.

Vanhengel: Ik kan dat alleen maar beamen. En voor mezelf: het vergt gigantische inspanningen om het begrotingstekort met een paar miljard terug te dringen. Het is heel frustrerend dat die inspanningen zo weer in rook kunnen opgaan als de rentelasten door de aanhoudende politieke instabiliteit opnieuw zouden gaan stijgen.

De protagonisten van deze regeringsonderhandelingen moeten uit de loopgraven komen. Het lijkt wel een remake van 1914-1918. Wat de PS de voorbije zeven maanden heeft laten zien, stoort me trouwens mateloos. Eerst was er de onzin over het plan B, totaal surrealistisch, en nu weer dat nummertje van Elio Di Rupo over een regering van nationale eenheid. Laten we ernstig blijven, ons gezond verstand gebruiken en stapsgewijs, en volgens wat politiek haalbaar is het Belgische huishouden op orde zetten.

DOOR HAN RENARD

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content