‘België speelt een sleutelrol om het conflict in Burundi op te lossen’

Burundezen demonstreren tegen een derde ambtstermijn van president Nkurunziza. © BELGA

In de aanloop naar de presidentsverkiezingen neemt het geweld in Burundi toe. Volgens Tomas Van Acker (UGent) heeft België zich veel te lang afzijdig gehouden. ‘We moeten meer doen dan onze ontwikkelingshulp als hefboom gebruiken.’

In Dar es Salaam komen de Oost-Afrikaanse leiders deze week bijeen om zich te beraden over de escalatie van het geweld in Burundi. Sinds president Pierre Nkurunziza aankondigde dat hij een derde mandaat wil, vielen in Burundi al zeker 19 doden.

Kunnen de verkiezingen nog doorgaan?

THOMAS VAN ACKER: De parlementsverkiezingen van 26 mei allicht niet. Wat de presidentsverkiezingen van 26 juni betreft, dat hangt af van de diplomatie. Als de Oost-Afrikaanse Gemeenschap in Dar es Salaam een onderhandelde oplossing voor het conflict kan vinden, kunnen de verkiezingen doorgaan. Een overgangsregering van nationale eenheid instellen is ook een scenario, maar op langere termijn is dat geen oplossing. Het conflict draait niet enkel om een derde mandaat van Nkurunziza. De naoorlogse generatie in Burundi is niet tevreden over het democratiseringsproces en eist inspraak.

Dreigt een burgeroorlog uit te breken?

VAN ACKER: Het is alleszins niet ondenkbaar, want na drie weken lijkt de president noch de oppositie te willen wijken. Als de diplomatie faalt en de oppositie verder met geweld wordt onderdrukt, kan het conflict snel escaleren.

Het huidige protest richt zich tegen de eenpartijstaat die Burundi is geworden, het lijkt geen etnisch conflict. Blijft dat zo?

VAN ACKER: Sinds het Arusha-vredesakkoord in 2000 is er een machtsdeling tussen de Hutu-meerderheid en de Tutsi-minderheid, en zijn er veel stappen gezet om de etnische tegenstellingen weg te werken. Het is in Burundi niet meer de belangrijkste breuklijn. Zowel Hutu’s als Tutsi’s voelen zich vandaag uitgesloten door de regering en voormalige vijanden smeden nu politieke allianties. Vraag is of de regeringspartij, nu ze onder druk staat, de etnische kaart zal durven uit te spelen. Maar of de naoorlogse generatie daar nog vatbaar voor is, betwijfel ik.

België zal de steun aan de Burundese politie en het verkiezingsproces voorlopig niet uitbetalen. Te laat?

VAN ACKER: Zeker. De crisis borrelde al lang, er waren veel signalen van machtsmisbruik, en dat de president een derde mandaat wilde, was ook al lang duidelijk. Pas toen de vluchtelingenstroom op gang kwam, schoten de donorlanden in actie. Hun reactie is nochtans essentieel voor de toekomst van het Grote Merengebied. Ook de Congolese president Joseph Kabila en zijn Rwandese ambtsgenoot Paul Kagame hopen op een derde mandaat en volgen de internationale reactie op Nkurunziza’s beslissing met argusogen.

Wat kan België nog meer doen?

VAN ACKER: België vervult als grootste donor en oudste partner van Burundi een sleutelrol. Dat was al zo bij het vredesproces in 2000. Die kennis en contacten moeten we nu gebruiken. En dat mag meer zijn dan onze ontwikkelingshulp als hefboom gebruiken. De internationale gemeenschap moet eensgezind inzetten op dialoog en duidelijk maken dat ze geen geweld duldt. De tijd dringt, want er zijn nu al 50.000 vluchtelingen, een verdubbeling in één week tijd.

Thomas Verbeke

‘De internationale reactie op de crisis in Burundi is essentieel voor de democratisering van het Grote Merengebied.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content