Dirk Denoyelle: ‘De media moeten comedy systematisch belichten’
Stemmenimitator en cabaretier Dirk Denoyelle is vertrouwd met de media. De afgelopen twaalf jaar dook hij op in televisieprogramma’s zoals FC De Kampioenen en Zeker Weten?op TV1 en in radioprogram-ma’s zoals Zomergasten op Radio 2. Verder presenteerde hij al driemaal Nekkanacht, en leende hij zijn stem voor verscheidene Disney-films. Toch brengt hij de meeste tijd door op een podium voor een livepubliek.
Dirk Denoyelle: ‘Ik treed voor zo’n vijfenennegentig procent op als cabaretier. Vier procent besteed ik aan radio en dan doe ik nog één procentje televisie. Maar ja, één keer optreden voor vijfhonderd man in het dorp Verrewinkel of één keer op televisie komen: je kan wel raden wat je het meest onder de aandacht houdt.’
Werkt u voor de media om meer toeschouwers naar uw zaalshows te lokken?
DIRK DENOYELLE: Neen, dat is niet de belangrijkste reden. Ik werk heel graag voor de radio. Het is een heerlijk medium, want je kunt de mensen alles wijsmaken. Maar het is een feit: als je niet regelmatig op de televisie of de radio komt, beteken je niets meer. Het publiek denkt dat je fin de carrière bent. Organisatoren van theater- of humorvoorstellingen engageren je niet, want ze hebben een grote naam nodig, waar veel volk op afkomt.
De situatie is te vergelijken met die van onze Vlaamse zangers. Die schreeuwen om een programma als Tien om te zien. Ze worden ook nauwelijks gedraaid op de radio. Mensen vragen hen dan vaak of ze niet meer zingen. Terwijl ze tientallen optredens per maand doen in kleine zaaltjes. Zij mogen dan eens naar de Notenclub komen, terwijl ze liever gewoon hun eigen nummers zingen. Dat is net hetzelfde.
Zoals cabaretier Wouter Deprez zetelt in de ‘Rechtvaardige Rechters’ op Canvas. Zo bereiken humorartiesten toch het grote publiek?
DENOYELLE: Natuurlijk, maar de media zouden comedy beter systematisch belichten. Humo bijvoorbeeld beperkt zich tot de vrienden Kamagurka en Tom Lanoye. In onze buurlanden is dat heel anders. Het Verenigd Koninkrijk, Nederland en zelfs Frankrijk hebben programma’s op televisie en radio met uitsluitend comedy-optredens. In plaats van in panels te zitten, zouden cabaretiers hun eigen werk moeten kunnen brengen. Plankenkoorts op Canvas was een mooi begin, maar dat is ook weer afgevoerd.
Zijn er dan zoveel artiesten die met humor bezig zijn en klaar zijn om voor de camera te komen?
DENOYELLE: Er is een boom van jonge stand-up comedians en cabaretiers. Geloof me, er is veel meer talent dan wat televisie en radio laten zien en horen. En er is ook een publiek voor. Als het in de buurlanden werkt, waarom zou het bij ons dan niet lukken? Het ontbreekt ons enkel nog aan cabaretières.
Door Ute Egghe
