Op 22 januari beginnen de onderhandelingen over een politieke oplossing voor de burgeroorlog in Syrië. Voor het Westen is de strijd tegen de jihadi’s belangrijker dan de val van Assad.

De Zwitserse stad Montreux is vanaf deze week het toneel van een internationale conferentie die een vredesakkoord moet smeden tussen het regime van Bashar al-Assad en de oppositie, die elkaar al bijna drie jaar bestrijden. Volgens het Duitse blad Der Spiegel zoekt men in het Zwitserse Château de Bossey, nabij Genf, al sinds oktober naar een concrete politieke oplossing voor de burgeroorlog, met gezanten van de VN en de VS en Syriërs uit beide kampen. Hun model voor een vredesakkoord: de staat, het leger en de veiligheidsdiensten mogen blijven. In ruil zou het leger de rebellengroepen moeten integreren, en Assad zou moeten kiezen voor ballingschap.

‘In het begin van de burgeroorlog werd al in het geheim onderhandeld door regime en oppositie’, zegt Reinout Leenders, Midden-Oostenexpert van de Universiteit van Amsterdam. ‘Of die oefening nu ook gedaan is, weet ik niet. Maar het integreren van de rebellen in het regeringsleger kan zeker een onderdeel zijn van een eventueel politiek akkoord. Sommige rebellengroepen zijn nationalistisch genoeg om dat te doen, andere zullen dat nooit willen. Maar hét probleem voor deze conferentie is dat Assad er zelf alleen op uit is tijd te winnen. Daarom verwacht ik niet dat de conferentie een politieke oplossing voor het conflict zal opleveren. Misschien sluit men wel akkoorden over lokale wapenstilstanden, humanitaire corridors of een uitwisseling van gevangenen, maar een echt vredesakkoord verwacht ik niet.’

Ook Wilbur Perlot van het instituut Clingendael, die op vraag van de Nederlandse regering leden van de oppositiekoepel SNC opleidde voor de onderhandelingen, heeft lage verwachtingen. ‘De oppositie is heel verdeeld en twijfelde tot het laatste moment om deel te nemen. Dat maakt hun positie bij de onderhandelingen erg zwak. Ze zijn mentaal ook niet klaar. Ze zitten nog te veel in het verhaal van hun revolutie tegen Assad, en praten met de vijand voelt als toegeven dat de opstand mislukt is. Geen van de onderhandelende partijen heeft het gevoel dat het eindpunt bereikt is en dat ze er enkel nog met elkaar uit kunnen komen. En net dat moment is nodig voor een politiek akkoord.’

Omdat Assad de voorbije maanden werd opgewaardeerd door de internationale gemeenschap zal hij niet geneigd zijn macht af te staan, vermoedt Leenders. ‘Op het terrein is de machtsbalans weer helemaal in zijn voordeel gekanteld. Niet dat hij heel Syrië kan heroveren, maar wel alle belangrijkste strategische plaatsen. De rebellen zijn verdeeld en moegestreden. Ook de internationale gemeenschap ziet Assad steeds meer als een partner, niet langer als het probleem. Ze zeggen niet meer hardop dat Assad een massamoordenaar is die weg moet. Zowel de EU als de VS beschouwen hem als de belangrijkste optie om de oprukkende jihadi’s, zoals ISIS en Al Nusra, in Syrië te bestrijden. Washington en Brussel hebben de conclusie getrokken dat de rebellen die extremistische groepen nooit de baas kunnen. Vooral de Europese veiligheidsdiensten dringen erop aan met Assad de terroristen te bestrijden, omdat zo veel Europese jongeren vrijwillig met de jihadi’s meestrijden.’

Thomas Verbeke

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content