Marc Dubois (KU Leuven)
Marc Dubois (KU Leuven) Docent architectuur aan de KU Leuven en architectuurcriticus

De Romeinse moskee, een syntese tussen oost en west, tussen heden en verleden.

EIND JUNI is in de eeuwige stad de grootste Europese moskee ingehuldigd. In het begin van de jaren zeventig, in volle oliekrisis, beloofde Italië dat de islamwereld in Rome een kultureel centrum met moskee kon bouwen. Dat het Vatikaan niet gelukkig was met die toezegging hoeft geen betoog. De architekten Gigliotto, Moesawa en Portoghesi wonnen al in 1974 de wedstrijd, maar de bouwwerken konden pas halfweg de jaren tachtig starten.

De geestelijke vader is professor Paolo Portoghesi uit Rome. Hij was een van de eersten die belangstelling had voor onze art nouveau. Samen met Franco Borsi publiceerde hij in 1970 het eerste standaardwerk over het oeuvre van Victor Horta, de bouwmeester die nu vereeuwigd is op ons bankbiljet van tweeduizend frank. Als direkteur van de architektuurbiënnale van Venetië maakte hij in 1980 de legendarische tentoonstelling De aanwezigheid van het verleden, voor velen de eerste grote post-modernistische expositie. Zijn belangstelling ging vooral uit naar het oeuvre van de grote Italiaanse barokarchitekten Guarino Guarini en Francesco Borromini. Zijn boek over Borromini is tot op heden het standaardwerk.

Ook in zijn realizaties, vanaf de woning Baldi uit 1959 in Rome, toont Portoghesi zijn verzet tegen een modernisme dat historische referenties en verwijzingen naar de natuur wil elimineren. Het herinterpreteren van het verleden vraagt kreativiteit en is voor hem noodzakelijk als remedie tegen de verarming van de architektonische uitdrukking.

Portoghesi’s visie komt het sterkst tot uiting in de nieuwe moskee in Rome. Een nieuw boek en een rondreizende expositie, samengesteld door Stefania Tuzi, beklemtonen de relatie tussen natuur en architektuur en de verwijzing naar de historische voorbeelden. Het assimileren en het transformeren van diverse kulturele invloeden in de bouwkunst betekenen voor hem een verrijking.

RIBBEN.

Het complex is meer dan een moskee. In een zijvleugel bevinden zich een expositieruimte en een grote biblioteek. Zoals in het Institut du Monde Arabe in Parijs willen ze het publiek laten kennismaken met de grote rijkdom van de islamitische kultuur. In de open ruimte tussen die vleugel en de moskee vloeit water in een smalle gleuf ; dit lange kanaaltje is een duidelijke verwijzing naar de betekenis en de poëzie van het water in het Alhambra in Granada. Door de verfijnde detaillering en een niveauverschil maakt Portoghesi het water ook hoorbaar.

Wat onmiddellijk opvalt, is een bos van vierledige slanke kolommen die bovenaan opengaan. Het roept associaties op van zowel open, biddende moslimhanden als van ranke palmbomen met bovenaan verschillende vertakkingen. Het lijfelijke van de mens en de natuur is het leidend motief in de strukturele opbouw van de moskee. De vrijstaande fijne minaret heeft een bijna art nouveau-achtig aspekt. Het is vooral de florale tematiek van de art nouveau die hier te voorschijn komt.

De moskee is geen replica van een bouwwerk uit een van de islamlanden. Hierin ligt juist haar grote betekenis. Zo gaf Portoghesi het grondplan van de moskee dezelfde afmetingen als het Romeinse Panteon. De geometrie van het plan, het zoeken naar de ruimtelijke konsekwenties van een centraalbouw vinden wij ook terug in de westerse renaissance bouwkunst.

In het interieur herneemt hij de vierledige slanke kolommen, de dragers van een imposante koepelstruktuur. Door het toevoegen van verbrijzeld marmer en parelmoer aan het beton bezitten de kolommen een grote klaarheid, waarmee de slankheid van de gehele kompositie nog wordt versterkt. Voor de bekleding van de muren werd een beroep gedaan op ambachtslieden uit Marokko. De kleine, manueel afgekapte mozaïeksteentjes bezitten een schitterend kleurenpalet. Ook het witte stucwerk dat ter plaatse werd uitgegraveerd, is de voortzetting van een eeuwenoude traditie.

BAROK.

Het indrukwekkendst is de koepel, een verfijnd spel tussen ribben en een blauw geschilderd plafond. De magistrale koepel van de moskee van Tlemcem is één van de referentievoorbeelden, ook de barokkoepels van de architekten Borromini en Vittone liggen aan de basis van zijn ontwerp. Portoghesi maakt zelfs een vergelijking tussen de ribbenstruktuur en de complexe opbouw van de Perzische muziek. Via zeer kleine openingen in de koepel infiltreren de zonnestralen naar binnen. Hierdoor ontstaat de sfeer van een bos waar het licht op intensieve wijze wil binnendringen.

De subtiliteit die wij in de natuur ervaren, wil Portoghesi vasthouden in zijn architektuur. Er komt ook zijdelings licht binnen, de indirekte verlichting is een oplossing zoals bij Borromini. Bepaalde details verwijzen naar Portoghesi’s grote bewondering voor de architektuur van de Amerikaanse bouwmeester Frank Lloyd Wright. Van een dogmatisch kopiëren van enkel islamarchitektuur is in de moskee dus zeker geen sprake.

De materiaalkeuze en de verzorgde details bepaalden in grote mate de bouwprijs, het bedrag van 1,5 miljard is afkomstig uit 23 islamitische landen. Het is een waardig geschenk van de islam aan Rome, de stad waar de katolieke kerk haar thuishaven heeft. Drie jaar geleden sprak kardinaal Silvio Oddi nog van “een belediging voor Rome”, de oppositie vanuit het Vatikaan is ondertussen geluwd. Portoghesi is er in geslaagd een link te leggen tussen de Romeinse barok en de rijke bouwtraditie van de islamwereld. Rome, een stad met een rijke complexe gelaagdheid in haar architektuur, is een monument rijker.

Marc Dubois

“Natura & Architettura. La Moschea di Roma”, Fabbri Editori, Roma, 1994.

Moskee Rome : het lijfelijke van de mens en de natuur is het leidend motief.

Binnenzicht moskee : de sfeer van een bos waar het licht wil binnendringen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content