Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Mijnheer Van Miert, de dood van Yasser Arafat beheerste het internationale nieuws van de afgelopen week.

KAREL VAN MIERT: Arafat is een controversieel figuur, die men niet kan beoordelen zonder nadrukkelijk de historische context erbij te vermelden. Miljoenen Palestijnen zijn jarenlang verdreven en opgejaagd, van de ene plek naar de andere. Ze zijn vervolgd en misprezen. Wie wegvluchtte, was nergens welkom, en wie achterbleef, werd door Israël in een steeds kleiner territorium teruggedrongen. Tegen die dramatische achtergrond moet je de figuur van Arafat belichten: de man die als meest geloofwaardige vertegenwoordiger zorgde voor een laatste stukje trots van het Palestijnse volk.

Het is dan ook een grote fout geweest dat men, en dan vooral de Verenigde Staten, de laatste jaren niet meer met hem wou praten, en dat men Israël ruim baan heeft gegeven. Dat heeft een zware prijs. Want er is een situatie ontstaan, waarbij de Palestijnen zich eigenlijk in reservaten bevinden, die ook nog militair bezet zijn en waar de bezetter zijn aanwezigheid voortdurend uitbreidt en bestendigt, behalve nu in Gaza, waar in een beperkte terugtrekking is voorzien. Daarvan nog een levensvatbare Palestijnse staat maken, is een zo goed als onmogelijke opgave. Ik vrees dat dat ook altijd de bedoeling van de regering-Sharon is geweest.

Kunnen de Amerikanen een opvolger voor Arafat naar voren schuiven?

VAN MIERT: Wie weet. Maar de VS hebben de vervelende gewoonte om altijd een eigen zetbaas aan te stellen. Dat zie je ook weer in Irak, met premier Iyad Allawi, een CIA-agent die ooit zelf terrorist is geweest. De Verenigde Staten willen alleen vazallen. Arafat was dat niet. Hij was wel de man in wie de meeste Palestijnen vertrouwen hadden, en hij was ook verkozen. Desondanks hebben de VS toegelaten dat Israël hem negeerde en isoleerde, zijn hoofdkwartier in puin schoot, en hem jaren gegijzeld hield. Een zoveelste vernedering voor de hele Palestijnse bevolking. Daarvoor dragen de VS een grote verantwoordelijkheid, en heel het Westen moet een slecht geweten hebben dat het dat alles zo maar heeft laten gebeuren.

Arafat was de enige die een akkoord in het Midden-Oosten had kunnen verkopen aan een getraumatiseerd volk. Dat zijn opvolger met dezelfde autoriteit zal kunnen onderhandelen, betwijfel ik. Israël hoopt alvast van niet, en het is allerminst zeker dat George W. Bush meent wat hij zegt als hij binnen zijn tweede ambtstermijn een Palestijnse staat aankondigt. Hetzelfde geldt voor de verklaringen van de Britse premier Tony Blair.

Wie het echt meent met de strijd tegen het internationale terrorisme, heeft geen andere keuze dan het Palestijnse drama op te lossen, want het is de belangrijkste voedingsbodem van het terrorisme. Maar wie heeft de politieke moed om de les te spellen aan Israël, dat altijd zijn voeten heeft geveegd aan de resoluties van de Verenigde Naties? De toestand is nu zo verziekt, dat ik geen uitweg zie.

Arafat is er wel nooit in geslaagd om de Palestijnse Autoriteit te organiseren, en hij gedoogde verregaande corruptie.

VAN MIERT: Alsof er in Israël geen corruptie is. Alsof die Iraakse interim-regering niet corrupt is. Corruptie is blijkbaar geen bezwaar, zolang ze maar vriendelijk is voor de VS.

Na de herverkiezing van George W. Bush is Tony Blair de eerste wereldleider die in Washington is ontvangen.

VAN MIERT: Het onderstreept dat de Brits-Amerikaanse samenwerking verder zal gaan zoals de voorbije vier jaar. De Angelsaksische banden zijn er altijd geweest, maar ik denk niet dat ooit één Britse premier zich een zo slaafse volgeling van de Amerikanen heeft getoond als Tony Blair. Hij doet nu wel flink door te eisen dat het Midden-Oosten bovenaan de agenda komt, maar dat is niet de eerste keer. Ik zou graag zien dat die mooie woorden ook eens in daden werden omgezet. En dan niet om zoals gewoonlijk alleen aan de Palestijnen voorwaarden op te leggen. Helaas heeft Israël nog altijd meer te vertellen in Washington dan de hele Europese Unie samen.

Na de moord op filmregisseur Theo van Gogh door een moslimextremist, wordt Nederland geconfronteerd met brandstichtingen in moskeeën en islamscholen, en leidt de arrestatie van enkele verdachten tot oorlogstaferelen in Den Haag.

VAN MIERT: De strijd tegen terreur moet met alle kracht gevoerd worden, daarover is geen discussie. Maar er is geen behoefte aan een verbaal opbod dat uitsluitend één groep van de bevolking viseert. En de uitlatingen van vice-premier Gerrit Zalm over een ‘oorlog’ tegen de moslimextremisten waren niet gelukkig. Dergelijke uitspraken jutten zowel de haat als de angst op, en verhogen aan alle zijden het fanatisme.

Wat we nodig hebben, is een sereen klimaat van dialoog, waarbij de moslimgemeenschap zelf ervan overtuigd wordt dat ze de extremisten uit haar midden moet weren. Maar dan zal er in de praktijk meer respect voor de gematigde moslims moeten zijn, en moet de al dan niet verdoken uitsluiting stoppen. Alleen dan kunnen de geïntegreerde moslims meer verantwoordelijkheid opnemen, ook in eigen rangen.

Ook onze regering wil plotseling de antiterrorismecellen fors versterken.

VAN MIERT: Terecht, op voorwaarde dat men zich niet laat meeslepen in de paniekstrategie waarin Nederland dreigt te belanden. Het is de taak van de regering de samenleving te beschermen, en dus moeten politie en gerecht het extremisme in de gaten houden en optreden wanneer nodig. Dat is zelfs een prioriteit. Maar die moet gepaard gaan met het streven om minderheden zich effectief te laten integreren. Nu eisen we van allochtonen integratie, maar we doen alles om het hen te verhinderen.

Het Europees parlement moet zijn vertrouwen schenken aan de herschikte Commissie van voorzitter José Manuel Barroso. Zijn eerste ploeg kon niet rekenen op een meerderheid. Komt de Commissie verzwakt uit die episode?

VAN MIERT: Het Europees parlement komt er alleszins versterkt uit. Het zal in de toekomst veel meer op zijn strepen staan, en dat zal in de eerste plaats de Commissie ondervinden, want ten aanzien van de Raad kan het parlement niet zo veel doen. De Commissie zal dus gekneld geraken tussen dat parlement en de 25 schoonmoeders in de Raad.

Barroso was in mijn ogen goed begonnen, maar heeft toch gezichtsverlies geleden. Zonder dat hij er veel aan kon doen overigens, want hij is nu eenmaal afhankelijk van de commissarissen die de nationale regeringen hem opdringen. Zijn enige bewegingsruimte is de portefeuilleverdeling, maar als men hem met onaanvaardbare of onbekwame figuren opzadelt, staat hij vrijwel machteloos. De nieuwe Commissie zal wel op een vrij ruime meerderheid kunnen rekenen, maar gaat niet in ideale omstandigheden van start. En het parlement zal zeer kritisch enkele individuele commissarissen volgen.

Wordt het geen tijd dat het parlement één commissaris kan wegstemmen, zonder dat de hele Commissie moet opstappen? U bent er zelf het slachtoffer van geweest.

VAN MIERT: Ik ben mijn eigen standpunt daarover aan het herzien. Ik was altijd een tegenstander van individuele verantwoordelijkheid voor de commissarissen, omdat de Commissie een collegiaal orgaan is. Zolang een commissaris handelt binnen de krijtlijnen van het college, is het hele college geengageerd. Aan de andere kant kun je er niet omheen dat veel leden van de Commissie hun aanstelling enkel danken aan tijdelijke politieke verhoudingen in hun eigen land. En het is, zeker met de uitbreiding tot 25 leden, wat al te gek geworden dat je om één iemand het vertrouwen te ontzeggen, ook 24 anderen moet treffen.

Er moet een manier gezocht worden om het parlement meer macht te geven ten aanzien van individuele commissarissen, maar dan met een speciale meerderheid. We moeten vermijden dat in parlementaire commissies beslissingen worden genomen op basis van de vaak toevallige partijpolitieke meerderheden erin. En we moeten zeker vermijden dat fracties gaan stemmen om compensaties te bekomen of rekeningen te vereffenen. Dat is vorige maand gebeurd, want omdat met de Italiaan Rocco Buttiglione een EVP’er de baan moest ruimen, werd meteen ook een socialist gebuisd. Als men op basis van die motieven zijn houding ten aanzien van één commissaris bepaalt, wordt de werking van de Commissie ondermijnd.

De regering heeft 70 procent van BIAC verkocht aan de Australische groep Macquarie Airports. Is dat een goede zaak?

VAN MIERT: Veel luchthavens zijn gedeeltelijk of geheel geprivatiseerd. Dat leidt ertoe dat ze zo professioneel mogelijk als economische ondernemingen worden gerund. In tegenstelling tot door de overheid geleide luchthavens, die te kampen hebben met allerlei vormen van bureaucratie, al zeg ik niet dat dat bij BIAC het geval was. Een dynamisch management en commerciële leiding kunnen ook de mogelijkheden van Zaventem optimaliseren, doorgaans is dat voordelig voor de werkgelegenheid. De overheid houdt trouwens een vinger in de pap, en blijft de algemene regels bepalen. Bijvoorbeeld inzake veiligheidsvoorschriften en de toegelaten geluidshinder.

Is het vanwege de regering niet vooral een zet om de begroting in evenwicht te krijgen?

VAN MIERT: Ik denk niet dat dat de hoofdbedoeling is, de privatisering van BIAC werd toch al een tijdje voorbereid. Maar de verkoop zal uiteraard wel helpen om de rekeningen te doen sluiten, het is niet de eerste keer dat dat op die manier gebeurt. Ze zullen moeten opletten dat er nog wat familiezilver overblijft.

Koen Meulenaere

Karel Van Miert : ‘Dat men Israël zijn gang heeft laten gaan, heeft een zware prijs.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content