Terwijl Stefaan De Clerck zich opmaakt als nieuwe CVP-voorzitter, gist het binnen zijn partij. Jonge parlementsleden willen voortaan zelf mee de koers bepalen.

Op 25 mei, twee dagen voor het uitbreken van de dioxinecrisis en drie weken voor de verkiezingen, vindt CVP-voorzitter Marc Van Peel een brief op zijn tafel. De toon is vrijpostig, zoniet aanmatigend:

“Mijnheer de voorzitter, naar aanleiding van de vele gesprekken en contacten die ik tijdens huisbezoeken, activiteiten en zijdelingse ontmoeten heb, kan ik niet anders dan mijn bezorgdheid uitdrukken over het lage enthousiasme en de betrokkenheid die onze campagne kenmerkt. (…) Noch tactisch, noch inhoudelijk beheersen we deze kiescampagne. Bovendien ervaren velen een te grote stilte vanuit Brussel met betrekking tot onze aanwezigheid in de media. Mag ik u eveneens vragen onze karige media-momenten op een strijdlustige wijze aan te wenden en onze beste krachten – media-technisch voldoende voorbereid – op pad te sturen. Met de beste groeten. Pieter De Crem.”

Samen met Luc Willems was de auteur tijdens de tweede regering-Dehaene een van de angry young man in de CVP-kamerfractie. Het duo maakte naam met tal van eigengereide initiatieven die regering, CVP-top en fractieleiding niet zinden. Ze waren het gezicht van een los aan elkaar hangende groep van een tiental generatiegenoten. “Jongeren”, noemen ze zichzelf, nu nog in de marge van de macht, maar hun naam (en dus hun invloed) groeit. Onder hen zijn er parlementsleden – Joachim Coens, Erika Thys, Mia De Schamphelaere – en andere jonge CVP’ers met enige naam – ex-jongerenvoorziter Raf Vermeire, diens compagnon de route Annemie Turtelboom, of Peter Bombay, de ijverige kabinetsmedewerker van Luc Van den Brande die nu voor de Europese Commissie werkt. En vooral: zij kunnen rekenen op de discretecoaching van voormalig partijsecretaris Yves Leterme, de even intelligente als onafhankelijke coming man uit Ieper.

Al lang voor de verkiezingen maakten deze dertigers geen geheim van enig ongenoegen over de CVP-koers. Het verwondert dan ook niet dat hun kritiek na die voor de CVP zo noodlottige 13de juni nog striemender is geworden. Ze willen nadrukkelijker wegen op de CVP, vooral om zelf (een deel van) de politieke verantwoordelijkheid te kunnen dragen.

Maar aan de top van een partij is geen plaats te over. Het huidige establishment moet dus de baan ruimen, of toch gedeeltelijk. Want zij zijn verantwoordelijk voor het debacle van 13 juni. Pieter De Crem: “Niet voor de jongeren, niet voor de gepensioneerden, noch voor de ondernemers had de CVP een positieve boodschap. We hadden alleen een locomotief, maar dat bleek uiteindelijk een diesel in het tijdperk van de TGV. Ach, nog een geluk dat Jean-Luc Dehaene kandidaat was. Zonder hem was de CVP wellicht tot zestien procent gezakt. Sociologisch zitten we in vrije val, en bovendien was de campagne ronduit desastreus. Brussel zette alles op dat ‘geheime wapen’ waarvan de tegenstand al maanden vooraf wist wat het was: de CVP-krant. Ze hebben die blaadjes met stapels naar het containerpark moeten dragen. Die gingen rechtstreeks naar de papierslag.”

Joachim Coens zet 13 juni in een ruimer perspectief: “De CVP moet leren uit de fouten van het verleden. De partij dacht te lang in machtstermen, had te weinig aandacht voor het inhoudelijke profiel. Als ik met jongeren spreek, vragen ze me allemaal hetzelfde: ‘Waar staan jullie voor?’ Ze moeten het niet eens met je zijn, maar ze respecteren je pas als je voor je mening uitkomt. Dat heeft de CVP verzuimd. Jaren hadden we slogans als ‘Ja’, ‘Dezelfde weg’, ‘Geen ommekeer’, nu ‘De locomotief’. Onze enige klemtoon bestond uit de bestendiging van de macht. Verder waren die campagnes volstrekt inhoudsloos.”

Toegegeven, hier en daar waren er succesjes, maar die krijgen weinig genade. Van Peel deed het goed in Antwerpen? O, ja? Coens: “We hebben het in Antwerpen schitterend gedaan, wordt gezegd. (cynisch) Negen procent van de stemmen. I’m sorry, maar dat stelt niets voor. Chapeau voor Van Peel zijn dertigduizend stemmen, maar in Antwerpen bestaat geen brede volkspartij meer.” De Crem: “Waarom scoort de CVP slecht in de stad? Omdat de CVP daar geen mensen heeft. Omdat ze een partij is van limousines en apparatsjiks.”

DE DAG DAT DE ZON ONDERGAAT

Maar na de verkiezingen is niet iedereen zo pessimistisch. Veel CVP’ers zien nog niet dat hun rijk niet zo uitgestrekt is als dat van Keizer Karel: voor hen komt namelijk een dag dat de zon wel ondergaat. De Crem: “Veel CVP’ers leven met de neurose dat ze het land moeten redden. Terwijl de partij tot 22 procent zakte, toch het beste signaal dat de kiezer niet meer van ons moet weten.”

Maar ook Herman Van Rompuy sprak zich uit voor de oppositie, net als Tony Van Parys. En toen eerst Louis Michel informateur en daarna Guy Verhofstadt formateur werd, waren al die CVP-debatten meteen verjaard. De CVP naar de oppositie dus. De Crem: “Daar begint de discussie opnieuw, wordt weerom de voorzichtigheid gepredikt: ‘De mensen verwachten niet dat de CVP oppositie voert. En als we te veel tegen zere schenen schoppen, zijn we niet aanspreekbaar.’ Excuseer, maar the duty of the opposition is to oppose. Ik geloof niet in constructieve oppositie. Dat wil niet zeggen dat wij moeten schieten op alles wat beweegt. Wel dat we de regering confronteren met haar fouten. Daarvoor is er toch voldoende aanleiding, niet? Weet je dat het niet veel scheelde of de CVP had verkaard dat deze regering het werk voortzette van de voorbije coalitie, en bijgevolg goed werk levert? Ik heb toen gezegd: ‘Geef dan meteen forfait voor de volgende verkiezingen. Dan teken ik nu meteen voor 15 procent.

Oppositie loutert, brengt nederigheid mee. Het probleem is alleen dat een aantal ex-ministers in de oppositie wegkwijnen. Ze zeggen dat niet maar beseffen het wel. Voor ex-ministers is het parlement een bijzonder slecht forum. Herman Van Rompuy heeft me al toevertrouwd: ‘Voor ons is geen glansrol weggelegd.’ Van den Brande begrijpt dat nog niet. Toen ik hem op de radio hoorde over Electrabel, dacht ik: ‘Luc meent echt dat hij nog minister-president is.'”

Het waren overigens niet alleen jongere parlementsleden die beseften dat er iets moest gebeuren. Als eerste had Dehaene zelf zijn conclusies getrokken, en wel om zijn partij een “Nacht van de Lange Messen” te besparen. Die zag hij aankomen, toen uitgerekend Pieter De Crem tijdens de verkiezingsavond als eerste op tv uitlegde dat de CVP voor de oppositie moest kiezen. De politieke vertaling daarvan is doorgaans dat de oude garde de biezen mag – moet – pakken. Dehaene wilde voorzitter Van Peel zo’n afgang besparen. Dus koos hij voor de beproefde strategie: een besloten samenkomst van de inner circle, daar een consensus bereiken, vervolgens de partij te snel af zijn en na wat gemor zal de CVP wel volgen. Dehaene kent zijn pappenheimers.

Of is het ‘kende’? Nog voor die bijeenkomst speelde uitgerekend Stefaan De Clerck stoorzender. In een interview met Humo vond hij nieuwe voorzitterverkiezingen de logica zelf. Weinig flatterend voor Van Peel. De Crem: “Hij kreeg toen verschrikkelijk onder zijn voeten. Kort nadien vroeg ik hem: ‘En Stefaan, alive and kicking?’ Antwoord: ‘ Alive wel, kicking is iets anders.'” (bulderlach)

CHARISMA

Maar de CVP-top bereikt wel een akkoord. De Clerck mag voorzitter zijn, in ruil zal Van Peel de kamerfractie leiden. Zo is niet alleen diens politieke carrière gered, met Van Peel in de kamer houdt ook het ACW enige controle op de CVP. Want voor de groep rond Theo Rombouts weegt Stefaan De Clerck ondraaglijk licht, met zijn slecht getimed interview als het zoveelste bewijs van zijn gering oordelingsvermogen. Even peilde daarom ook ACW’er Luc Martens naar zijn kansen. Die waren gering. Martens is wel meer beslagen dan De Clerck – voor hij cultuurminister werd, noemden de media hem graag “CVP-ideoloog” – maar hij is ook saaier en ontbeert charisma. Yves Leterme bemiddelde, en de West-Vlaamse streekgenoten Martens en De Clerck zullen elkaar geen stokken in de wielen steken.

Alles leek dus kits. En toch vergaloppeerde de top zich. Die ging er nog van uit dat de basis zijn beslissing sowieso zou pikken, en zag er dus geen graten in de procedure wat te forceren – de beslissing was genomen, waarom dus niet? De verkiezing staat statutair begin december op de agenda. Maar omdat het geen zin heeft de drie eerste maanden van het parlementaire jaar aan te modderen, moest die verkiezing maar sneller. Eerst dacht men aan begin oktober. Dan september, en ineens einde augustus. Stemming liefst per brief. Versta dus: zonder discussie, de CVP kan zich geen tweedracht veroorloven. Kletterende ruzie was het resultaat. Niet het minst omdat de jongeren zich geen wetten meer willen opgelegd krijgen van een top die “zijn tijd heeft gehad”.

De Crem: “De oppositie binnen de partij vormde zich spontaan: zo’n minachting voor de partijstructuren. Dat is er dus niet gekomen. Iedereen voelde aan dat Stefaan De Clerck gestuwd werd door anderen. Ik vraag me zelfs af: niet in de eerste plaats door anderen? De Clerck is immers niet gecontesteerd binnen de CVP. Niemand zal zich, zoals bij Eric Van Rompuy destijds, ‘uit principe’ tegen-kandidaat stellen. Ook daarom past hij in het onzichtbare scenario van de trojka die de CVP nog altijd ment, met op het karos een gewichtig persoon.”

En dus kwam er een galantere oplossing. De beslissing tot vervroegde voorzittersverkiezingen mag worden gemotiveerd door een werkgroep met ondervoorzitter Marianne Thyssen aan het hoofd. Joachim Coens heeft geen interesse. “Pure accaparatie van het establishment. Ik ken de conclusies niet, maar kan ze wel voorspellen. Om de gemeenteraadsverkiezingen te winnen, moet er zo snel mogelijk een nieuwe voorzitter komen, slechts één kandidaat, Stefaan De Clerck. En allemaal achter hem.”

Pieter De Crem wilde wel bij de werkgroep-Thyssen maar mocht niet: “Ik was te stout geweest, precies een halfuur voor de verkiezing ervan door de fractie. Maar die dag had ik harde kritiek op de rol van het fractiebureau tijdens de vorige regeerperiode. Dat moest het werk organiseren maar deed eigenlijk aan thougths control, zeer verstikkend. Ik heb toen hun rekening gemaakt door al mijn geweigerde wetsvoorstellen voor te lezen. Voorstellen waarvan nu iedereen zegt Hallelujah en Praise the Lord, die toen niet konden en die ik nu wel mag indienen. Zoals de verandering van het kiesstelsel. Kon toen niet, want Dehaene was tegen. Twee dagen na de verkiezingen zegt hij dat we toch eens moeten sleutelen aan ons kiesstelsel. Ik stelde dus voor om het fractiebureau gewoon af te schaffen. ‘Vroeger was dat misschien nuttig, maar nu zijn we toch maar met tweeëntwintig. Alles in de fractie.’ Opnieuw lawaai. ‘We deden goed werk, we waren altijd loyaal aan de regering’ – en al die ouderen maar instemmend knikken: ‘Zéér loyaal’. (lacht) Dan het volgende punt: verkiezing voor de samenstelling van de werkgroep gemeenteraadsverkiezingen. Ik was kandidaat, maar de directe democratie heeft het laatste woord, nietwaar? De oude garde klit dan samen. Ha, wij hebben niet goed gewerkt in het fractiebureau? We zullen eens zien. De Crem niet verkozen, en nadien kloppen ze op je schouder: ‘Als je je had gedragen, was je er wel bij’.”

SCHERPER PROFIEL

Met hun oppositie viseren de jongeren niet de persoon van De Clerck, beklemtonen ze. Het gaat om de inhoud van de nieuwe CVP. Een partij en een voorzitter die zich alleen opmaken voor de gemeenteraadsverkiezingen, riskeren klappen als de CVP opnieuw verliest. En die kans zit er natuurlijk in. De vernieuwing moet worden doorgezet. De Crem: “Veel CVP’ers zijn niet ambitieus. Ik wel. De CVP moet opnieuw de ambitie hebben om een grote volkspartij te zijn. Onder de dertig procent ben je dat niet.” Dat kan alleen als de partij een scherper profiel heeft.”

Maar over de contouren hiervan lopen de meningen uiteen. De Crem ziet een radicale centrumpartij die de periferie omarmt. “We moeten een geloofwaardig gebaar maken. Zoals De Gaulle destijds zei: Je vous ai compris – en de Fransen geloofden hem.” Joachim Coens wedt op een andere omschakeling: “De CVP was altijd een partij van doelgroepen: de boeren, de arbeiders, de middenstanders, noem maar op. Niemand heeft daar nog een boodschap aan. Net zoals de VLD zich het thema toeëigende van het betere bestuur en Agalev van het milieu, moet de CVP zich omvormen tot een partij van goede thema’s. Met die thema’s zullen we die doelgroepen dan maar moeten bereiken. Niet omgekeerd. En de noemer van die nieuwe thema’s is creativiteit.”

Dat taalgebruik kennen we nog van de CVP-vernieuwer par excellence, ex-voorzitter Johan Van Hecke. Waren De Crem en Coens geen Van Hecke-boys? Liet Van Hecke onlangs niet weten dat ze beiden deel uitmaakten van zijn werkgroep rond de partijvernieuwing? Neemt de uitgerangeerde voorzitter via de jongeren weerwraak op de nomenklatura die hem destijds ter zijde schoof wegens zijn stukgelopen huwelijk? Nee, al wil hij dat misschien wel. Joachim Coens, duidelijk verveeld met de zaak: “Ik werd vooral genoemd door Van Hecke zelf. Wat gebeurde er? Van Hecke heeft in de marge van het festival van Werchter mensen uitgenodigd die hij destijds als nieuwelingen had aangebracht bij de CVP: Leo Cox, Nahima Landjri, ook Pieter De Crem en ikzelf. Van Hecke voelt zich nog altijd verantwoordelijk voor ons. We hebben gebrainstormd over wat er moet veranderen.

Dat was een goede gedachtewisseling, een leuke namiddag. Samen met Pieter De Crem en De Standaard-journalist Derk-Jan Eppink zie ik Van Hecke kort daarna op een trouwfeest. Iedereen had het daar over een artikel uit De Morgen waarin De Clerck zeer affirmatief de nieuwe voorzitter werd genoemd. We wisten dat wel, maar niet dat er geen discussie meer mogelijk was, dat iedereen moest zwijgen. Ik zeg mijn gedacht, Pieter ook. Van Hecke luistert, en achteraf lees ik dat hij zichzelf aan het hoofd ziet van een groep die hij Le Nouveau CVP doopt. Ik heb daar geen problemen mee, alleen hoor ik niet bij een vaste groep die werkt onder die naam of onder VanHecke. Maar mijn relatie met hem blijft verder wel optimaal.”

Wie ook vernieuwt, hoe het ook gebeurt, een voorzitter moet er natuurlijk wel komen. En als puntje bij paaltje komt, is er ook voor de ontevreden jongeren weinig heil buiten De Clerck. De Crem is niet per definitie tegen, heeft regelmatig contact met de kandidaat-voorzitter: “Zijn zeventigduizend stemmen hebben De Clerck natuurlijk geplebisciteerd. In bookmakerstermen staat hij één tegen één. Tegenkandidaturen zijn dus zinloos. Eén: zo iemand kan het toch niet halen. Twee: de basis beschouwt het als verloren energie.”

Zo komt ook de tweespalt binnen de jongeren naar voren. De Crem verdedigt wijselijk De Clerck, Coens doet dat merkelijk minder enthousiast. Vorige week liet hij hier en daar vallen dat “velen hem al hadden aangesproken” – waarover juist, liet hij in het midden, maar een goede verstaander wist het wel. Hij hengelde naar bredere steun maar vond die niet. Ontgoocheld klaagde hij over “de anderen die hun staart intrekken als de machtigen binnen de partij hun stem verheffen.”

Ook de jongeren houden het dus bij De Crems parool: “Stefaan wordt de voorzitter. Hij is de beste.” Toch is er een algemene maar. “Onze steun is voorwaardelijk. Er is geen blinde loyaliteit. De Clerck moet inhoudelijk kleur bekennen, zeggen welke kant de CVP uit moet, en wel voor de verkiezingen. Doet hij dat niet, dan kan er nog een tegenkandidaat komen. Maar dat verwacht ik niet.” Coens, bitterder: “Als ze niet luisteren, zullen we de hamer moeten gebruiken. Dan moet er wel een tegenkandidaat zijn.”

Walter Pauli Filip Rogiers

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content