Een veertigtal vredesactivisten verblijven nu al vier weken als levend schild voor Yasser Arafat in diens hoofdkwartier in Ramallah. Ze komen uit verschillende landen, maar een van hen heeft wel een heel bijzondere achtergrond: ze is joodse en Israëlisch staatsburger.

Johan Depoortere

Niets leek haar voor te bestemmen voor een toekomst als vredesactiviste en militante verdedigster van de rechten van de Palestijnen. Netta Golan is 31, geboren in Tel Aviv in een joods-Canadees gezin. Tot haar vijftiende groeide ze op als een gewoon Israëlisch meisje met de waarden en de opvattingen van een doorsnee joods-Israëlisch gezin: ‘De goeden in het verhaal zijn de Joden, de slechten zijn de Arabieren.’ Dat er zoiets bestond als bezetting van de Palestijnse gebieden was nauwelijks tot haar doorgedrongen, zegt ze aan de telefoon vanuit de Mokata, het belegerde hoofdkwartier van Yasser Arafat.

De ommekeer kwam toen ze zeventien werd en dienst moest nemen in het Israëlische leger. De eerste intifada was uitgebroken en Netta kwam voor gewetensproblemen te staan. ‘Ik wist dat ik vroeg of laat zou moeten schieten en ik vroeg me af of ik daarna met een goed geweten door het leven zou kunnen gaan.’ De crisis deed haar besluiten naar Canada te vertrekken. Met haar dubbele nationaliteit dacht ze in haar tweede vaderland een nieuw leven op te bouwen.

Maar in Canada kan ze niet echt aarden en na twee jaar komt ze naar Israël terug. Ze wordt actief in de Israëlische vredesbeweging, aanvankelijk in groepen die de dialoog tussen Israëli’s en Palestijnen proberen op te bouwen. Ze komt in contact met organisaties van Palestijnse vrouwen in Israël en op de Westelijke Jordaanoever. ‘Ik wou te weten komen wat er zich precies in ons land afspeelde.’

‘Het was een heel pijnlijk proces om me van de vooroordelen en de indoctrinatie te bevrijden’, zegt ze. ‘Ik was opgegroeid met de paranoia en de angst van de Israëlische samenleving, die in elke Arabier een bloeddorstige wilde ziet.’

Elke week gaat ze in die periode van Jeruzalem met de bus naar Ramallah, een tocht van ongeveer een kwartier. ‘Het was telkens weer een ongelooflijk beangstigende onderneming: een Israëlische in een bus vol Arabieren, die mij elk ogenblik konden doden. Het duurde maanden om me van mijn angsten te bevrijden en in mijn medepassagiers in plaats van terroristen mensen te zien die naar de markt of naar hun werk of naar het ziekenhuis gaan.’

De gebeurtenis die haar definitief in haar politieke keuze bevestigde, was de beslissing van de regering-Netanyahu om een ring van Joodse nederzettingen te bouwen om Jeruzalem. Met andere vredesactivisten nam ze deel aan de bezetting van het terrein waar de nederzetting Har Homa moest komen: ‘Wal om de stad’ is de betekenisvolle naam van die nieuwe Joodse kolonie met 6500 huizen exclusief ten behoeve van 30.000 joodse Israëli’s. Met Har Homa werd de ring van nederzettingen gesloten waarmee Arabisch Jeruzalem definitief van zijn hinterland op de Westelijke Jordaanoever wordt afgesneden.

De vreedzame bezetters werden met militair geweld van het terrein verwijderd en de bouw van de nederzetting ging door. Dat was vier jaar na de akkoorden van Oslo. ‘Toen drong het tot me door dat het vredesproces tot niets had geleid. De akkoorden van Oslo hadden enorme verwachtingen gewekt en de Palestijnen hadden voor het eerst hoop op een betere toekomst. Maar vier jaar later was er niets dan ontgoocheling.’

Haar vader kon weinig begrip opbrengen voor de standpunten van zijn rebelse dochter. Hij was en is een voorstander van de nieuwe nederzettingen: ‘Zij (de Arabieren) zullen ons niet vertellen waar we wel en niet kunnen bouwen.’ Zij argumenteerde dat de Israëlische nederzettingenpolitiek alleen maar tot méér geweld zou leiden. Hij noemde dat een ‘berekend risico’. Zijn woorden kregen een tragische bijklank toen een geliefde neef bij een Palestijnse zelfmoordaanslag in Tel Aviv om het leven kwam.

Ook voor haar was de dood van haar familielid een vreselijke schok, maar de dramatische gebeurtenis kon haar opvattingen niet veranderen. ‘Mijn vader kon niet begrijpen dat mijn neef het tragische slachtoffer was van een onmogelijke situatie. De politiek van Netanyahu was mee verantwoordelijk voor zijn dood.’

Voor veel Israëli’s is ze een verrader en dat krijgt ze ook te horen van de Israëlische soldaten die het hoofdkwartier van Arafat belegeren. Maar haar keuze is het rechtstreekse gevolg van haar eigen ervaring. Sinds oktober vorig jaar is ze met een Palestijn getrouwd en woont ze in Ramallah. ‘Leven onder bezetting is als een dagelijkse verkrachting’, zegt ze. ‘De bezetting berooft je van je vrijheid, je toekomst, je waardigheid en je leven.’

Johan Depoortere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content