Patrick Martens

Minder dan 1 procent van de bejaarden in Vlaamse woonzorgcentra is allochtoon. Dat aandeel zal onvermijdelijk toenemen, en daarop moet de ouderenzorg zich dringend voorbereiden.

‘In Vlaanderen heb je 1,7 miljoen 55-plussers. 5 procent van hen is van vreemde afkomst. Die groep zal snel uitbreiden, onder meer door een forse toename van het aantal Marokkaanse en Turkse ouderen. Ze komen op een leeftijd die meer zorg vraagt, maar ook bij hen nemen de families die zorg niet meer alleen voor hun rekening. De vraag is of de Vlaamse ouderenzorg klaar is voor een verkleuring van de instroom’, zegt Vera Jans, Vlaams Parlementslid voor CD&V.

Omdat accurate gegevens over allochtonen in de ouderenzorg ontbreken, organiseerde Jans zelf een enquête bij 740 erkende woonzorgcentra in Vlaanderen. Onder woonzorgcentra vallen rusthuizen, voorzieningen voor dagopvang en kortverblijf, serviceflats, diensten voor thuiszorgondersteuning enzovoort. De antwoorden van 133 woonzorgcentra (bijna 13.000 opvangplaatsen en 4900 à 5900 personeelsleden) baren op vele vlakken opzien. Op papier staan ze open voor iedereen met een zorgvraag, ongeacht afkomst of religie. Maar in de praktijk vangen maar 19 woonzorgcentra (minder dan 15 procent) allochtone ouderen op. Vaak gaat het dan nog om migranten die een halve eeuw geleden naar ons land kwamen (Italianen, Spanjaarden, Polen) of ouderen uit buurlanden. In totaal gaat het voor de 133 woonzorgcentra om niet meer dan 100 allochtone bejaarden. Dat is niet eens 1 procent van alle opvangplaatsen.

Limburg en Antwerpen behalen over het algemeen hogere scores, ook op het vlak van het personeel. Goed 8 procent van de personeelsleden in de 133 woonzorgcentra is allochtoon. In een vijfde van die centra is geen enkel personeelslid van vreemde afkomst, terwijl voorzieningen met meer allochtone bejaarden ook meer allochtone medewerkers hebben en een aangepast beleid voeren qua taal, vorming en training, aangepaste werkroosters en verlofdagen bij religieuze feestdagen. Van de 460 betrokken personeelsleden heeft 53 procent een logistieke of administratieve functie, is 35 procent zorgkundige en 12 procent verpleegkundige. Slechts één woonzorgcentrum heeft een allochtone directeur.

Een meerderheid van woonzorgcentra heeft geen allochtone ouderen op de wachtlijst staan. Toch verwacht de helft meer zorgvragen van die kant. ‘De overheid moet geen aparte ouderenvoorzieningen voor hen bouwen. Kwaliteitsvolle zorg houdt rekening met culturele verschillen’, zegt Jans. Ze pleit voor een meersporenbeleid op het vlak van mantel-, thuis- en woonzorg. Bij dat beleid moeten allochtone gemeenschappen, (hoge)scholen, woonzorgcentra en lokale en regionale overheden betrokken worden. Jans zal in het Vlaams Parlement al een initiatief nemen om een aantal maatregelen – van aandacht voor cultuur en religie in de opleidingen tot interculturele bemiddeling in de voorzieningen – te bundelen en allochtonen een plaats te geven in het ouderenbeleid.

Patrick Martens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content