Met onderzoeksdaden tegen SP-voorzitter Louis Tobback en sekretaris-generaal Willy Claes van de Navo hoopt het gerecht een doorbraak in het Agusta-onderzoek te forceren.

HET HOF VAN KASSATIE vroeg en kreeg vorige week van het parlement de toelating om in verband met de Agusta-zaak de nodige onderzoeksdaden te stellen tegen gewezen ministers Willy Claes (SP) van Ekonomische Zaken, Louis Tobback (SP) van Binnenlandse Zaken en Guy Coëme (PS) van Defensie. Luttele uren nadat de voltallige kamer van volksvertegenwoordigers de uitspraak van de biezondere kamerkommissie bevestigde, stapten speurders af ten huize van SP-voorzitter Tobback, op het SP-hoofdkwartier en in het Leuvense stadhuis. Iets later werden ook huiszoekingen verricht in Hasselt bij Willy Claes en in diens ambtswoning in Brussel. Wellicht volgt deze week nog een bezoek bij voormalig SP-voorzitter en buitenlandminister Frank Vandenbroucke, wiens onschendbaarheid door de ontbinding van het parlement werd opgeheven.

In politieke middens, en vooral in SP-kringen, laaide nogal wat gramstorigheid op over de manier waarop het hof van kassatie uit de bol ging. Temeer omdat prokureur-generaal Jacques Velu van kassatie in de bevoegde kamerkommissie had laten verstaan dat dergelijke vertoningen, zeker in het geval van Louis Tobback, overbodig waren.

In de kamerkommissie, die zich over het verzoekschrift van kassatie beraadde, bestond de indruk dat de Agusta-enquête van het Luikse gerecht en van raadsheer Francis Fischer, die voor het hof van kassatie als onderzoeksrechter optreedt, is vastgelopen en dat ze die opnieuw vlot willen krijgen met onderzoeken tegen Claes, Tobback en Coëme.

Behalve op verklaringen van de vier verdachten Etienne Mangé, Fons Puelinckx, Luc Wallyn en Johan Delanghe, die momenteel in de Lantin-gevangenis opgesloten zitten, steunt kassatie nadrukkelijk op verklaringen midden ’94 afgenomen van gewezen Agusta-bonzen Roberto D’Allessandro en Angelo Gadio. Beiden beweren dat Agusta destijds smeergeld betaalde om de verkoop van 46 gevechtshelikopters aan het Belgische leger te forceren en dat de steekpenningen via nepvennootschapen naar politieke kringen werden versluisd.

D’Alessandro, die pas in ’89 na het afsluiten van het kontrakt aan het hoofd van Agusta kwam, zegt dat zijn bedrijf smeergeld bovenhaalde om te voorkomen dat de Belgen voor de Duitse helikopters zouden kiezen. Dat is opvallend, omdat de Duitse Messerschmidt-toestellen vrijwel meteen geëlimineerd werden, want veel te duur. Opmerkelijk is ook dat, na het uitlekken alhier van D’Allessandro’s en Gadio’s beweringen, de huidige Agusta-direkteur Gianluigi Ghezzi liet weten dat zijn bedrijf nooit smeergeld betaalde.

Dat er geld van Agusta (51 miljoen) en vermoedelijk ook van de Franse vliegtuigbouwer Dassault (60 miljoen) via SP-penningmeester Mangé bij de Vlaamse socialisten belandde, ontkent niemand. Of het hier om smeergeld ging in ruil voor de helikopteraankoop door de landmacht en, wat Dassault betreft, voor het kontrakt voor de modernizering van de Mirages en F16’s van de luchtmacht, heeft het gerecht nog niet aangetoond.

VALSE FAKTUREN.

In het verzoekschrift speelde het hof van kassatie daarom een verklaring uit van gewezen adjunkt-nationaal sekretaris van de SP Wallyn. Die beweert dat Delanghe, de ex-kabinetschef van Willy Claes, op de hoogte was van een mogelijke gift van Dassault en deelnam aan voorafgaande vergaderingen hierover. Een verklaring die bezwarend kan worden voor Claes, mochten Mangé en advokaat Puelinckx ze bevestigen.

Het gerecht houdt er in het verzoekschrift rekening mee dat Mangé het Franse geld, of tenminste een deel ervan, naar een bij de SP aanleunende BVBA Amadeus Consultancy Corporation versaste middels (valse) fakturen aan “het Franse bedrijf Fere”. Daarmee wordt wellicht EFERE bedoeld, een studiebureau met zetel in Parijs dat destijds door onder meer Mangé werd opgericht. De fakturen waren voor de SP-penningmeester een middel om de inbreng van de Franse deviezen te verantwoorden, die hij in ’93 zelf van de Zürichse ABN-AMRO-rekeningen van Wallyn haalde.

Tenzij raadsheer Fischer en onderzoeksrechter Véronique Ancia nog een aantal slagen achter de hand houden, lijkt het verzoekschrift van het hof van kassatie nogal dunnetjes gestoffeerd. Zeker in het geval van SP-voorzitter Louis Tobback. Tegen hem wordt alleen aangevoerd dat hij midden januari ’89 van Mangé vernam dat er een belangrijke Agusta-gift op komst was gift die Tobback, unisono met Claes en toenmalig SP-voorzitter Vandenbroucke, kordaat afwees , en dat hij minister van Binnenlandse Zaken was op het moment dat het helikopterkontrakt werd afgesloten. Als het hof van kassatie niet de indruk wil wekken zich aan politieke justitie te bezondigen moet het in de Agusta-zaak wel zeer snel klaarheid scheppen, nog voor de komende verkiezingen.

R.V.C.

Raadsheer Francis Fischer van het hof van kassatie moet in de Agusta-zaak snel klaarheid brengen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content