Softwaregigant Microsoft legde vorige week zes miljard euro op tafel voor Skype, het bedrijf dat telefoneren via het internet heeft grootgemaakt. Maar waarom?
Internettelefoondienst Skype heeft al in verscheidene stalletjes gestaan. Zes jaar geleden nam veilingsite eBay het bedrijf over voor 2,2 miljard euro, om het in 2009 weer – voor bijna een miljard minder – te verkopen aan een groep private investeerders (onder wie de Zweedse ondernemer Niklas Zennström, Skypes oprichter). Die zagen uiteindelijk een mooie exitstrategie in een verkoop aan Microsoft. De software-gigant hoestte een record-bedrag van 8,56 miljard dollar (5,9 miljard euro) op voor Skype. ‘Maar dat is nu eenmaal de marktwaarde’, zegt analist Richard Edwards van het Britse consultancybureau Ovum. ‘Met zulke bedragen kom je automatisch bij een overnemer van het kaliber van Microsoft terecht.’
Skype laat 663 miljoen mensen gratis vanaf hun computer bellen naar andere computers, en voor een belachelijk lage prijs naar vaste of mobiele telefoons. Die laatste mogelijkheid wordt vooral gebruikt voor goedkope internationale gesprekken: omdat het grootste stuk van het gesprek via het internet verloopt, wordt de beller een tarief aangerekend dat ergens in de buurt ligt van een telefoongesprek binnen de lokale zone van de ontvanger.
Maar Microsoft heeft, met het befaamde Messenger, zelf al een internetdienst die min of meer dezelfde mogelijk-heden levert. Daardoor levert de kernactiviteit van Skype alvast geen echt unieke kansen op voor de softwaregigant, hoewel ze technologisch beter is en de gebruikers, in tegenstelling tot die van Microsofts Messenger, bereid zijn om te betalen voor gesprekken van pc naar telefoon. Puur bedrijfseconomisch laat de nieuwe aanwinst, met een klein nettoverlies en een lange- termijnschuld van 484 miljoen euro, eveneens te wensen over.
Dus waarom? Microsoft zelf wil zijn concrete plannen met Skype pas toelichten als de inkt van het contract droog is, maar vanaf de zijlijn gaan de meest uiteenlopende theorieën over de tong. Dat het Microsoft er vooral om te doen is zijn moeilijk van de grond komende smartphonebesturingssysteem Windows 7 Phone een duwtje in de rug te geven. Of dat het klaar wil zijn voor een explosie van de videoconferencingmarkt, zowel bij bedrijven (waar Skype ook speciale producten voor heeft) als op het televisietoestel van een particuliere gebruiker (via Microsofts Xbox 360-spelconsole).
Maar misschien moet er niet te veel naar een objectieve reden worden gezocht. Die had Microsoft in 1997 ook niet nodig om Hotmail, de eerste internetsite waarmee destijds e-mails via de webbrowser konden worden verstuurd, over te nemen: Microsoft had gemakkelijk zijn eigen tegenhanger kunnen lanceren, maar nam toch liever het referentieproduct zelf onder zijn vleugels. ‘Skype is het soort product dat Microsoft af en toe nodig heeft om in het spel te blijven’, zegt Edwards.
Ronald Meeus
