Walter Pauli

Zowaar: een complimentje voor Di Rupo I

Het valt (nog) niet op, maar het zou fout zijn de federale regering te blijven afkammen als een kabinet dat niets presteert.

De laatste weken werkt Di Rupo I aardig, zelfs zonder veel openlijke ruzie. Nochtans was het vooraf voorspeld en gevreesd: dat dit kabinet bij de eerste serieuze tegenvaller als los zand zou uiteenvallen, omdat de ideologische en politieke verschillen tussen de regeringspartners per definitie leiden tot een onhoudbare politieke spagaat.

Toch slaagt het kabinet erin om zich te concentreren op het schaarse waarover men het wél eens is. Dat is niet over veel, maar wel over een aantal belangrijke dossiers. De liberaal Vincent Van Quickenborne kreeg de regering al op één lijn over zijn pensioenhervorming, de socialist Johan Vande Lanotte en de christendemocraat Melchior Wathelet zorgden voor een eerste kentering in het energiebeleid.

Het stramien bij beide beslissingen was opvallend gelijk. Tweemaal ’trekt het er niet op’, de wijze waarop de beslissing tot stand kwam. Vincent Van Quickenborne was overhaast in zijn hervorming, dacht het te kunnen zonder behoorlijke consultatie van de sociale partners, en dus moest de zaak nadien nog grondig bijgespijkerd worden. Johan Vande Lanotte bevroor de energieprijzen, maar moest ineens een interpretatieve wet uit de koelkast halen: een feitelijke bekentenis van de slordigheden in het afgeleverde wetgevingstechnische werk.

Maar toch: de socialisten lieten de liberale minister toe om in de pensioenen te keer te gaan, de liberalen steunden de socialistische minister in zijn partij armworstelen met een paar belangrijke bedrijfsleiders. Zij doen dat zelfs met enige gusto. In feite zien de socialisten best in dat de liberalen gelijk hebben om iets te doen aan de pensioenleeftijd. En heel wat liberalen begrijpen dat het feitelijke quasi-monopolie van Electrabel nefast is – én voor ‘de burger’, én voor zo veel kleinere bedrijven. Eigenlijk ligt het in de socialistische traditie om zoveel mogelijk mensen ‘aan de arbeid’ te krijgen. Eigenlijk is er niets antiliberaals aan het goed organiseren van de vrije markt. Het zou dus wel eens kunnen dat beide partijen tot het besef gekomen zijn dat ze tot een recent verleden te ver afgedwaald waren van hun eigen politieke uitgangspunten: liberalen die het oké vonden dat de vrije markt van de energieprijzen verworden was tot een monopolie van een kolos zonder compassie met zijn clientèle. Uit die (foute) ideologische impasse zijn ze stilaan geraakt, wat een zegen is: niet alleen voor de regering, maar vooral voor het land.

Natuurlijk blijven er vragen. We zullen straks pas weten hoe de beslissingen van gisteren tot stand zijn gekomen. Vande Lanotte heeft Electrabel voor de camera’s flink afgedreigd. Maar wat is er in het onderlinge overleg gezegd? Na hun clash ontzien minister en bedrijfsleiding elkaar, een teken dat ze het ‘als grote mensen’ hebben afgehandeld. Dan is het altijd oppassen voor de kleine lettertjes.

Natuurlijk vindt de oppositie het ’too little, too late’ wat de regering doet. Die kritiek is niet eens onterecht. Electrabel had al vroeger aangepakt moeten worden, en de factuur valt al bij al nog mee. Maar: in cruciale dossiers zoals energie en de pensioenen is wel een doorbraak gerealiseerd. Een die ondenkbaar was tijdens Van Rompuy I of Leterme II. En ook al is het nog (veel) te vroeg voor applaus, Di Rupo I verdient alvast een compliment. Een complimentje: een dat vooral om bevestiging vraagt.

Walter Pauli

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content