Herwig Reynaert

Wordt Vlaanderen een bananenrepubliek bij rechtstreekse burgemeesterverkiezingen?

Herwig Reynaert Professor lokale politiek aan de UGent

Er zijn grotere problemen dan de figuur van de burgemeester. In veel gevallen wordt de rol van de gemeenteraadsleden van de meerderheid beperkt tot ritueel legitimeren.

De verkiezingsstorm die Vlaanderen teisterde, waait stilaan over. In Kortrijk, of is het nu Qortrijk, was er heel veel politieke heisa over de coalitievorming. Vooral CD&V schreeuwde moord en brand. Zij zijn er straks niet meer bij. Stefaan De Clerck (CD&V) moet zijn burgemeestersjerp aan Vincent Van Quickenborne (Open VLD) doorgeven. Van harte zal het zeker niet zijn.

De Clerck zei, niet ten onrechte, dat Van Quickenborne er burgemeestersverkiezingen van maakte. De Clerck voegde eraan toe dat hij ze gewonnen had, want meer voorkeurstemmen. Zo simpel is het echter niet. Er wordt immers een meerderheid gevormd en uit die meerderheid komt de burgemeester. Een rechtstreekse verkiezing van de burgemeester hebben we niet.

Merkwaardig is dat, vaak al naargelang de verkiezingsuitslag, er de voorbije tijd opnieuw kwistig ideeën in het rond werden gestrooid om aan ons lokaal institutioneel systeem te morrelen. De figuur van de burgemeester bleef hierbij niet buiten schot. Bart Eeckhout pleitte in De Morgen voor een nieuwe decretale regeling. Hij wil een burgemeester maximaal drie ambtstermijnen aan de macht laten. 18 jaar de burgemeesterssjerp omgorden volstaat. Ooit circuleerden er zelfs plannen om het burgemeesterschap tot twee termijnen te beperken. Het vond, wat mij betreft terecht, geen doorgang.

Zolang de burgemeester zowel van de bevolking, wat blijkt uit zijn of haar stemmenaantal, als van zijn of haar partij en eventuele coalitiepartners de nodige steun krijgt, mag de burgemeester blijven zitten. Een geboorterecht is het burgemeesterschap uiteraard niet. Het was trouwens ook niet helemaal duidelijk of men drie opeenvolgende ambtstermijnen als burgemeester of 18 jaar in de totale politieke carrière bedoelde. Dit zou in ieder geval uitgeklaard moeten worden. In wezen zou iemand eerst 18 jaar burgemeester kunnen zijn, vervolgens 6 jaar schepen of korter en dan terugkomen als burgemeester. Een PoetinMedvedev-scenario.

De ‘problematiek’ van de burgemeesters moeten we niet overdrijven. Heel veel burgers zijn niet alleen vaak tevreden over hun gemeente maar tevens over hun burgemeester, zelfs over lang zittende burgemeesters. Bovendien worden we in heel veel van de 308 Vlaamse gemeenten niet geconfronteerd met burgemeesters die tot in den treure aanblijven.

In een wat verder verleden werd er ooit geopperd om de burgemeester rechtstreeks te verkiezen. Het kwam er in Vlaanderen niet van. Zou Vlaanderen veranderd zijn in een bananenrepubliek mochten we voortaan de burgemeester rechtstreeks verkiezen? Helemaal niet. In het buitenland zijn er immers talrijke voorbeelden waar de burgemeester rechtstreeks wordt verkozen.

Niettemin zijn er een aantal nadelen die op zijn minst tot nadenken stemmen. In wezen gaat het om gemeenteraadsverkiezingen. We kiezen de leden van de gemeenteraad waaruit uiteindelijk het College van Burgemeester en Schepenen verkozen wordt. We stellen nu al vast dat, en niet alleen in Antwerpen, de gemeenteraadsverkiezingen herleid worden tot burgemeestersverkiezingen. Op zich is dit geen goede zaak. Electorale boksmatches tussen kandidaat-burgemeesters zijn misschien een vette kluif voor de media maar kunnen we missen als kiespijn.

Een ander mogelijk nadeel van rechtstreekse burgemeestersverkiezingen is een eventuele ‘cohabitation’. M.a.w. een burgemeester die geen lid is van de meerderheid in de gemeenteraad. Bevorderend voor de werking van het lokaal politiek bestuur zou dit ongetwijfeld niet zijn.

Brengt de rechtstreekse verkiezing andere kandidaten op de burgemeestersstoel? Niet noodzakelijk. Uit onderzoek blijkt immers dat in 2000 in ongeveer 75% en in 2006 in iets meer dan 80% van de Vlaamse gemeenten de burgemeester diegene was die bij de gemeenteraadsverkiezingen het hoogste aantal voorkeur¬stemmen behaalde. Bovendien kwam de burgemeester ook in de meeste gevallen uit de grootste politieke partij. Het wordt uitkijken wat de situatie vanaf 1 januari 2013 wordt.

Mocht men toch overschakelen naar de rechtstreekse verkiezing van de burgemeester dan zou in ieder geval het takenpakket van de burgemeester herbekeken moeten worden. Zo niet dreigen de hooggespannen verwachtingen van de kiezer in de burgemeester niet ingelost te kunnen worden.

De slotsom lijkt mij echter dat er grotere problemen zijn dan de figuur van de burgemeester. De gemeenteraad wordt beschouwd als de hoeksteen van de lokale democratie. Wat zien we echter? In veel gevallen wordt de rol van de gemeenteraadsleden van de meerderheid beperkt tot ritueel legitimeren. Zij mogen ja-knikken. De gemeenteraadsleden van de oppositie mogen ritueel mopperen. Ze mogen hun opmerkingen en kritiek spuien maar op het einde van de discussie beslist de meerderheid.

Het opwaarderen van de gemeenteraad blijft een noodzaak. Op termijn dreigt immers de zoektocht naar valabele kandidaten om een lokaal mandaat uit te oefenen nog problematischer te worden. Niet iedereen wordt immers burgemeester, schepen of OCMW-voorzitter. Dit verdient onze aandacht.

Herwig Reynaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content