Dirk Draulans

Wij geven vooral om onszelf

Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Liefdadigheidsacties zijn uitgegroeid tot evenementen, waarbij mensen betalen voor wat amusement.

De liefdadigheidsactie Music for Life van Studio Brussel is aan zijn laatste rondje bezig. Wat vijf jaar geleden, bij de eerste editie, een echte hype was, is geëvolueerd tot iets wat voor de programmamakers blijkbaar te veel routine was geworden. Het was alleen een kwestie van elk jaar een ander thema te kiezen, en vervolgens kon de mallemolen weer een week lang draaien.

Het succes van de actie steunt grotendeels op de aanpak. Vlak voor de kerstperiode, wanneer samen met de griep ook de geefkoorts makkelijker dan anders kan worden aangewakkerd. Een glazen huis dat het centrum inneemt van steden, waardoor het een verzamelpunt wordt. En vooral, de kans op wat aandacht op de radio (en dit jaar ook de televisie, via een aangepaste versie van De Laatste Show).

Daarmee appeleert het concept aan wat cruciaal is om mensen tot geven te bewegen: de mogelijkheid om aan anderen te laten zien of horen dat je solidair bent geweest. De reden waarom organisaties als het Rode Kruis of WWF goed herkenbare gadgets aan hun acties koppelen, is dat mensen zo kunnen afficheren dat ze mee hebben gedaan, dat ze goed zijn geweest.

Biologen hebben zich lang het hoofd gebroken over de wortels van liefdadigheid, omdat het niet paste in de klassieke verklaringsmodellen voor sociaal gedrag. Er zijn meestal geen genetische factoren in het spel (zoals met familiebanden wel het geval is), en de optie van wederkerigheid die de basis vormt van onze sociale zekerheid gaat hier niet op: de kans dat een kleine in Afrika die minder last heeft van diarree of malaria omdat wij wat geld gegeven hebben, later op zijn beurt iets voor ons zal doen, is zo goed als nul.

Voor Charles Darwin was het, in al zijn genialiteit, destijds al zo klaar als een klontje. In The Descent of Man, het boek waarin hij zijn evolutietheorie consequent op de mensheid toepast, stelt hij onomwonden dat liefdadigheid toelaat iemand te beoordelen op zijn kwaliteiten, want hij stelt zich bloot aan de ‘praise or blame’ (lof of verwijten) van zijn omgeving. Darwin zag het als een manier om je goede eigenschappen te etaleren. Een variant van de waaierstaart waarmee een mannetjespauw staat te pronken.

Goed zijn voor de anderen is geen voor de hand liggend menselijk gegeven, hoe graag de kerk en andere goedheidpromotende instanties het ook anders zouden willen. Cijfers wijzen uit dat slechts 5 procent van de mensen systematisch behulpzaam is, liefst 35 procent is het nooit, en de resterende 60 procent af en toe, afhankelijk van hun humeur of van de omstandigheden.

Ons land blinkt daarenboven zelfs op wereldschaal niet uit in behulpzaamheid. De net gepubliceerde tweede World Giving Index van de ngo Charities Aid Foundation klasseert België op een schamele 54ste plaats van 153 onderzochte landen inzake het geven van geld voor een goed doel en de inzet voor vrijwilligerswerk. Een aanpak die door zijn focus op geld de ontwikkelingslanden uitsluit van een goede klassering, hoewel daar op lokaal vlak, en dikwijls noodgedwongen, een sterke op de bevolking steunende sociale vangnetstructuur kan bestaan.

De top-5 van de index bestond uit de Verenigde Staten, Ierland, Australië, Nieuw-Zeeland en Groot-Brittanië: landen met een grote traditie inzake liefdadigheid, onder meer omdat hun overheid minder investeert in aandacht voor de zwaksten van de samenleving. De lage score van ons land wordt door kenners toegeschreven aan het feit dat Belgen vinden dat er al genoeg van hun belastinggeld naar ontwikkelingshulp en sociale zekerheid gaat.

De index illustreert ook dat het vooral oudere mensen zijn die goed scoren inzake liefdadigheid, omdat ze meer tijd hebben voor vrijwilligerswerk. Solidariteit als bezigheidstherapie. Waarmee we inzake het succes van Music for Life en vergelijkbare acties bij de kern van de zaak komen: voor de meeste deelnemers betreft het eerder een evenement dan een kans tot solidariteit. Ze zetten zich in of betalen (meestal een klein beetje) om zich eens te amuseren, al dan niet in een context van een activiteit die ze organiseren. Ze begeven zich tussen het dure kerstgewinkel door eens naar het plein met het glazen huis om er wat mee te genieten van de aandacht, en in de hoop een glimp op te vangen van een van de vele bv’s die in hun aanwezigheidspolitiek een uitgelezen manier zien om hun goede kant te laten opmerken.

We moeten daar eerlijk in durven zijn: in feite betreft het hier vooral betaald amusement en minder het toegeven aan een onweerstaanbare drang tot goed zijn. Net zoals natuurbescherming steeds meer een kwestie wordt van het commercieel interessant maken van bedreigde dieren en planten dan van puur engagement. Alles vereconomiseert in onze moderne maatschappij.

Op zichzelf is dat natuurlijk niet per definitie slecht, en het geld dat de actie opbrengt zal ongetwijfeld goed besteed worden, door mensen die van ontwikkelingshulp hun job hebben gemaakt. Maar het blijft een vaststaand feit dat volgens solide wetenschappelijke studies gemiddeld slechts 12 procent van de mensen ‘inherent goed’ en geëngageerd is. De rest is vooral met zichzelf bezig, zelfs in de context van liefdadigheid.

Dirk Draulans

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content