Wetenschappers ontdekken agressieve varianten van hiv-virus

Uit onderzoek blijkt dat resistente hiv-virussen veel agressiever zijn bij overdracht.

Na langdurige behandeling met hetzelfde medicijn kunnen virussen er resistent tegen worden. Bij het hiv-virus wordt er sinds lang van uitgegaan dat deze resistente virussen bij overdracht zwakker zijn dan de oorspronkelijke. Uit onderzoek door het Laboratorium voor Klinische en Epidemiologische Virologie van de KU Leuven blijkt nu dat deze veel agressiever zijn.

In het verleden waren de resistente hiv-stammen steeds zwakker dan het oorspronkelijke virus omdat resistentiemutaties een nadelig effect hebben op de vermenigvuldiging van het virus. Van zodra de behandeling werd stopgezet ging het oorspronkelijke virus weer snel domineren. Ook als een resistent virus wordt overgedragen naar een nieuwe patiënt – wat in 10 procent van de nieuwe infecties het geval is – bleken de belangrijkste resistentiemutaties op de duur te verdwijnen.

Maar uit nieuw onderzoek van het Leuvense labo blijkt nu dat de virussen in nieuw geïnfecteerde patiënten agressiever zijn. Oorzaak zijn polymorfismen, natuurlijke verschillen in genen die zorgen voor variatie binnen eenzelfde diersoort, zoals het bestaan van verschillende bloedgroepen. Het labo ontdekte dat een resistente stam vaak polymorfismen opstapelt die het hiv-virus sterker maken om te compenseren voor het negatieve effect van de resistentiemutaties.

“We zijn ongerust over het feit dat patiënten vaker besmet zullen worden met een sterke variant van het resistente virus”, aldus onderzoeker Kristof Theys. Dit heeft volgens professor Anne-Mieke Vandamme die de studie coördineerde belangrijke gevolgen voor de behandeling van hiv. “Waar wij oorspronkelijk dachten dat overdracht het resistent virus zwakker maakte, lijkt de kans te bestaan dat dit zal leiden tot agressievere virussen.” (Belga/TE)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content