Wetenschap als surrogaat voor religie

Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Wetenschap kan eenzelfde soort vertrouwen bieden als geloof in een god.

Dat godsdienst overbodig wordt zodra mensen rationele verklaringen hebben voor angstaanjagende verschijnselen als donder en bliksem, is geen geheim meer. Eerst animisme, vervolgens voorouders die in de hemel hun eigen leven blijven leiden, en later goden – om geruzie te vermijden over wiens voorouders aan de touwtjes trokken – moesten verklaringen bieden voor aanvankelijk onverklaarbare verschijnselen.

Onze soort, met zijn ontwikkelde bewustzijn, koppelde een leven na de dood aan godsdienst. Nuttig voor mensen die zich zo belangrijk voelen dat ze er altijd willen zijn. Terwijl anderen soelaas vinden in het besef van de onbenulligheid van hun bestaan in de eindeloos grote wereld met zijn toevallige ontwikkelingen waarin niets een hogere zin lijkt te hebben – laat staan een zin waardoor een individu onmisbaar zou worden.

Evolutietheorie een nachtmerrie

Toch lijkt ook wetenschap een religieus kantje te hebben, waarmee we niet bedoelen dat ‘geloven’ in Charles Darwin iets van dezelfde strekking is als geloven in een god. Er zijn genoeg wetenschappelijk solide bewijzen voor het bestaan van natuurlijke en seksuele selectie om het geëmmer van creationisten te kunnen ontkrachten. Voor de vele zelfingenomen individuen die vinden dat zij zo waardevol zijn dat ze wel door een almachtige god geschapen móéten zijn, is de evolutietheorie een nachtmerrie. Die impliceert immers dat wij het resultaat zijn van een lang proces via allerhande tussenstadia met monsterachtige vissen, spitsmuisachtige mormels en – godbetert – voorouderlijke apen.

Een verslag in The Journal of Experimental Social Psychology illustreert dat wetenschappers uit hun ‘wetenschap’ dezelfde soort kracht kunnen putten als gelovigen uit hun geloof. Een kracht die hen kan steunen in moeilijke momenten, die hen soelaas kan bieden, een vorm van betekenis en controle kan geven tijdens stressvolle periodes. Het wordt gezien als een voorbeeld van het algemene gegeven dat mensen in tijden van crisis nog dichter gaan aanleunen bij hun overtuigingen. Dat geldt dus evenzeer voor wetenschap als voor geloof en politiek.

Wetenschappers zullen toekomst bepalen

Wetenschap is natuurlijk een relatief recente ontwikkeling in de denkwereld van de mensheid, politiek en religie waren er al veel langer. Maar het zijn niet de filosofen of politici, en zeker niet de priesters en pauzen, die het uitzicht van de wereld van morgen zullen bepalen. Dat zijn wetenschappers, die vandaag sleutelen aan de technologieën die wij morgen allemaal zullen gebruiken. Zelfs zij die niet geloven in de kracht van wetenschap. (DD)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content